Operations Management (OM) Flashcards
Logistiek definitie Cambridge Dictionary
OM = control of activities involved in producing goods and providing services, and the study of the best way to do this.
Verschil productielogstiek en (health) service logistiek
PL:
- klant is niet aanwezig
- dingen op voorraad produceren van hetzelfde type
- eindproduct voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen
(health) SL:
- klant/patiënt is aanwezig
- steeds met een individuele klant/patiënt te maken
- gaat niet alleen om het eindproduct, maar het hele proces moet voldoen aan zekere kwaliteitseisen
- je kunt niet op voorraad produceren, je kunt pas beginnen op het moment dat de klant zich aanbied
Klantwaarde –> patiënt staat centraal
- patiënt heeft met veel aspecten van de zorgverlening te maken
- -> het is dus belangrijk dat al deze processen, mensen en afdelingen goed op elkaar zijn afgestemd, want deze leveren samen het serviceproces
processen
reeks bewerkingen die moeten worden uitgevoerd om een bepaalde service te produceren voor een specifieke groep patiënten
bijv. chirurgische processen (deze worden dan weer onderverdeeld in; kniepatiënten, heuppatiënten, longpatiënten etc.) of bijvoorbeeld interne geneeskunde (MDL-patiënten, nierpatiënten)
afdelingen (units)
een afdeling in een (zorg) organisatie die hetzelfde type activiteiten uitvoert –> processen maken gebruik van verschillenden afdelingen/units
bijv. polikliniek, radiologie, OK-complex, verpleegafdeling, IC-afdeling
netwerk
= combinatie van afdelingen/units en processen
4 aspecten van OM afdelingen
- vraag
- planning en scheduling
- prestatie meting
- capaciteit van resources
capaciteit van resources
= constellatie van resources, capaciteit kan pas functioneren als alle resources beschikbaar zijn
- accommodatie (ruimte die je nodig hebt)
- equipment (apparatuur die we nodig hebben)
- personeel (personeel dat nodig is)
- specialist-tijd (wordt apart gezien van de rest van het personeel)
karakteristieken van resources
- gedeelde of niet-gedeelde
- leidende en volgende resources
- bottleneck resource
- continue en - niet continue resources
gedeelde of niet gedeelde resources
Gedeelde: worden gebruikt door meerdere verschillende patiëntengroepen ((bijv. bed verpleegafdeling, polikliniek)
Niet-gedeelde: is specifiek beschikbaar voor 1 patiëntengroep, in 1 patiëntenzorgproces (bijv. diabetes verpleegkundige)
specialist tijd als gedeelde resource
specialist wordt niet alleen gedeeld door verschillende patiëntengroepen, maar ook door verschillende afdelingen (ene dag SEH, OK, polikliniek)
Leidende en volgende resources
Leidende: bepalen grotendeels hun eigen planning
Volgende: planning wordt hier dan op aangepast
bijv. mensen die van de OK afkomen en een bed nodig hebben op de verpleegafdeling
bottleneck resources
knelpunt dat er voor zorgt dat het proces niet direct kan doorlopen –> wachttijden treden hierdoor op en er kunnen zelfs her-planningen plaatsvinden
zowel leidende als volgende kunnen een bottleneck zijn
continue of niet-continue
continue: zijn capaciteiten die 24/7 beschikbaar zijn
niet-continue: zijn meestal op werkdagen beschikbaar
er zijn ook capaciteiten die ertussen zitten. Zoals diagnostische faciliteiten en OK. Deel is op afspraak en een deel is voor spoed.
Type van resources
- potentiele capaciteit (52 weken, 7 dagen, 24 uur)
- beschikbare capaciteit (50 weken, 5 dagen, 8 uur)
(niet beschikbare capaciteit) - bruikbare capaciteit (50 weken, 4,5 dagen, 8 uur); bv. door onderhoudt niet altijd beschikbaar
(niet bruikbare capaciteit) - gebruikte capaciteit
(niet -gebruikte capaciteit; idle capacity) - productieve capaciteit;
–> set-up capaciteit (tijd die je gebruikt om patiënt klaar te maken voor scan)
–> werkelijk gebruikte capaciteit (tijd dat de scan wordt gemaakt)
vraag (welke patiëntengroepen kun je verwachten op je afdeling?)
- homogene groep (polikliniek) of grote variatie (SEH)
- spoed of electief (gepland)? of semi-spoed?
- alleen overdag of ook ‘s nachts
- afhankelijkheid van andere afdelingen?
Kenmerken van patiëntengroep
- planbaarheid
- aankomsttijd
Planning and scheduling
- strategische planning
- tactische planning
- operationele planning
strategische planning
juiste resources en voldoende capaciteit (juiste apparatuur en voldoende mensen en ruimte –> lange termijn)
tactische planning
resource allocation –> verdeling capaciteit over afdelingen, specialisme, patiëntengroepen (denken een aantal maanden vooruit)
Operationele planning
resource scheduling –> toewijzing capaciteit aan patiënten (planning van dag tot dag)
Verschillende resource scheduling systemen
- afspraaksysteem
- wachtlijstsysteem
- inloopsysteem
afspraaksysteem
patiënt belt voor een afspraak of wordt verwezen door de huisarts of ander specialisme en krijgt een afspraak op een bepaalde dag en tijd toegewezen
wachtlijstsysteem
de patiënt krijgt hier niet gelijk een datum en een tijd mee en wordt op een wachtlijst geplaatst (bv. voor operatieplanning)