Diabetes Mellitus: vraag 1 & 2 Flashcards
1
Q
Algemene klachten hyperglycemie (x5)
A
- polydipsie
- polyurie
- vermoeidheid
- droge mond
- jeuk
2
Q
Symptomen diabetische ketoacidose (10x)
A
- misselijkheid en braken
- dorst
- polyurie
- hoofd- en buikpijn
- tachycardie
- hypotensie en hypothermie
- Kussmaul ademhaling
- ademhaling met acetongeur
- verlaagd bewustzijn en zwakheid
- warme droge huid
3
Q
Behandeling diabetische ketoacidose
A
- insuline 4 eenheden per uur iv
- vocht aanvullen met infuss NaCl 0,9%
- als kalium < 5,1 mmol/L, 20 mmol KCl per kolf van 500 cc
- bij een pH < 6,9 bicarbonaatsuppletie
- vervolgens om de 2 uur de glucose, kalium en pH controleren
- zoeken naar de oorzaak
4
Q
Vaststellen van diabetische ketoacidose
A
- bloedglucosespiegel
- ketonentest van de urine/serum
- pH meting bloed
5
Q
Kussmaul ademhaling
A
Diepe, snakkende ademhaling om respiratoir de acidose te compenseren door veel CO2 uit te ademen
6
Q
Uitlokkende factoren diabetische ketoacidose
A
- inadequaat insulinegebruik
- trauma
- zwangerschap
- MI
- infectie
7
Q
Onderscheid ketoacidose en HHO
A
- leeftijd: dehydratie speelt een grote rol bij HHO en dit is vaker bij ouderen.
- ernst van insuline tekort: bij HHO is er meer insuline, voldoende om de ketogenese stop te zetten
8
Q
Symptomen hyper-osmolaire hyperglycemische ontregeling
A
- veel drinken, plassen en dorst op de voorgrond
- vertraagd bewustzijn/coma
- hyperosmolair bloed
- krampen in de benen
- verminderde huid turgor
- dehydratie
- focale neurologische uitval
9
Q
Behandeling HHO
A
- infusie van 3 eenheden insuline per uur de eerste 2/3 uur, kan verhoogd worden naar 6 p/u
- infuus van 0,9% NaCl
10
Q
Symptomen DMT1
A
- polydipsie
- polymictie
- vraatzucht
- gewichtsverlies
- moeheid
- wazig zien
- jeuk
11
Q
WHO criteria DM
A
- nuchter plasma glucose: > 7.0 mmol/L
- willekeurig plasma: >11,1 mmol/L
- HbA1c: >6,5%
12
Q
Microvasculatuur complicaties DMT1
A
- retinopathie na 5 jaar, na 20 jaar heeft 100% background neuropathie en 50% proliferatieve retinopathie
- nefropathie na 10/15 jaar, 20-40% ontwikkelen eindstadium nierinsufficiëntie