Nier en urogenitaal Flashcards

1
Q

Perorale kaliumpreparaten: activa, indicatie

A

activa:
- Kaliumchloride
- Kaliumgluconaat

indicaties:
- Preventie en behandeling van kaliumdepletie veroorzaakt door toegenomen verlies of door verminderde toevoer
- Hypokaliëmie met alkalose: preparaten op basis van kaliumchloride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belangrijke waardes van hypokaliëmie

A

mild: <3,5 mmol/L
ernstig: <2,5 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Klachten bij hypokeliemie

A

hartritmestoornissen, spierzwakte, krampen, spierpijn en buikklachten (obstipatie, misselijkheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Perorale kaliumpreparaten: CI, ongewenste effecten, interacties, bijzondere voorzorgen

A

Contra-indicaties
- Ernstige nierinsufficiëntie
- Gelijktijdige toediening van kaliumsparende diuretica

Ongewenste effecten:
- Hyperkaliëmie met risico van levensbedreigende hartritmestoornissen
- Gastro-intestinale stoornissen (frequent).

Interacties:
Verhoogd risico van hyperkaliëmie bij gelijktijdige toediening van andere middelen die hyperkaliëmie geven,
o.a. NSAID’s, heparines, ACE-inhibitoren, sartanen, trimethoprim.

Bijzondere voorzorgen:
Bij nierinsufficiëntie is er risico van hyperkaliëmie; voorzichtig bij ouderen owv gedaalde nierfunctie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardes voor hyperkaliëmie

A

milde hyperkaliëmie: > 5,5 mmol/L
Ernstige hyperkaliëmie: > 6,6 mmol/L

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Effecten van hyperkaliëmie

A

mild: kan leiden tot ernstige cardiale problemen en neuromusculaire problemen

Ernstig: een levensbedreigende situatie en vereist een dringende aanpak in hospitaalmilieu onder cardiale monitoring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke gm kunnen hyperkaliemie veroorzaken?

A

ACE-inhibitoren
sartanen
kaliumsparende diuretica kaliumsupplementen
heparines
NSAID’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke gm gebruiken bij hyperkaliemie?

A

Chelatoren (kayexalate Ca/Na)
kationenwisselaars (Zirkoniumcyclosilicaat, patiromer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat weet je over kationwisselaars?

A

Zirkoniumcyclosilicaat (Lokelma ®)
Patiromer (Veltassa®)
- wordt niet geresorbeerd
- bevat calcium-sorbitolcomplex, waarbij kalium uitgewisseld wordt tegen een gedeelte van het calcium
- verhoogt de fecale excretie van kalium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kationwisselaars: indicatie, CI, ongewenste effecten

A

Indicaties: Hyperkaliëmie, vooral bij nierinsufficiëntie.

Contra-indicaties:
- Polystyreensulfonaat, calcium en natrium: obstructief darmlijden; pasgeborenen met verminderde darmmotiliteit
- Polystyreensulfonaat, calcium: ook hyperparathyreoïdie; multipel myeloom; sarcoïdose; gemetastaseerd carcinoom.

Ongewenste effecten:
- Zirkoniumcyclosilicaat: risico van hypokaliëmie, oedeem.
- Polystyreensulfonaat, calcium: risico van hypercalciëmie, gastro-intestinale stoornissen (mogelijks ernstig)
- Polystyreensulfonaat, natrium: risico van hypernatriëmie, gastro-intestinale stoornissen (mogelijks ernstig)
- Patiromer: gastro-intestinale stoornissen en hypomagnesiëmie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vasopressine analogen werkingsmechanisme

A

Hormoon vrijgesteld uit neurohypofyse Interactie met V1-receptoren op vasculaire gladde-spiercellen (fosfatidylinositol)
-> stijging intracellulair Ca2+ -> contractie (vasoconstrictie)

Interactie met V2-receptoren op basale membraan van tubulaire cellen in distale tubuli en ducti colligentes
-> stijging permeabiliteit voor water aan apicale zijde (door verhoging van het aantal “aquaporines”– waterkanalen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vasopressine-analogen effect

A

Vasoconstrictie en bloeddrukstijging via V1-receptoren
Waterresorptie via V2-receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geef een synthetische polypeptiden analogen van vasopressine

A

desmopressine, terlipressine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Indicatie vasopressine analogen

A

Desmopressine
- Diabetes insipidus van centrale oorsprong
- Enuresis nocturna bij kinderen ouder dan 7 - 8 jaar, na uitsluiten van organische afwijkingen.
- Lichte vormen van hemofilie A, ziekte van von Willebrand of plaatjesdisfunctie, en preventie en controle van bloedingen, bv. bij chirurgische of tandheelkundige ingreep.
- Nycturie door idiopatische nachtelijke polyurie bij de volwassene.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vasopressine analogen ongewenste effecten

A

Hoofdpijn, duizeligheid, gastro-intestinale symptomen.

