pediatrische klinische farmacologie Flashcards
Kinderdosering bepalen:
- op basis waarvan kan je dit bepalen: 2
- hoe ging dit vroeger en waarom nu niete meer, wanneer doe je dit wel?
- wat houdt rationeel doseren in
Kinderdosering bepalen: obv gewicht of lichaamsoppervlak
Ging vroeger met schaal v Denekamp: bepaal % van volwassendosis obv geslacht, leeftijd, lengte en gewicht maar was niet goed want kind heeft andere verhoudingen
Vanaf ~6jr kan het wel via 1/1,73m^2 of /70kg bij sommige medicijnen
Rationeel doseren: obv farmacodynamiek (effect lichaam op geneesmiddel) en farmacodynamiek (effect -middel op lichaam) en dosering net zo belk als welk -middel
Farmacokinetiek vs farmacodynamiek
Farmacokinetiek: verschillen in geneesmiddelenmetabolisme in 4 fasen: absorptie, distributie, metabolisme en eliminatie (= ADME)
Farmacodynamiek: gaat over concentratie-effect, zowel therapeutisch als toxisch
Verschillen in geneesmiddelenmetabolisme tussen volwassene en kind: 6
en leg de belangrijkste uit
Verschillen in: absorptie, verdeling, metabolisme (fase 1 en 2), uitscheiding, gen verschillen en invloed van de ziekte
Absorptie: bepaalt biologische beschikbaarheid (= geabsorbeerde fractie)-> bepaalt hoev med die uiteindelijk in het lichaam komt, is afh van:
- absorptiesnelheid: meestal via passieve diffusie in duodenum
- en karakteristieken medicijn: pKa, oplossing waarin med zit en desintegratie en dissolutie van de vaste vorm
wat is er bij neonaat anders: 7 en leg ze uit
Bij neonaat anders:
- Zuurgraad: tot 12dgn neonaat is pH maag hoger (= 7) want prod HCl en pepsine is lager en die van gastrine hoger–> invloed op absorptie–> bijv hogere [orale penicilline] in bloed door hogere pH risicovol want: kan toxische concentraties
Penicilline en erythromycine worden verhoogd opgenomen bij neonaten (= zuurlabiel)
Fenytoïne en fenobarbital worden minder opgenomen (= zwakke organische zuren)
+ pH door vaak voeding gebufferd–> pH vaak wat hoger
Dus bij 12 dagen enorme pH verandering-> invloed op opname geneesmiddel
- Darm: duurt langer om med in darm op te nemen, bij jong kind meer opname dan neon
Bij zuigeling verhouding tussen oppervlak dunne darm en lichaamsmassa bij groter dan bij volwassene
- Enzymactiviteit: CYP450 in darm–> lagere spiegel werkzame stof door de med in de ery te houden, foetus heeft weinig enzymactiviteit hogere spiegels
- Efflux transporters: transporteren een middel naar darmlumen–> niet beschikbaar in circulatie, deze transporters nemen pas na geboorte toe
- Passagesnelheid maag: tot 6-8mnd is er vertraagde maaglediging–> vertraagde absorptie en door GE-reflux verlies medicijn
- Passagesnelheid darm: darmmotiliteit irregulair neonaten tragere passagesnelheid terwijl peuters en kleuters juist snellere passagehebben dan volw
- Darmfunctie: darmwand neonaat is meer permeabel voor grotere moleculen en de darmflora verschilt-> deze MO’s zorgen voor opname in de darm
Je hebt grote toename metaboliserende enzymen vanaf foetus tot volwassen, vooral in 1e jaar–> bij jonge kids worden meds on-omgezet opgenomen in de darm maar bij oudere kids heb je meer omzetting in de darmwand zelf
wanneer heb je vaker systemishce bijwerkingen en waarom
Vaker systemische bijw bij lokale middelen bij kids omdat huidoppervlak kids in verhouding groter is dan van volassenen–> bloedspiegel lokaal toegepaste med kan hoger zijn dan bij volw
waarom geen orale medicijnen voor levensbedreigeende aandoeningen bij neonaten
Absorptie is bij een kind onvoorspelbaar en variabel–> belangrijk om geen orale meds voor levensbedreigende aandoeningen bij neonaten te geven
waarvan is distributie medicijnen afhankelijk: 2
wat is er bij kinderen anders hierin: 2
en voorbeeld
Distributie med is afh van lichaamssamenstelling (vet-/ waterverdeling) en eiwitbinding:
- Lichaamssamenstelling kind tot 6mnd is anders dan volwassene
- 1e 6mnd: minder vet en meer water (80% ipv 60%)–> groter verdelingsvolume voor wateroplosbare meds en kleiner volume voor vetoplosbare meds–> neonaat moet hogere dosis krijgenvoor jetzelfde effect. in de puberteit: % vet neemt af, neemt na de puberteit weer toe
