Beeldvormende technieken: vraag 45 Flashcards
1
Q
Röntgenstraling
A
- elektromagnetische straling
- bij absorptie: wit beeld: dens
- bij lucht een zwart beeld: lucent
2
Q
X-thorax
A
- PA: met borst tegen fotoplaat
- AP: fotografische plaat achter de patiënt -> het hart groter en de cor-thorax ratio ook groter
- lateraal: fotografische plaat naast het hart en straling opvangen aan andere kant
3
Q
CT-scan
A
- röntgenapparaat, maakt een serie foto’s
- contrastvloeistof: jodium houdend en absorbeert röntgenstralen -> kan contrastnefropathie geven bij lage nierfunctie
- arteriële fase: 20-30 sec na toediening
4
Q
Echo
A
- transducer zendt geluidsgolven uit en die worden naar het ‘object’ geleid en weer terug. De tijd daartussen zorgt voor de plaatjes
- weefsels met hoge dichtheid: veel reflecties, hyperechogeen
- vocht reflecteert geen geluidsgolven: zwart
- frequentieveranderingen van bewegende objecten worden bij color Doppler in kleur weergegeven. Bij blauw bloed stroomt het bloed van de transducer vandaan en bij rood er naartoe.