Hemodilutie en hyponatriëmie (met convulsies), vooral bij hoge doses en bij nasale toediening.
=> Nasale toediening is gecontra-indiceerd bij enuresis nocturna vanwege het verhoogde risico van waterretentie en hyponatriëmie in vergelijking met de orale toediening

Terlipressine: ook QT-verlenging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke geneesmiddelen worden gebruikt bij jicht?

A

Colchicine
Xanthine-oxidase-inhibitor
Uricosurica
Rasburicase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe behandel je een jichtaanval?

A

Het is belangrijk de behandeling van de aanval zo vroeg mogelijk te starten.
- NSAID’s zijn waarschijnlijk de behandeling met de beste risico-batenverhouding.
- Colchicine is ook doeltreffend maar werkt traag en wordt soms slecht verdragen; nauwe therapeutisch- toxische marge.
-Prednisolon of methylprednisolon is een alternatief, zeker bij ernstige of refractaire vormen en bij contra-indicaties voor of slecht verdragen van NSAID’s of colchicine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Colchicine: werkingsmechanisme en effecten

A

Werkingsmechanisme:
Binding aan microtubulair proteïne (tubuline) depolimerisatie van microtubules
-> gestoorde motiliteit van granulocyten met verminderde infiltratie in de inflammatoire zone (remming inflamatoir proces)
-> verminderde aanwezigheid van pro-inflammatoire enzymes
Inhibitie van de productie en het vrijkomen van een chemotactische factor, die wordt gevormd gedurende de fagocytose van uraatkristallen door leukocyten.

Colchicine gaat inwerken op verschillende niveaus om de inflamatie te blokkeren, tubuline, inflamasoom, secretie en reacties van IL
Weten antiinflamatoir op verschillende niveaus

Effecten:
- Relatief selectief anti-inflammatoir effect bij jicht
- Interferentie met celdeling door verstoring van de vorming van de spoelfiguur
- Colchicine vermindert de inflammatie veroorzaakt door de vorming van urinezuurkristallen in de gewrichten; op zich geen analgetisch effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Colchicine indicatie

A

Acute jichtaanval (enkele dagen) → zo snel mogelijk starten
Preventie van jichtaanval bij het begin van een urinezuurverlagende behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Colchicine: ongewenste effecten en CI

A

Ongewenste effecten: Nausea en diarree (vaak), meer zelden braken.

Contra-indicaties: Ernstige nierinsufficiëntie; ernstige leverinsufficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat doe je ter preventie van jichtaanvallen?

A

Xanthine-oxidase-inhibitoren
- Allopurinol
- Febuxostat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Allopurinol werkingsmechanisme

A

Hypoxanthine-analoog dat interfereert met de synthese van urinezuur

Competitieve inhibitie van xanthine-oxidase; allopurinol is zelf een substraat voor dit enzym, en het gevormd product alloxanthine inhibeert ook het xanthine-oxidase op niet-competitieve wijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Allopurinol effecten

A

Vermindering van concentratie van urinezuur in plasma en weefsels met terug in oplossing gaan van neergeslagen uraatkristallen (tophi in gewrichten, nierstenen)

24
Q

Allopurinol indicaties

A
  • Behandeling en preventie van acute hyperuricemie bij de start van chemotherapie bij patiënten met hematologische maligniteiten of bij polycythemie
  • Onderhoudstherapie van jicht, o.a. gecompliceerd met nierstenen
  • Niet bij acute aanval want kan aanval verergeren; het kan ook zelf aanvallen uitlokken
25
Q

Allopurinol ongewenste effecten

A

Acute jichtaanvallen bij het begin van de behandeling, indien de behandeling gestart wordt zonder NSAID, colchicine of corticosteroïd, of indien een te hoge dosis werd toegediend: met allopurinol, maar vooral met febuxostat => Een behandeling met allopurinol of febuxostat wordt best niet gestart tijdens een jichtaanval.