- Gentamycine: lost op in water: bij zelfde dosering bij pasgeborene een adolescent is piekspiegel lager want moet over meer water verdelen
uitscheiding en omzetting medicijnen
Wateroplosbare meds worden onveranderd via de nier uitgescheiden
Non-polaire, vetoplosbare meds eerst in de lever omgezet naar polaire, wateroplosbare meds via fase-1-metabolisme (= oxidatie, reductie en hydrolyse) en vervolgens conjugatie tot polair substraat (glucuronzuur, sulfaat en glycine) in fase-2 reactie–> uitscheiding via nier of galwegen
Conjugatie: via gal naar ontlasting of via nier naar urine
4 invloeden op metabolisme:
- Ontogenie: CYP-450 enzymen (vnl CYP3a4) fase-1 reactie
Activiteit dit enzym bij neonaat heel laag maar neemt fors toe in 1e maanden na geboorte, concentratie is op zijn max bij 5-15jr
Dus van foetus naar 28dgn enorm verschil in acti CYP3a4 in de lever–> heel veel invloed op med metabolisme
Bij volwassenen is [] iets lager maar nog steeds hoog
CYP2C19 ontogenie: aantonen met bijv med fenytoïne: enzym zet dit med om
T½ bij prematuren 75 uur, bij a terme 20 uur en bij 2 weken 8uur - Genetische polymorfismen: gemuteerde CYP zet med heel langzaam of juist heel snel om
dus genetische verschillen–> bep meds sneller of juist langzamer uitgescheiden - Effect ziekte op metabolism: inflammatie leidt tot lager metabolisme–> t½ langer–> klaring lager
- Co-medicatie
ontwikkeling CYP’s
Alle CYP’s ontwikkelen heel belangrijk in 1e levensjaar en vooral in de 1e levensmaand
Dus ontwikkeling enzymsysteem heel bel voor metaboliseren + beschikbaarheid meds
met wat voor soort medicijnen lagere dosering <1jr
1e mnd na geboorte lagere nierfunctie–> klaring kind paar dgn oud heel laag,
na 2 wkn is deze al verdubbeld,
aan eind 1e levensjaar is hetzelfde als volwassene
Dus meds met renale klaring lager doseren bij kids <1jr
farmacodynamiek
en specifieke bijwerkingen bij medicijnen kinderen: 4
Farmacodynamiek: effect middel op het lichaam,
bij kids veel onbekend, gaat om []-effect en therapeutische toxische dosis
specifieke bijw bij kids:
- Tetracyclines–> verkleuring tandmatrix
- ciprofloxacine –> gewrichtsschade
- Antihistaminica –> hogere kans wiegendood
- Metoclopramide (en antipsychotica) kunnen extrapiramidale verschijnselen geven
Extended metabolisers vs poor metabolisers
Extended metabolisers: mensen zetten heel snel med om naar vorm die wordt uitgescheiden
Poor metabolisers: weinig enzym–> zetten med traag om naar vorm die wordt uitgescheiden
Bij poor metabolisers functional overdose omdat het dus zo traag wordt omgezet
Dit effect valt buiten de ontwikkeling want hoort bij de genetische make-up
Doseren in praktijk:
- toedieningsvorm: waarvan afh en welke opties (8)
- hoe werken zetepillen
- waarvoor aandaht hebben: 3 en leg uit
- hoeveel % ouders manipuleerd medicijnen toediening en waarom (2) en hoe doen ze dit (4) en waarom is dit eigenlijk niet wenselijk (2)
Toedieningsvorm: verschilt per leeftijd: suspensie, capsules, tabletten, zetpillen, lokaal, inhalatie, injectie en infuus
tabletten pas > 6-7jr
Rectaal via zetpil: absorptie door hemorroïdale venen–> direct opname in bloedbaan en dus geen first-uptake nadelen: incomplete en wisselende resorptie en verlies via feces
Aandacht voor:
- Smaak: vaak zijn meds bitter ne nasmaak, geur en textuur invloed op kids
- Hulpstoffen: o.a. conservering, oplosmiddelen (vaak alcoholen), kleurstoffen, stabilisatoren, smaakstoffen, antioxidantia en geurstoffen
Vaak zijn deze extra stofjes (zoals sinaspril) onwenselijk maar kan niet anders om het een drankje te maken
- Beschikbaarheid: kids vaak niet in wetenschappelijk onderzoek (ethisch)–> vaak geen registratie en onderzoek voor kids <12jr
30% (ouders) chronische kids manipuleert meds voor toediening–> intake of dosis makkelijker
Dit kan met breken tabletten, fijnmalen, mengen met eten of vloeistoffen
Maar kan ook averechts werken en een correcte toediening verhinderen
www.kinderformularium.nl