AVV blok 3 Flashcards
Cel absoluut maken (niet laten meebewegen)
F4 (dollar tekens)
Filter selecteren
titels van de rijen die je wilt filteren selecteren –> rechts bovenin naar sorteren en filter –> filter
Optellen
= SOM
Gemiddelde
= GEMIDDELDE
Maximum
= MAX
Minimum
= MIN
Tekst samenvoegen (bijv. januari en 2020 bij elkaar)
= B1&D1 –>januari2020
Tekst samenvoegen met een spatie erbij (bijv. jan. en 2020)
= B1&” “&D1 –> januari 2020
Voorwaarden opgeven (bijv. bruto winst hoger dan 0)
= ALS(G3>0;”ja”;”nee”)
2 ALS formules in 1 (omzet tussen 50 en 100)
= EN formule (geeft dan zelf aan ‘waar’ of ‘onwaar’ als de cel wel/niet voldoet aan de voorwaarden –> EN(E3>49;E3<101)
Berekenen minimum, 1e kwartiel, mediaan, 3e kwartiel, maximum:
kwartiel.inc (kies je een van de opties)
Berekenen range
= max - min
Inclusieve medium
rechtermuisnop, format data settings, inclusieve medium
Interquartile range (IQR)
verschil tussen Q1 en Q3, dus Q3-Q1
‘outlier’ vinden
- moet groter zijn dan = IQR * 1,5 en dit tel je op bij Q3
- moet kleiner zijn dan = IQR * 1,5, afgetrokken van Q1
Waarom gebruik je een paretodiagram?
Om inzicht te krijgen in knelpunten en welke het meeste voorkomen
Maken van een paretodiagram (4 stappen)
- Lijst met alle voorkomende redenen maken (grote lijst kopiëren en dan remove duplicants)
- Tellen hoe vaak elke rede voorkomt in de grote lijst (countif/aantal.als en range absoluut maken)
- Zet de tabel om in een frequentiediagram (deze is alleen niet in de volgorde van meest vaak naar minst vaak)
- Omzetten naar paretodiagram (data selecteren –> data sorteren –> op frequentie sorteren –> van groot naar klein)
Scatterplot
= relatie tussen 2 verschillende variabele (bijv. leeftijd en ontslagvertraging)
verschillende verbanden
Sterk positief = diagonale lijn naar boven met stipjes dicht bij elkaar
Zwak Positief = diagonale lijn naar boven, stipjes meer verspreid
Sterk negatief= diagonale lijn naar beneden met stipjes dicht bij elkaar
Zwak negatief = diagonale lijn naar beneden, stipjes meer verspreid
Correlatie scatterplot:
Rxy =1 (perfecte correlatie)
Rxy = -1 (negatieve correlatie)
Rxy = 0 (geen verband)
Rxy= 0,6 (geen perfect verband, maar wel een verband)
Sterkte van het verband scatterplot
sterk = 0,81-1 gematigd = 0,61-0,8 zwak = 0,41-0,6 zeer zwak = 0,21-0,4 geen verband = 0-0,20
Runchart
- bijhouden van 1 prestatie indicator (bijv. gemiddelde wachttijd röntgen) en dat houdt je een bepaalde tijd bij (bijv. een maand of een week of dag)
- -> je kunt dan zien of er trends zijn en of er problemen voordoen
x-diagram
run chart van gemiddelden
r-diagram
run chart van range