Nausea, diarree; leverfunctiestoornissen.
Huiduitslag, soms zelfs zeldzame ernstige overgevoeligheidsreacties waaronder syndroom van Stevens-Johnson, syndroom van Lyell, en DRESS-syndroom

Beenmergdepressie
Febuxostat: ook frequent hoofdpijn, oedeem, galblaasstenen. Cardiale oversterfte tov allopurinoltherapie

26
Q

geef een uricosurica, geef ook het werkingsmechanisme

A

probenecid

Werkingsmechanisme: Het remt de terugresorptie van urinezuur in de proximale niertubuli door remming van voornamelijk uraattransporter 1 (URAT1). Dit verhoogt de uitscheiding van urinezuur met de urine en verlaagt zo de serumurinezuurspiegel.

27
Q

geef de effecten, indicaties en contraindicaties van uricosurica

A

Effecten
- Verhoging van de urinaire uitscheiding van urinezuur met daling van de uricemie - Probenecid remt de tubulaire secretie van organische zuren zoals penicillines

Indicaties
- Preventie van jichtaanvallen, in associatie met xanthine-oxidase-inhibitor (niet bij nierstenen of nierinsufficiëntie)
- Niet bij acute jichtaanval (kunnen aanval verergeren; kunnen zelfs aanvallen uitlokken)

Contra-indicatie: ernstige nierinsufficiëntie.

28
Q

Ongewenste effecten van uricosurica

A

Hoofdpijn

Renale toxiciteit: reversibele stijging van de creatininemie, nefrolithiasis, acute nierinsufficiëntie, nefrotisch syndroom.

Nausea, braken, vertigo, alopecie, warmte-opwellingen, anorexie, pijnlijk tandvlees, overgevoeligheidsreacties en zelden anafylaxis, syndroom van Stevens-Johnson, leukopenie, aplastische anemie, levernecrose.

29
Q

Wat is rasburicase? geef ook een ongewenst effect

A

= een recombinant uraatoxidase dat de afbraak van urinezuur katalyseert

Bij de start van chemotherapie bij patiënten met hematologische maligniteiten worden allopurinol, febuxostat of rasburicase gebruikt voor de preventie en behandeling van acute hyperuricemie.

Ongewenste effecten: Soms ernstige allergische reacties.

30
Q

Niet medicamenteuze behandeling van een overactieve blaas

A

blaastraining

31
Q

anticholinergica gebruikt bij overactieve blaas, ook werkingsmechanisme en effecten geven

A

Activa:
Tolterodine
Oxybutynine
Fesoterodine

werkingsmechanisme: Competitief antagonisme van muscarinereceptoren en direct relaxerend effect op gladde spiercellen

effecten: Relaxatie van gladde musculatuur van het urogenitale stelsel

32
Q

Indicaties bij anticholinergica

A

indicatie:
Blaaskrampen en instabiele blaas met frequente mictie (pollakisurie) en urgente mictiedrang met urineverlies (urge-incontinentie)

Ongewenste effecten:
Perifere en centrale anticholinerge effecten
Zeker bij ouderen (risico van cognitieve stoornissen).
Met oraal oxybutynine bestaat er een groter risico van monddroogte dan met oxybutynine transdermaal of met de nieuwere anticholinergica.
Oxybutynine transdermaal: ook huidreacties.

33
Q

Mirabegron: werkingsmechanisme, effecten, indicaties, bijwerkingen

A

Werkingsmechanisme: β3–receptor agonist

Effecten: Relaxatie van gladde musculatuur van het urogenitale stelsel (geen evidentie superioriteit tov tolteridine)

Indicaties: Blaaskrampen en instabiele blaas met frequente mictie (pollakisurie) en urgente mictiedrang met urineverlies (urge-incontinentie)

Bijwerkingen: tachycardie, voorkamerfibrillatie, hypertensie, CVA

34
Q

Wat is inspanningsincontinentie? wat gebruik je ter behandeling?

