Les 9 Flashcards
Wat introduceerde Lacan in zijn oeuvre?
Meerdere modellen en formules om kernconcepten uit de psychoanalyse op een logisch-structurele manier te denken.
Kernconcepten omvatten drift, onbewuste, identificatie, en overdracht.
Wat betekent ‘niet-imaginaire’ in de context van Lacan’s werk?
Vermijden dat er al te sterk narratieve en inhoudelijk ingevulde ideeën centraal staan.
Wat legt Lacan de nadruk op in zijn modellen?
Patronen en verhoudingen door flexibele modellen te ontwikkelen.
Welke invloeden zijn zichtbaar in Lacan’s eerste schema’s?
Fysica, cybernetica en structuralisme van Claude Lévi-Strauss.
Hoe evolueerden Lacan’s modellen na verloop van tijd?
Ze werden sterker op de logica georiënteerd en meer mathematisch van aard.
Wat is het L-schema?
Een belangrijk model uit de jaren 1950 dat de symbolische plek van het onbewuste weergeeft en het eigene van de psychoanalytische overdracht denkt.
Wat is overdracht volgens Freud?
De karakteristieke relatie tussen psychoanalyticus/therapeut en analysant/patiënt.
Van wanneer tot wanneer hield Lacan een seminarie in Parijs?
Van 1950 tot 1980.
Wie waren de eerste deelnemers van Lacan’s seminarie?
Collega’s in besloten kring.
Wanneer werd Lacan’s onderwijs publiek toegankelijk?
Vanaf 1953-1954.
Wat gebeurde er met de bijeenkomsten van Lacan’s seminaries vanaf 1953-1954?
Ze werden getranscribeerd.
Geef het symmetrische schema van Lacan met de 4 elementen
Dit is een symmetrisch schema met 4 elementen:
- $, symbool voor het subject
- A, symbool voor de symbolische Ander
- a, symbool voor de imaginaire ander
- a’, symbool voor het ‘ik’/ego
Het schema is zo opgebouwd dat de 2 rechtse elementen verwijzen naar aspecten die men ontmoet in de sociale band, terwijl de 2 linkse elementen verwijzen naar wat er binnen de sociale band opduikt langs mijn kant. Verder omvat het schema ook het spanningsveld tussen het Imaginaire en het Symbolische. Lacan beeldt deze af als twee dimensies die elkaar doorkruisen maar desalniettemin haaks op elkaar staan.
Wat stelt Lacan in zijn artikel D’une question préliminaire à tout behandeling van de psychose?
Elke symptoomervaring confronteert ons met het Andere in onszelf.
Wat gebeurt er met iemand die lijdt aan klinische symptomen volgens Lacan?
Die persoon botst op een ervaringsgegeven dat het gevoel van zelfcontrole ondermijnt.
Hoe ervaart iemand met symptomen zijn of haar situatie?
Als een relatief machteloze toeschouwer die botst op het andere in zichzelf.
Waarom kan ik-gerelateerd denken niet neutraliseren wat vervelend en verwarrend is?
Omdat het niet in staat is om het andere in mezelf te neutraliseren.
Wat koppelt de ervaring van het andere in mezelf aan volgens Lacan?
De psychoanalyse aan het Andere dat tot uiting komt via het onbewuste weten.
Wat is een centrale hypothese van de psychoanalyse?
Het andere van het symptoom wijst op het Andere van het onbewuste.
Wat leren we kennen wanneer we contextueel en associatief spreken over symptomen?
Het onbewuste weten.
Hoe is het onbewuste volgens Lacan georganiseerd?
Talig georganiseerd: ‘L’inconscient est structuré comme un langage’.
Betekent het dat het onbewuste volledig samenvalt met het Symbolische?
Nee, er zijn ook imaginaire en reële componenten aan het onbewuste.
Wat heeft het onbewuste volgens Lacan?
Een symbolische structuur.
Wat kunnen we doen met manifestaties van het onbewuste?
Ze lezen volgens een betekenaarslogica.
Wat wordt er opzijgeschoven door ego-gerelateerde afweer?
De dimensie van ons functioneren.
Wat komt tot uiting via manifestaties van het onbewuste?
Het Andere dat betrekking heeft op mezelf.
Wat stelt Lacan over het onbewuste?
‘L’inconscient c’est le discours de l’Autre’.
Hoe lijkt het onbewuste volgens Lacan?
Als een soort automatisch denkproces.
Waar heeft het Cartesiaans denkende Ik geen controle over?
Over het onbewuste.
Wat gehoorzaamt het onbewuste niet volgens Lacan?
De logica van ‘je pense’.
Wat gehoorzaamt het onbewuste volgens Lacan?
Aan een logica van ‘ça pense’.
Wat impliceert zowel het symptoom als het onbewuste volgens Lacan?
Een zelf-referentiële bevraging van het subject.
Waar heeft de zelf-referentiële bevraging betrekking op?
De subjectieve waarheid.
Welke vragen stellen mensen vaak over hun symptomen?
- Wat zegt het symptoom over mij?
- Waarom duikt dat nu op in mijn leven?
- Is het een toeval dat ik precies daar last van heb?
Hoe worden vragen over symptomen geïnterpreteerd in het geval van psychotisch functioneren?
Als een verstoring die wordt veroorzaakt door een externe oorzaak.
Wat kenmerkt neurotisch functioneren?
De aanname dat men zelf zijn zaken niet goed op orde heeft.
Wat weerspiegelt het symptoom volgens de neurotische aanname?
De eigen interne worsteling.
Welke hypothese vertrekt de psychoanalyse van?
De zelf-referentiële bevraging die samenhangt met psychisch lijden.
Wat zijn de twee kernvragen rond de zelf-referentiële bevraging?
- Wie ben ik eigenlijk?
- Wat wil de ander eigenlijk?
Wat observeren we wanneer we associatief contextualiserend spreken over problemen?
Psychische afweer op het vlak van de twee kernvragen.
Wat verwijst Lacan met het symbool $ naar binnen het L-schema?
Het verdeeld subject, ‘in zijn onuitspreekbare en stomme existentie’.
Wat weet de mens over zijn bestaan volgens Lacan?
Dat hij is, maar niet wat of wie hij precies is.
Vul in: De existentievraag betreft de vraag ‘_______’.
Wie ben ik eigenlijk?
Vul in: De intentionaliteitsvraag betreft de vraag ‘_______’.
Wat wil de ander eigenlijk?
Wat zijn de vier thematische organisatievragen binnen de existentievragen volgens Lacan?
- Sexuering
- Seksualiteit en partnerrelaties
- Intergenerationeel functioneren
- Leven in het licht van de dood
Deze thema’s zijn belangrijk voor het begrijpen van de existentiële vragen die mensen stellen.
Wat betekent ‘Sexuering’ in de context van existentievragen?
‘Wat is dat: man zijn of vrouw zijn? Hoe doe je dat?’, ‘Ben ik man of vrouw?’
Dit verwijst naar de identiteitsvragen die mensen hebben over hun geslacht en rol in de samenleving.
Wat zijn enkele vragen over seksualiteit en partnerrelaties?
- ‘Hoe moet je liefdespartner zijn?’
- ‘Wat is een goede relatie?’
Deze vragen reflecteren de zorgen van individuen over hun romantische en seksuele relaties.
Wat houdt intergenerationeel functioneren in?
- ‘Hoe moet ik kind zijn in verhouding tot een ouder?’
- ‘Hoe moet ik ouder zijn voor een kind?’
Dit betreft de rol en de dynamiek tussen verschillende generaties binnen een gezin.
Wat is de vierde thematiek die Lacan noemt in relatie tot existentievragen?
Leven in het licht van de dood
Dit thema behandelt de bewustwording van de eindigheid van het leven en de impact daarvan op het individu.
Waarom is het besef van de dood belangrijk volgens Lacan?
Het versterkt de zorg over ons eigen leven
Het besef dat leven eindig is leidt tot existentiële vragen zoals ‘waarom leef ik?’ en ‘hoe leef ik best?’.
Vul de leegte in: ‘De mens kan zijn eigen dood en de dood van anderen als een _______ in de toekomst projecteren.’
[fictie]
Deze projectie van de dood helpt mensen om na te denken over hun leven en de keuzes die ze maken.
Waarover hebben mensen geen vragen volgens Lacan?
Onverschillige kwesties
Dit benadrukt dat existentiële vragen meestal diepgaand en betekenisvol zijn.
Wat confronteren de vragen waar elke mens mee worstelt?
Onze onbewuste waarheid en de beperking van taal
Deze vragen stellen ons ook bloot aan ons menselijke gebrek aan instinctieve kennis.
Wat zijn driftenimpulsen volgens de tekst?
Krachten die ons op bepaalde vlakken beroeren, zoals romantische liefde en ouderliefde
Ze zijn niet te vergelijken met instincten die ons leiden.
Wat blijft er over ondanks het gebruik van taal en gedachten?
Object a
Dit leidt tot angst en twijfel in verschillende levensgebieden.
Welke vragen ontstaan door de rest die object a vertegenwoordigt?
- Heb ik wel een goede relatie?
- Ben ik wel een geschikte partner?
- Ben ik wel een goede ouder?
- Betekent mijn leven wel iets in het licht van de dood?
Deze vragen kunnen verlangen opwekken en mensen aanzetten tot actie.
Hoe verandert Lacan zijn benadering van existentiële vragen in de jaren ‘70?
Hij ziet ze als punten van onmogelijkheid
Dit betekent dat er geen algemeen geldende wetmatigheden zijn die voor iedereen werken.
Wat is de rol van het Symbolische volgens Lacan in de jaren ‘70?
Het laat niet toe om een meta-standpunt in te nemen
Het biedt geen helikopterperspectief dat ons boven de problemen verheft.
Wat zijn taaluitingen en de oplossingen voor vragen volgens de tekst?
Ze zijn slechts vormgeving van het probleem, niet de afhandeling ervan
Dit benadrukt de beperkingen van taal in het oplossen van existentiële vragen.
Vul de lege plek in: De vragen waarmee mensen worstelen zijn _______.
[vragen over onbewuste waarheid en menselijke beperkingen]
Waarin verschillen driftenimpulsen van instincten?
Driftenimpulsen leiden niet tot instinctief gedrag
Instincten zijn aangeboren gedragingen die ons helpen in bepaalde situaties.
Wat betekent het dat er een rest overblijft na het gebruik van taal?
Er blijft een onbenoembare essentie over die angst en twijfel oproept
Dit heeft invloed op ons zelfbeeld en onze relaties.
Wat merkt Lacan op over seksuele identiteit?
Er is geen universeel blauwdruk voor seksuele identiteit, vooral vrouwelijkheid is complex.
Lacan stelt dat identiteiten culturele expressies zijn en niet samenvallen met intieme zelfervaring.
Wat stelt Lacan met de uitspraak ‘la femme n’existe pas’?
Het idee dat er geen enkele essentie van vrouwelijkheid is, maar een veelheid van perspectieven op vrouwelijkheid.
Deze uitspraak benadrukt de diversiteit van vrouwelijke identiteiten in tegenstelling tot mannelijke identiteiten.
Is het waar dat mannelijke individuen eendimensionale wezens zijn volgens Lacan?
Nee, Lacan creëert geen stereotype van beide geslachten.
Hij benadrukt dat mannelijkheid en vrouwelijkheid posities zijn waarmee individuen zich verhouden.
Wat impliceert mannelijkheid volgens Lacan?
Een eenduidige identificatie met symbolische eigenschappen zoals geslacht of genderkenmerken.
Een klassiek voorbeeld is God de Vader, die niet twijfelt aan zijn identiteit.
Wat impliceert vrouwelijkheid in tegenstelling tot mannelijkheid?
Vrouwelijkheid impliceert terughoudendheid tegenover eenduidige identificatie.
Het leven vanuit de houding dat identificatie gedeeltelijk is.
Wat suggereert Lacans idee van mannelijke en vrouwelijke positionering?
Deze posities zijn niet van nature gegeven, maar vormen zich door interactie binnen het Symbolisch register.
Wat is een centrale stelling van Lacan over liefdespartners?
Er is geen spontaan natuurlijke band tussen liefdespartners (‘il n’y a pas de rapport sexuel’).
Dit betekent niet dat relaties niet kunnen bestaan, maar dat toeval en creativiteit belangrijke factoren zijn.
Wat zegt Lacan over seksualiteit en verbondenheid?
Seksualiteit is geen bron van verbondenheid en stabiliseert symbolisch bemiddelde relaties niet.
Wat stelt Lacan over de ultieme garant van de mens?
De mens leeft zonder ultieme garant (‘l’Autre de l’Autre n’existe pas’).
Dit heeft invloed op hoe volwassenen beslissingen nemen, vaak gebaseerd op ingebeelde beoordelingspartners.
Waarom blijven veel volwassenen besluiten nemen met hun ouders in gedachten?
Omdat ze handelen vanuit een veronderstelde Ander, zelfs als ouders zijn overleden.
Deze fantasie beïnvloedt hun gedrag en keuzes.
Wat is het probleem met de invloed van ouders op hun kinderen?
Ouders baseren hun invloed op wat zij zelf hebben meegekregen, wat leidt tot geen ultieme grond voor de Ander.
Wat is de rol van de Ander in de constructie van een subject?
De Ander fungeert als een spiegel waarin een subject zichzelf en de wereld kan zien
De Ander is een symbolisch systeem dat slechts een constructie is.
Wat stelt Lacan over de ‘Ander van de Ander’?
Er is geen ‘Ander van de Ander’, wat wijst op een gaping van niet weten achter onze aannames
Deze gaping doet de mens duizelen en leidt tot het zoeken naar uitgangspunten om in te geloven.
Hoe zoeken mensen naar betekenis in het leven volgens Lacan?
Mensen zoeken angstvallig naar betekenis en zin voor hun leven en relaties
Dit gebeurt vaak in confrontatie met dood en verval.
Wat is de stelling van Lacan over de dood?
La mort est du domaine de la foi (de dood is een geloofszaak)
Dit betekent dat er geen stabiel veralgemeenbaar weten over de dood kan worden geconstrueerd, enkel geloof.
Wat stelt Lacan over het besef van de dood?
Het besef van de dood is voor de mens geen drama, maar een houvast
Dit besef drijft ons door een ethisch imperatief naar het verlangen naar een goed leven.
Waarom is de dood essentieel voor verlangen volgens Lacan?
Zonder de dood als ultiem tekort zou er geen verlangen kunnen zijn
De dood stelt ons in staat om te leven en te handelen.
Wat is het syndroom van Cottard?
Een psychotische problematiek waarin mensen in de waan leven dat ze gestorven zijn
Deze mensen ervaren een ondragelijke toestand tussen leven en dood.