Kortademigheid: vraag 13 & 18 Flashcards

1
Q

Bovenste luchtweginfectie

A
  • door een virale of bacteriële infectie
  • kortademigheid, koorts, keelpijn, neusverkoudheid, heesheid en hoesten, evt inspiratoir optredende stridor
  • verdwijnt meestal na 1 of 2 weken, evt pijnstillers, hoestdrank of neusspray
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Idiopathische pulmonale fibrose (IPF)

A
  • bindweefselvorming zorgt voor verlies van het longparenchym, evt door inhalatie van schadelijke stoffen
  • progressieve kortademigheid en hoesten
  • diagnose: röntgen of CT thorax, longfunctietesten en bloedonderzoek
  • behandeling: tegen verlittekening corticosteroïden en fibroseremmers
  • transplantatie enige genezing
  • overleving 3-5 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Extrinsieke allergische alveolitis (EAA)

A
  • granulomateuze longziekte door herhaalde inhalatie van allergenen
  • diagnose: aanwezigheid van IgG antistoffen bij blootstelling, lymfocytose > 20% bij bronchoalveolaire lavage (BAL)
  • behandeling: vermijden van contact en ontstekingsremmers (prednison, azathioprine)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Acute EAA

A
  • symptomen < 6 maanden
  • dyspnoe, hoesten, koorts, malaise
  • LO: squeeks en verscherpt ademgeruis
  • Op de HRCT ontstekingsachtige centrolobulaire noduli, matglas en airtrapping
  • vaak nog reversibel door vermijden van contact
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Chronische EAA

A
  • symptomen > 6 maanden
  • vooral dyspnoe
  • LO: crepitaties en clubbing
  • HRCT: irreversibele fibrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Atriumfibrilleren

A
  • onregelmatige hartslag waarbij ook de vulling van de ventrikels ongelijkmatig is
  • door snelle ontlading buiten de sinusknoop kunnen de boezems niet normaal contraheren en gaan trillen.
  • irregulair ritme: heem 2 RR-afstanden zijn even lang
  • vullingstijd en vulling is steeds anders -> wisselende pulsaties van de polsgolf
  • bij hele snelle slagen geen pols
  • luisteren met een stethoscoop
  • polsdeficit: verschil tussen aantal slagen bij de pols en bij auscultatie
  • hartkloppingen, kortademig, duizelig, POB, verwardheid, vermoeid bij inspanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hypothyreoïdie

A
  • jodiumdeficiëntie, congenitaal, thyreoïditis, iatrogeen verworven
  • koude intolerantie, moeheid, zwakte, dyspnoe bij inspanning, gelaats- en oogledenoedeem, gewichtstoename, cognitieve achteruitgang, depressie, geheugenstoornis, koude droge huid, heesheid, spierpijn en tintelingen, langzame pols, hese lage stem, trage spraak en obstipatie
  • FT4 en TSH meten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hartfalen

A
  • kortademigheid, vermoeidheid, orthopneu, hartkloppingen, pitting oedeem, verwardheid, hoesten, nycturie en acuut longoedeem
  • door coronairlijden, cardiomyopathie en hypertensie
  • RF: ritmestoornissen, overmatige zoutinname, anemie, familiaire voorgeschiedenis, roken, kleplijden, overgewicht een hoog cholesterol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diagnose hartfalen

A
  • anamnese
  • ECG: ritme- en geleidingsstoornissen, Q-golven en ST-veranderingen
  • echo: kijken naar wanddikte, contractiekracht, functie vd kleppen en drukverhoudingen en kijken of het probleem systolisch of diastolisch is
  • bloedonderzoek: BNP en NT pro-BNP, stijgen als er langdurig een verhoogde druk op de hartspier staat (BNP van 400 pg/ml -> waarschijnlijk hartfalen)
  • MRI of CT-scan evt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

NYHA klasse

A
  • klasse 1: geen beperking
  • klasse 2: milde klachten bij normale inspanning
  • klasse 3: klachten bij geringe inspanning
  • klasse 4: klachten in rust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling hartfalen

A
  • diuretica: lisdiuretica (furosemide, werken krachtiger) of thiazidediuretica
  • ACE-remmers: langwerkende (fisinopril) en kortwerkende (captopril)
  • later evt een bèta-blokker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Longcarcinoom

A
  • bij hogere leeftijd en mannen (die roken)

- hoesten (soms hemaoptoë), moeheid, weinig eetlust en gewichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

COPD

A
  • chronisch inflammatoir proces met irreversibele bronchusobstructie, hypersecretie van mucus, hyperinflatie en gaswisselingstoornissen en pulmonale hypertensie
  • verzamelnaam voor longemfyseem en chronische bronchitis
  • RF: mannen, leeftijd, roken, werken in stoffige omgeving
  • bij 37 op de 1000
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Emfyseem

A

Dilatatie van de luchtruimten distaal van de terminale bronchioli door destructie van de alveolaire septa wat zorgt voor verminderde elasticiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Chronische bronchitis

A

Luchtwegvernauwing door hypertrofie en hyperplasie van bronchiale mucus-secreterende klieren, slijmbekercellen en trilhaarcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Diagnose COPD

A
  • anamnese: langdurig productief hoesten, piepende ademhaling, crepiteren, afvallen, tonthorax
  • spirometrie: normaal/verhoogd TLC, verlaagde FEV1, verlaagd FEV1/VC)
  • in spirometriegrafiek een concave vorm
17
Q

Behandeling COPD

A
  • stoppen met roken
  • kortwerkende luchtverwijders: SABA’s (salbutamol) en SAMA’s (ipratropium)
  • langwerkende luchtverwijders
18
Q

Longembolie

A
  • embolus die een arterie in de longen aflsuit
  • dyspneu, POB vastzittend aan de ademhaling, hoesten, koorts, verhoogde hartslag, zweten en bloed ophoesten
  • LO: tachypneu, crepitaties, tachycardie, koorts, tekenen van DVT
19
Q

Diagnostiek longembolie

A
- WELLS-score: 
> 4 punten een spiraal CT
< 4 punten plasma D-dimeer, als die > 0,5 een spiraal CT
- ventilatie-perfusiescan
- echo beenvaten
- echo van het hart
- bloedgaswaardes
20
Q

Behandeling longembolie

A
  • Acuut: heparine of LMWH icm met evt extra O2
  • Bij massale LE ook trombolytica (transexaminezuur)
  • Chirurgisch met een katheter verpulveren, ook bij geen verandering na 3 maanden medicatie
  • Bij recidief levenslang behandeling
21
Q

Pneumonie

A
  • ontsteking van de longblaasjes
  • behandeling met antibiotica
  • crepitaties met stethoscoop en zichtbaar op de X-thorax: consolidatie (lichtere waas)
  • silhouette sign: de hart-long grens verdwijnt
22
Q

Bronchitis

A
  • lage luchtweginfectie
  • hoesten en slijm opgeven, kortademigheid, piepende ademhaling, koorts, thoracale pijn en algemene malaise
  • rhonchi en crepitaties bij auscultatie