A

= synoniem stressincontinentie
Bekkenbodemoefeningen zijn de basis van de aanpak, medicatie heeft geen belangrijke rol.

duloxetine

35
Q

Duloxetine: categorie, indicaties, CI, ongewenste effecten

A

Duloxetine is een noradrenaline- en serotonine-heropnameremmer, die ook gebruikt wordt als antidepressivum

Indicaties: Inspanningsincontinentie bij de vrouw (bij onvoldoende effect van niet-medicamenteuze maatregelen)

Contra-indicaties:
- Niet-gecontroleerde hypertensie.
- Gebruik samen met een MAO-inhibitor.
- Ernstige nierinsufficiëntie, leverinsufficiëntie

Ongewenste effecten: vooral misselijkheid, gedaalde eetlust en vermageren; ook obstipatie, monddroogte, slaperigheid, suïcidaliteit, hoofdpijn, bloedingen; dervingsverschijnselen bij plots stoppen van behandeling

36
Q

Wat is blaasatonie? Wat kun je grebruiken tegen behandeling?

A

= synoniem neurogene blaas
= onvoldoende samentrekking van de detrusor-spieren, meestal als gevolg van een neurologische ziekte of letsel.

=> Overflow incontinentie

Bethanechol

37
Q

Wat is Bethanechol? Geef eveneens indicatie, CI en ongewenste effecten

A

= een parasympathicomimeticum, is een quaternair ammoniumderivaat van acetylcholine.

Indicatie
Blaasatonie (neurologisch, diabetes mellitus, MS, …)

Contra-indicaties
Urogenitale of gastro-intestinale obstructie, astma.

Ongewenste effecten
Cholinerge stimulatie (nausea, braken, zweten, speekselvloed, onwillekeurige mictie of defecatie, bronchospasme, bradycardie, hypotensie).

38
Q

Welke GM gebruik je bij mictieklachten?

A

Alfa1-blokkers
5-alfa-reductase-inhibitoren
Combinatiepreparaten
Middelen op basis van planten

39
Q

Geef vb van alfa 1 blokkers

A

Alfuzosine
Silodosine
Tamsulosine
Terazosine

40
Q

Alfa 1 blokkers: effect, indicatie, ongewenste effecten

A

effect: Alfa1-blokkers hebben een relaxerend effect op de gladde spiercellen ter hoogte van de prostatische urethra en de blaashals, maar ook ter hoogte van de bloedvaten

Indicatie:
- Benigne prostaathypertrofie
- Terazosine: ook hypertensie
Alfa-blokkers worden soms off-label gebruikt bij niersteenkolieken om steenlozing te versnellen.

ongewenste effecte:
- Orthostatische hypotensie en duizeligheid, vooral bij ouderen en bij associatie met andere antihypertensiva
- Moeheid en sedatie, hoofdpijn.
- Ejaculatiestoornissen

41
Q

5 alfa reductase inhibitoren activa en werkingsmechanisme

A

finasteride
dutasteride

Werkingsmechanisme:
Inhibitie van 5 alfa -reductase (enkel van type 1 door finasteride, van beide isoenzymen met dutasteride)

42
Q

5 alfa reductase inhibitoren: effecten, bijwerkingen, indicatie

A

Effecten
- Gedaalde vorming van dihydrotestosteron (= verantwoordelijk voor het toegenomen prostaatvolume): daling van dihydrotestosteron in bloed en weefsels (o.a. prostaat)
- Regressie van prostaatvolume

Bijwerkingen
- sexuele stoornissen: daling erectiele functie, daling libido, daling ejaculatievolume
- teratogeen: condoomgebruik aangeraden bij sex met vrouw die kan zwanger worden

Indicatie
- Benigne prostaathypertrofie
- Significante verbetering van de prostatismeklachten treedt pas op na maanden: evaluatie pas na 6 maand

43
Q

Combinatiepreparaten mictieklachten

A

Combinaties van α1-blokkers en 5α-reductase-inhibitoren
- dutasteride met tamsulosine
- Solifenacine met tamsulosine

44
Q

Welke gm worden gebruikt bij erectiestoornissen?

A

fosfodiësterase type 5-inhibitoren
Yohimbine
Alprostadil

45
Q

fosfodiësterase type 5-inhibitoren: activa en werkingsmechanisme

A

activa:
Avanafil
Sildenafil
Tadalafil
Vardenafil

werkingsmechanisme:
- Inhibitie cGMP-specifieke fosfodiesterase type 5 (PDE-5)
- Hierdoor inhibitie afbraak van cGMP oa. in in corpora cavernosa
-> effect van NO, fysiologische mediator van de erectie via de vorming van cGMP, wordt versterkt
- cGMP veroorzaakt een verslapping van de gladde spieren in het corpus cavernosum, waardoor dit zich kan vullen met bloed.

