deeltoets 1 Flashcards
premies
besteding staat vooraf vast
belasting
besteding wordt achteraf bepaald
zorgquote
de grootte van het aandeel van de zorguitgaven tov het bbp -> zorguitgaven als % van het bbp
oorzaken stijgende zorguitgaven
- demografie (vergrijzing) -> beperkte oorzaak
- stijging welvaart
- technologie
oorzaken stijging zorguitgaven: vraagzijde
- aandeel ouderen stijgt (vergrijzing en stijgende levensverwachting)
- meer chronische ziekten
- voortschrijdede medicalisering
- consumenten stellen hogere eisen
- meer welvaart leidt tot meer vraag naar zorg
- prijsongevoelige vraag door grotendeels collectieve financiering
oorzaken stijging zorguitgaven: aanbodzijde
- voortgang medische wetenschap en techniek
- informatievoorsprong zorgaanbieders, kan tot aanbod geïnduceerd vraag leiden
- machtspositie zorgaanbieders bij tarief onderhandeling
- Kostenziekte van Baumol (productiviteitsontwikkeling in de zorg lager dan in andere sectoren)
kostenziekte van Baumol
arbeidsproductiviteit in de zorg neemt minder snel toe dan in de marktsector
- > lonen lopen wel in de pas met de lonen in andere sectoren
- > zorg wordt dan dus verhoudingsgewijs steeds duurder
kanttekeningen kostenziekte van Baumol
- productiviteit in de zorg is lastig te meten
- geen rekening gehouden met kwaliteitsverbeteringen
budgettering
uitgavenpatroon aanpassen aan inkomsten
uitgavenbeheersing: directe beleidsopties
- minder collectieve zorg
- meer private financiering
uitgavenbeheersing: indirecte beleidsopties
- gereguleerde concurrentie
- innovatieve bekostigingsmethode (pay for performance)
- hoofdlijnenakkoorden (vrijwillige afspraken tussen overheid en zorgpartijen)
alternatief aanwendbaar
voor meerdere doelen bruikbaar, maar voor 1 doel tegelijk inzetbaar
opportuniteitskosten
gemiste opbrengsten van het best gekozen alternatief
Baten < Kosten of Baten > Kosten
B= betalingsbereidheid
K = expliciete kosten + opportuniteitskosten
kapitaal
hulpbronnen
wat zijn de 4 hulpbronnen die ongelijk verdeeld kunnen zijn
- persoons kapitaal
- economisch kapitaal
- cultureel kapitaal
- sociaal kapitaal
vrije marktwerking
omvang en samenstelling van de productie zijn afhankelijk van de beslissingen van individuele consumenten en producenten
wat zijn de 4 voorwaarden voor perfecte marktwerking?
1- homogene producten
2- aanbieders zijn prijsnemers
3- vrije toe- en uittreding
4- aanbieder en vragers beschikken over perfecte informatie
2 belangrijkste oorzaken marktfalen
1- machtspositief
2- informatieproblemen
marktfalen zijn een gevaar voor 3 publieke belangen, wat zijn deze?
1- toegankelijkheid
2- kwaliteit
3- betaalbaarheid
consumptiegoed
kosten en baten vallen op hetzelfde tijdstip -> T=0
Je hebt dus direct ‘baat’ bij het consumeren van dit goed.
investeringsgoederen
Je betaalt de koste gelijk, de baten van de aankoop zijn op de lange termijn.
kosten op moment T=0, baten zijn later T=1
-> resulteert in een lagere betalingsbereidheid
nudging
vrijblijvende ‘duwtjes’ in de goede richting.
en hiermee mensen beïnvloeden goed/gezond gedrag te vertonen
principaal
relatief slecht geïnformeerde partij
agent
relatief goed geïnformeerde partij