probleem 2: dualisme view op lichaam-geest probleem Flashcards
Dualisme
anti-naturalistische claim dat lichaam en geest twee aparte entiteiten zijn. Eén is fysiek -> lichaam en de ander non-fysiek -> geest. De geest maakt geen deel uit van de natuur.
eigendom dualisme
Deze vorm van dualisme werkt niet met substanties of dingen, maar met de eigenschappen ervan. Er is slechts één substantie, maar het heeft twee soorten eigenschappen, waarvan 1 fysiek en 1 non-fysiek. -> Interactionist dualsime is onmogelijk.
Fysiek eigendom dualisme
stelt dat de geest fysiek en niet-fysieke eigenschappen heeft. De geest is fysiek omdat een deel van de hersenen relevant is voor interactie tussen lichaam en geest. Daarnaast heeft de geest niet-fysieke eigenschappen zoals het hebben van gedachten. Deze eigenschappen zijn gegrond in de fysieke geest (hersenen).
Dualisme kloppend maken:
-> De eigendom dualist ontkent dat lichaam en geest verschillend en gescheiden van elkaar zijn, gezien de geest een fysiek ding is. Lichaam en geest kunnen hierdoor interageren zonder dat er een interactie hoeft te zijn tussen iets fysieks en iets non-fysieks (wat natuurlijk sws niet kan). Het non-fysieke is namelijk een eigenschap, geen substantie.
Maar geen verklaring voor:
Fysische eigendom dualist -> geen verklaring voor kan geven is het feit dat mentale eigenschappen wel degelijk effecten initiëren (vb; kwaadaardige intenties van een moordenaar -> guilty mind).
Substantie dualisme
een substantie is een individueel ding dat op zichzelf kan bestaan, onafhankelijk van andere substanties.
Interactionistische substantie dualisme (vorm van substantie dualisme)
het perspectief dat twee substanties causaal met elkaar kunnen interageren (vb; alcoholconsumptie kan zorgen voor een wazig gevoel van de geest).
- Het lichaam kan bestaan zonder geest na overlijden
- De geest kan na de dood blijven bestaan
o Vb: inbeelden dat je wakker wordt zonder lichaam maar met je geest en bewustzijn intact.
De geest is ook onafhankelijk door een beschrijving te geven zonder contradictie -> omdat er geen contradictie is in de beschrijving van het vb, is er dus een mogelijkheid dat lichaam en geest onafhankelijk van elkaar bestaan.
Dit is de centrale claim van het dualisme; lichaam en geest zijn nu niet gescheiden van elkaar, maar dit kan wel voorkomen.
Problemen bij interactionisme + lowe
Een van de grootste problemen voor interactionisme is hoe lichaam en geest kunnen interageren als één entiteit fysiek is en de ander non-fysiek. Er zijn een aantal pogingen gedaan om dualisme kloppend te maken.
Lowe
-> beargumenteerde dat de structuur van causale kettingreacties een vertakte structuur is zonder eind. Lowe claimde dat de geest communiceert met de gehele structuur. Maar het probleem blijft hierbij hetzelfde – hoe activeert de geest de gehele structuur?
Paringsprobleem: als lichaam en geest echt verschillend en gescheiden zijn, waarom is mijn geest dan gekoppeld aan mijn lichaam en jouw geest aan lichaam?
Parallellisme (vorm van substantie dualisme)
lichaam en geest zijn verschillend en gescheiden, maar ze interageren niet – ze lopen parallel aan elkaar. Een sterk argument hiervoor kan zijn dat fysieke en non-fysieke dingen niet met elkaar kunnen interageren, dus lichaam (fysiek) en geest (non-fysiek) ook niet.
Hoe verklaar je dan dat er toch soms een interactie is (vb alcoholconcpumptie) bij parallellisme?
-> Hoewel er geen interactie is tussen lichaam en geest, is er wel sprake van een correlatie. Causale interactie is volgens de parallellist simpelweg synchronisatie. Dat iemands arm een mok koffie optilt en aan de mond zet, vindt synchroon plaats met de geest die hunkert naar een kop koffie. En als de geest genoeg heeft gehad, stopt het lichaam synchroon met het gieten van koffie in de mond. Een metafoor die ook wel wordt gebruikt om dit concept toe te lichten is die van twee klokken die synchroon lopen. Stel dat er een lichte vertraging zit tussen de twee klokken, dan is het verleidelijk om te zeggen dat het luiden van de eerste klok bij ieder heel uur het luiden van de andere klok veroorzaakt, maar dit is niet zo.