46
Q

Niet-medicamenteuze behandeling erectiestoornissen

A

Niet-medicamenteuze maatregelen zoals rookstop, gewichtsverlies bij obesitas, beperking van het alcoholgebruik en lichaamsbeweging hebben een positief effect op erectiestoornissen.

In geval van erectiestoornissen van voornamelijk psychogene oorsprong hebben uitleg en advisering en zo nodig doorverwijzing naar een seksuoloog de voorkeur

47
Q

fosfodiësterase type 5-inhibitoren: effecten, indicaties

A

Effecten
Bij sexuele prikkeling wordt de relaxatie van de arteriën en de corpora cavernosa in de penis versterkt (toegenomen bloedtoevoer : sterkere zwelling van de corpora cavernosa en samendrukken van de veneuze afvoer  versterking van de erectie (geen effect als geen seksuele stimulatie)

Indicaties
Erectiestoornissen
Tadalafil 5 mg: ook benigne prostaathypertrofie
Sildenafil en tadalafil: ook arteriële pulmonale hypertensie

48
Q

fosfodiësterase type 5-inhibitoren: CI

A

Gebruik samen met nitraten, molsidomine, α1-blokkers of riociguat (risico van ernstige hypotensie).
Hypotensie (< 90 mmHg systolisch), instabiele angor, recent cerebrovasculair accident of myocardinfarct.
Ischemische optische neuropathie.
Sikkelcelanemie.
Avanafil: ook ernstige nierinsufficiëntie.
Avanafil, sildenafil, vardenafil: ook ernstige leverinsufficiëntie

49
Q

fosfodiësterase type 5-inhibitoren: ongewenste effecten en interacties

A

Ongewenste effecten
- Hoofdpijn, warmte-opwellingen, dyspepsie, nausea.
- Hypotensie, duizeligheid; zelden cerebrovasculair accident, TIA en myocardinfarct.
- Tijdelijke visusstoornissen; gevallen van ischemische optische neuropathie zijn gerapporteerd. Priapisme (vooral bij anatomische afwijkingen van de penis of bij sikkelcelanemie).
- Verergering van slaapapneu.

Interacties
- Ernstige hypotensie bij associëren met antihypertensiva, nitraten, molsidomine, α1-blokkers of riociguat; ook bij associëren van alcohol.
- Fosfodiësterase type 5-inhibitoren zijn substraten van CYP3A4

50
Q

Thiazide: aangrijpingspunt, waarvoor gebruik je het en hoe werkt het? Wat zijn de effecten, indicaties en nevenwerkingen? 2 voorbeelden

A

Vb. Hydrochloorthiazide (in veel vaste associaties), chloortalidon, indapamide

Werkingsmechanisme:
inhiberen de elektroneutrale apicale Na+/Cl- co-transporter in pars contorta van de distale tubulus => hoger Na+ aanbod aan ductus colligens -> toename K+ & Mg++ excretie en stimulatie tubulair transport (opname) van Ca++.
Chronische toediening verhoogt de perifere weerstand (vasodilatatie).

Effecten:
Relatief snel en langdurig matig-diuretisch/natriuretisch effect, met daling circulerend volume -> daling hartdebiet -> daling BD (initieel reflex stijging perifere weerstand, chronisch terug daling perifere weerstand).

Indicaties:
- Hypertensie: ↓ECV & ↓PR
- Oedeem
- Idiopathische hypercalciurie (profylaxie van calciumoxalaatlithiase)

Nevenwerkingen:
- Kaliumdepletie, gedaald Mg, verhoogd Ca, metabole alkalose
- Verslechtering nierfunctie bij bestaand NI
- Potentiestoornissen, zwaktegevoel
- Gedaalde glucosetolerantie
- Hyperuricemie (interferentie eliminatie)

Contra-indicaties:
- hypoK, hypoNa, hyperCa, jicht, ernstige NI
- CAVE: verminderd natriuretisch-diuretisch effect door NSAIDs

51
Q

Juist of fout:
- eerstelijnshypertensivum
- geeft hyperuricemie
- verhoogt calcinurie
- werkt op distale nefron
- kan glucosehomeostase verstoren

A
  • eerstelijnshypertensivum –> juist
  • geeft hyperuricemie –> juist
  • verhoogt calcinurie –> fout
  • werkt op distale nefron –> juist
  • kan glucosehomeostase verstoren–> juist
52
Q

Lisdiuretica: waar werken ze op in, wat zijn interacties, werkingsmechanisme, indicaties effecten en neveneffecten?

