Pijn in de benen: vraag 22 & 24 Flashcards
1
Q
Fontaine classificatie
A
- fontaine I: geen klachten
- fontaine II: a: meer dan 100 m kunnen lopen, b: minder dan 100 m kunnen lopen
- fontaine III: rust-/nachtpijn
- fontaine IV: necrose
2
Q
Perifeer arterieel vaatlijden
A
- door atherosclerose verminderde bloeddoorstroming
- 3:1000, neemt toe met hogere leeftijd, mannen hebben hoger risico
- pijn in de kuit, dijbeen of bil, wat optreedt bij het lopen en in rust afneemt, koud gevoel in de kuit, gevoelloosheid, bleekheid, ulcera en necrose van de benen & voeten
- verhoogde kans op vaatlijden in de rest van het lichaam
3
Q
Diagnostiek en behandeling PAV
A
Enkel-armindex: lager dan < 0,8, uitgesloten bij EAI > 1,1
Looptraining, als dat niet werk: echo duplex, CT-angiografie of MRI-angiografie
-> dan gekozen voor een PTA, endarteriëctomie of bypasschirurgie
- amputatie
4
Q
Veneuze insufficiëntie
A
- ontstaat door insufficiëntie van veneuze kleppen en een verhoogde veneuze weerstand -> veneuze hypertensie en stuwing -> vaatverwijding en klepinsufficiëntie
- spataderen (varices), pijn, pitting oedeem, eczeem, pigmentaties en een rode of witte huid van het been
- klachten in 1 been en elevatie verlicht de pijn
- diagnostiek met echo dopplet of duplex
- behandeling met steunkousen
- vaker bij vrouwen, obesitas is een RF
5
Q
Diep veneuze trombose (DVT)
A
- zwelling (pitting oedeem), roodheid en pijn, warm en glanzend been
- evt jeuk, ulceraties, varices, eczeem en oedeem
- 1:1000 patiënten/jaar, vaker bij vrouwen en ouderen, ook kans door immobilisatie, trauma/chirurgie, zwangerschap, de pil, obesitas, maligniteit, vliegen of erfelijke factor
- Trias van Virchow: beschadiging bloedvatwand, onderbroken bloedstroom en stollingstoornis
- complicaties: longembolie, recidief trombose, veneus ulcus, post-trombotisch syndroom
6
Q
Diagnose DVT
A
- klinische waarschijnlijkheidsscore: beslisregel van Wells, bij een score van >3 is de kans 80%
- bepaling D-dimeer in het bloed (als de waarschijnlijkheidsscore < 2)
- echografie/compressie ultrasonografie (als waarschijnlijkheidscore > 2)
7
Q
Behandeling DVT
A
- eerst 5 dagen LMWH
- dan directe orale anticoagulantia (DOAC): dabigatran, edoxaban (of los rivaroxaban, apixaban)
- vitamine K-antagonist
- steunkous
8
Q
Varices
A
- zichtbare, kronkelige, uitgezette venen, voornamelijk inde onderste extremiteiten
- 4:1000 patiënten/jaar, vaker bij vrouwen en neemt toe met de leeftijd
- jeuk, krampen, warme benen, verkleuring of verharding van de huid
- klachten nemen toe in de loop van de dag, na lang stilzitten en in een warme omgeving
9
Q
Ulcus cruris
A
Defect van de huid van het onderbaan, die reikt tot in de subcutis of dieper, complicatie bij veneuze insufficiëntie