Volgens Leibniz zijn de mentale slingerklok en de fysieke slingerklok synchroon in hun gedrag, maar niet door interactie. De synchronisatie komt volgens hen voort uit de initiële creatie van de substanties door God. Deze kijk heeft echter implicaties voor de vrije wil; de vraag is of wij controle hebben over deze synchroon lopende slingerklokken.
Occasionalisme
was het eens parallellisme, maar stelde dat fysieke gebeurtenissen in het lichaam de kans waren voor God om te handelen in de geest. Deze kijk is vrij onaannemelijk en niet logisch, maar was in die tijd echter wel van invloed wegens de sterke aanwezigheid van religieus geloof.
Epifenomenalisme (vorm van substantie dualsime)
de claim dat fysieke evenementen mentale gebeurtenissen kunnen veroorzaken, maar dat mentale gebeurtenissen niet fysieke evenementen kunnen veroorzaken.
-> Vb van dualsime, omdat lichaam en geest gescheiden worden. Epifenomenen zijn dingen die verschijnen bovenop basis fenomenen (vb schaduw maken met je hand).
Basis fenomenen: dingen die in de fysieke wereld gebeuren.
Wetenschappers uit deze stroming geloven dus dat onze geest (mentale gebeurtenis) een gevolg is van het mechanisme van het lichaam (fysieke gebeurtenis). Maar andersom geldt: de werking van het lichaam zou geen gevolg zijn van de geest;
De bovenstaande gedachtegang vermindert het lichaam-geest probleem voor de helft, omdat het epifenomenalisme een verklaring heeft voor de invloed van het lichaam (fysiek) op de geest (niet-fysiek). Het is nog wel onduidelijk hoe iets fysieks invloed kan hebben op iets non-fysieks. Over het algemeen wordt geclaimd dat fysieke en non-fysieke dingen niet kunnen interacteren -> dit kan het epifenomenalisme niet onderbouwen.
Emergentisme (vorm van substantie dualimse)
lijkt op epifenomenalisme; het fysieke aspect is dominant en mentale aspect is slechts een bijproduct (eerst lichaam -> dan geest). Verschil: hier is de relatie nabijer tussen fysiek en mentaal en bij epifenomenalisme duidelijke scheiding en causale relatie.
Van lichaam -> geest kan wel, maar andersom is lastig uit te leggen.
Emergentisten accepteren en ontkennen dat de geest non-fysiek is;
- Accepteren -> geest zou worden gedreven door fysieke structuren (bv neurotransmitters). Het is hier lastig om uit te leggen hoe iets (de geest) kan verschijnen als het niet verschilt van de basiseigenschappen (fysieke aspect).
- Ontkennen -> geest komt voort uit het fysieke. Het is hier lastig te verklaren hoe de geest überhaupt kan verschijnen, omdat het hiervoor een ruimtelijke eigenschap zou moeten zijn.
Supervenience (onderdeel van emergentisme)
eigenschap A overtreft eigenschap B (=supervenes) als er geen verandering in A kan zijn zonder dat er ook een verandering in B optreedt. Veranderingen in de geest (A) kunnen dus niet optreden zonder dat er ook veranderingen in het lichaam (B) optreden.
-> geeft aan dat er geen causaal verband is tussen lichaam en geest, maar een overtreffend verband (= supervenience). Toch lijkt er wel een bepaalde causale invloed te zijn op de geest en het lichaam. Dit maakt dat emergentisme – zelfs bij de toevoeging van supervenience – een vrij onpopulaire aanpak is voor het lichaam-geest probleem.
Kritiek:
- Als de geest voorkomt uit het lichaam, hoe kan het dan het lichaam beïnvloeden.
- Eerst verandering in lichaam -> dan in geest, andersom kan niet. Ook geen ververklaring hiervoor.