A

Vb. Furosemide, Torasemide, Bumetanide

Werkingsmechanisme:
Inhibitie Na-2Cl-K-co-transporter in stijgend deel lis van Henle => vergroting transtubulaire elektrische gradiënt -> gedaalde resorptie divalente ionen Ca en Mg. Verhoging nierdebiet + intrarenale redistributie nierdebiet.

Effecten:
- Uitgesproken natriuretisch/diuretisch effect
- Kortdurend
- Toename urinaire K, Ca en Mg excretie

Indicaties:
- Hypertensie (voorkeur thiaziden, tenzij NI)
- Oedeem
- Hartfalen
- Herstel diurese bij oligurische ANI
- Hypercalcemie
- Hyperkaliëmie
- Natrium/waterretentie bij premenstrueel syndroom/corticotherapie

Nevenwerkingen:
- Hypokaliëmie, metabole alkalose
- Hypovolemie
- Hyperuricemie, stoornissen koolhydraatmetabolisme
- Ototoxiciteit
- Versterking nefrotoxiciteit van cefalosporines, aminoglycosiden
- Verminderd natriuretisch-diuretisch effect door NSAIDs

53
Q

Kaliumsparende diuretica: werkingsmechanisme, indicaties, nevenwerkingen, interacties, CI en effecten?

A

amiloride, spironolacton, eplerenon

Werkingsmechanisme:
- Aangrijpingspunt: corticaal segment ductus colligens
- Amiloride + Triamtereen: blokkade aldosterongevoelige Na-kanalen => daling secretie K
- Spironolacton, Eplerenon: competitieve antagonist aldosteronreceptor => minder activatie Na+/K+-ATPase + daling absorptie Na en daling secretie K, H+

Effecten
- Zwak diuretisch effect
- Matige reductie K excretie (toch risico op hyperK+ bij ouderen, NI, associatie met ACE-I)

Indicaties:
- Samen met thiazide of lisdiuretica om K+-verlies te beperken
- Spironolacton:
i. Therapieresistente hypertensie
ii. Primair hyperaldosteronisme
iii. Secundair hyperaldosteronisme bij levercirrose met ascites
iv. Chronisch hartfalen

Nevenwerkingen:
- Hyperkaliëmie
- Spironolacton: gynaecomastie, potentiestoornissen, hirsutisme, onregelmatige menstruaties

Interacties:
- Spironolacton: verhoogde plasma concentratie bij digoxine & verminderd effect bij orale anticoagulantia
- Cave: concomitante toediening NSAID, ACE-I, AT1-receptorantagonisten -> risico hyper-K
- Niet associëren met K-supplementen
Contra-indicaties:
- Nierinsufficiëntie

54
Q

Chronische behandeling jicht?

A

Allopurinol en Febuxostat
Uricosurica

55
Q

Allopurinol en Febuxostat werkingsmechanisme, effecten en indicaties

A

Werkingsmechanisme:
= hypoxanthine-analoog: competitieve inhibitie xanthine-oxidase -> product = niet-competitieve inhibitor => verminderde synthese urinezuur.

Effecten
- Daling uricemie -> neergeslagen uraatkristallen gaan terug in oplossing

Indicaties (allopurinol > febuxostat):
- Onderhoudstherapie jicht
- Overdreven productie urinezuur bij polycythemie of therapie leukemie
- Niet bij acute jichtaanval!

56
Q

Uricosurica: probenecid: werkingsmechanisme, effecten en indicaties

A

Werkingsmechanisme:
- Inhibitie terugresorptie urinezuur proximale tubuli

Effecten:
- Verhoging urinaire excretie urinezuur met daling uricemie
- Probenecid remt ook de tubulaire secretie van andere organische zuren zoals penicillines

Indicaties:
- Onderhoudstherapie jicht
- Niet bij acute jichtaanval!

57
Q

Wat is het werkingsmechanisme van allopurinol?

A

Allopurinol is een hypoxanthine-analoog die interfereert met de synthese van urinezuur. Urinezuur wordt gesynthetiseerd uit hypoxanthine: Hypoxanthine -> Xanthine -> Urinezuur (beide reacties gekatalyseerd door het enzym Xanthine-oxidase).

Allopurinol wordt omgezet in alloxanthine door Xanthine-oxidase => competitieve inhibitie.
Alloxanthine zelf inhibeert het Xanthine-oxidase => niet-competitieve inhibitie.