Complexe overerving in de praktijk Flashcards

1
Q

Definitie a priori risico

A

Dit is iets anders dan een reeel risico waarbij je ook rekening houdt met op welke leeftijd iemand ziek werd bijvoorbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leber opticus atrofie
-wat is het
-welke leeftijd ontstaan
-symptomen
-hoe overerven

A

–> degeneratie n. opticus

Er zijn 3 plekke waar je mutaties in kan hebben van je mitochondriele dna om deze aandoening te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt mito overerving

A

Dit kan je alleen van je moeder krijgen, omdat er wel mitochondrien zitten in de eicel. Niet in de zaadcel, daar zitten ze in de staart en die valt er af bij bevruchting.

Je hebt dus hetzelfde mitochondriele dna als je moeder en weer de moeder daarvan enzovoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Homo- en heteroplasmie

A

De verdeling van de gemuteerde mito’s bij celdeling. Als je toevallig geen gemuteerde mito’s erft, dan kan je niet ziek worden toevallig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2 soorten mitochondriele overerving

A

-mitochondrieel
-kerngecodeerd overervend—> mito’s worden grotendeels gemaakt door eiwitten die van de kern de cel komen. Daardoor kan een fout in een mito komen door een fout in de kern van een cel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

-In welke organen komen mito ziekten voor
-leeftijd van optreden kerngecodeerd en mitochondrieel gecodeerd
-waarom is counselen van mito ziekten moeilijk

A

Mito overerving is moeilijk te counselen door heteroplasmie. Hierdoor kun je bloed afnemen, maar in het doelwit orgaan kunnen andere mito’s zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt imprinting

A

Imprinting= methylering op genen. Als dit zo is dan staan deze genen uit.
Van elk gen heb je 2 allelen, 1 van vader en 1 van moeder. Als het allel van vader een geimprint allel is dan staat die uit. Als moeder dan toevallig op dat allel heeft, dan komt deze mutatie tot uiting en dan wordt je ziek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
  1. 50% kans, omdat moeder fragiele x heeft
  2. Krijgt het van vader, bij vader–> kind kan het niet expanderen en vader is niet aangedaan dus heeft hooguit een premutatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Constitutionele mozaiek

A

Als 1 van de blastomeren (8 cellig stadium van zygote) een mutatie heeft. –> door je hele lichaam zitten gemuteerde cellen, als dit percentage laag genoeg is–> geen klachten. In weefsels kan het ook verschillend verdeeld zijn, hierdoor kan je geen mutatie vinden met bloedprikken. Daarom vaak ook huidbiopt nemen bij verdenking hiervan. Hierdoor kan moeder geen klachten hebben van muta en kind heel veel als gemuteerde cellen in het verkeerde orgaan terecht komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Somatische mozaïek

A

Dit ontstaat pas na de geboorte. Slechts een aantal cellen in het lichaam is afwijkend, bv bij tumor. Geen risico’s voor het nageslacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kiemcelmutatie

A

Hierbij is de stamcel van 1 van de ei of stamcellen gemuteerd, daardoor is er een afwijkende populatie van kiemcellen. Bij de drager van deze mutatie is in het lichaam niks te vinden. Maar er is wel een risico voor 1/meer aangedane kinderen.

Bij kind kan je hierdoor denken aan een de novo mutatie, omdat je bij vader en moeder allebei geen mutaties kan vinden.

kiemcelmutaties komen vnl voor bij vrouwen in embryonale fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mogelijke overervingspatronen waarbij ouders beide niet aangedaan zijn (7)

A

x-linked recessief kan nog als kind een jongen is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Meest waarschijnlijke overerving patroon als dochter autosomaal dominante aandoening heeft bij niet aangedane ouders

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Meest waarschijnlijke overervingspatroon bij dochter met mutatie in gen A en vader die hier geen mutatie in heeft

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Overerving Duchenne

A

14% is kiemce mozaicisme. De kans dat het volgende aangedane kind het dan krijgt is 7%, omdat er de helft kans is op een meisje

Verder komen er ook de novo mutaties voor bij deze ziektes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly