Ethiek: vraag 46 t/m 48 en A Flashcards

1
Q

Proportionaliteit

A

De voordelen van jouw ingrijpen moeten opwegen tegen de nadelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Subsidariteit

A

Er moet worden gekozen voor de minst schadelijke ingreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Paternalisme

A

Het voorbijgaan aan iemands wil in het belang van die persoon.
Zwak: je weet de wil van de patiënt niet
Sterk: moedwillig tegen de wil van de patiënt in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Biostatische theorie

A

Gezondheid is het normaal fysiologisch functioneren van het organisme.
Voordeel: objectief
Probleem: geen ruimte voor de verminderde kwaliteit van leven als belangrijk element van ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Holistische theorie

A

Gezondheid wordt gezien als het vermogen om adequaat te functioneren en zelf gestelde levensdoelen te verwezenlijken. Wordt gekeken naar de hele persoon en niet alleen het biologische organisme
Voordeel: sluit aan op dagelijkse ervaring van ziek zijn
Nadeel: gezondheid wordt gesubjectiveerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sociaal-constructieve theorie

A

Ziekte is een normatief begrip. Gewenst is gezond, ongewenst is ziek. Ziekte treft het individu, maar wordt bepaald door de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Utilisme

A

Schaarse middelen op een manier distribueren zodat de groots mogelijke groep mensen er het meest op vooruitgaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Egalitarisme

A

Schaarse middelen moeten ingezet worden om de gelijkheid te bevorderen. Als dit niet haalbaar is dan is ongelijkheid toelaatbaar mits deze ongelijke verdeling in het voordeel van de minst bedeelden werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dualisme

A

Het onderscheid maken tussen de res cogitans en de res extensa: scheiding van lichaam en geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mechanistisch lichaamsbeeld

A

Er is geen losse ziel en hoe de ziel zich voelt, is afhankelijk van hoe het lichaam zich voelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Moderne doelen van de geneeskunde

A
  1. Preventie van ziekte en letsel en bevordering en behoud van gezondheid
  2. Verlichting van pijn en lijden veroorzaakt door aandoeningen
  3. Verzorging en genezing van zieken en zorg voor diegenen die niet genezen kunnen worden.
  4. Vermijden van vroegtijdige dood en nastreven van een vreedzame dood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly