les6 Flashcards
1
Q
gladiator
A
gladiator
2
Q
salutare
A
groeten
3
Q
alius
A
ander
4
Q
Alius … alius
A
de een … de ander
5
Q
Alii … alii
A
Sommigen … anderen
6
Q
petere
A
gaan naar, vragen, verlangen, aanvallen
7
Q
gladius
A
zwaard
8
Q
timor
A
angst, vrees
9
Q
Vacare + abl
A
vrij zijn van, niet hebben
10
Q
igitur
A
dus, daarom
11
Q
victoria
A
overwinning
12
Q
pugnare
A
vechten, strijden
13
Q
laborare
A
hard werken, zich inspannen
14
Q
sustinére
A
uithouden, verdragen, volhouden
15
Q
observare
A
in het oog houden, letten op, kijken naar