Les 4 Flashcards
Welke fundamentele rol speelt het spreken volgens Kojève in de omgang met verlangen?
Het spreken speelt een fundamentele rol in de manier waarop we omgaan met verlangen
Kojève benadrukt dat taal cruciaal is voor de ontwikkeling van zelfbewustzijn.
Wat is de uitzonderlijke positie van het zelf-referentiële woord ‘ik’ volgens Kojève?
Het zelf-referentiële woord ‘ik’ bekleedt een uitzonderlijke positie in de ontwikkeling van zelfbewustzijn
Dit woord stelt een individu in staat om vanuit zichzelf uitdrukking te geven aan verlangen.
Hoe overstijgt een individu het loutere niveau van zelfervaring volgens Kojève?
Door gebruik te maken van taal
Taal stelt een individu in staat om ervaringen te typeren en uit te drukken.
Wat betekent het voor een mens om zichzelf en de ander te benoemen?
Het stelt de mens in staat zich te positioneren als ‘zelf’
Dit opent een veld van narratieve realiteit.
Hoe kan de gedachte van Kojève over zelfbewustzijn worden samengevat in een zin?
‘Ik zeg dus ik ben’
Dit alludeert op Descartes en benadrukt de rol van taal in het bestaan.
Wat zou er gebeuren als iemand geen taal had om het ‘zijn’ te beschouwen?
Dan zou hij enkel maar leven zonder bij stil te staan
Taal en gedachten zijn essentieel om bewustzijn en zelfreflectie te ervaren.
Wat is de rol van de mens in de verhouding met zichzelf?
De mens is zowel subject als object.
Waarom is de mens subject in zijn zelfverhouding?
Omdat hij over zichzelf een stroom van woorden produceert.
Waarom is de mens object in zijn zelfverhouding?
Omdat hij het gereveleerde object is waar hij over spreekt.
Hoe zijn de subjectzijde en objectzijde van de mens met elkaar verbonden?
Ze hangen inherent en nauw met elkaar samen, maar zijn niet tot elkaar te herleiden.
Wat is een metafoor voor de relatie tussen de subjectzijde en objectzijde?
Het is als bij een muntstuk: de ene zijde bestaat maar bij gratie van de andere.
Wat hangt voor Lacan nauw samen met (zelf-)herkenning?
Erkenning door de ander
Lacan benadrukt de relatie tussen zelfbeeld en erkenning door anderen.
Wat doet het kleine kind dat leert staan?
Het fixeert een zelfbeeld en doet beroep op de ander
Het kind zoekt bevestiging van zijn zelfbeeld bij anderen.
Tussen welke twee polen beweegt het kind in zijn zoektocht naar erkenning?
Zoeken van erkenning en ervaring van herkenning
Het kind is gefascineerd door deze dynamiek.
Welke rol speelt de ander in het proces van (zelf-)herkenning?
De ander is geen neutrale toeschouwer, maar koppelt waarneming aan taaluitingen
De ander verschijnt als een verlangend wezen.
Hoe is de volwassene op een dubbele manier aanwezig?
- Als blik die waarneemt wat het kind waarneemt
- Door talige begeleiding van de acties van het kind
Deze aanwezigheid valideert de perceptie van het kind en stimuleert zelfzekerheid.
Wat leidt tot zelfzekerheid bij het kind?
De validatie van de perceptie door de volwassene
Het kind voelt zich bevestigd in zijn acties.
Wat installeert de dynamiek van blijvende afhankelijkheid bij het kind?
Het oordeel van de ander
Het kind vraagt zich af ‘doe ik het wel goed?’.
Welke expressie geven taaluitingen van de volwassene?
Ze geven expressie aan het verlangen van de ander
Deze uitingen articuleren wat de ander denkt, waardeert en wil.
Wat gebeurt er als een moeder zegt ‘je hebt de ogen van je papa’?
Het is geen neutrale observatie
De impact van deze uitspraak hangt af van de context.
Vul de lege ruimte in: Het kind zoekt de bevestiging op van _______.
de ander
Het kind is afhankelijk van de erkenning door anderen.
Waarin raakt het kind verknoopt door de taaluitingen van de volwassene?
Met de geschiedenis van de volwassene
Dit leidt tot een complexe relatie tussen kind en volwassene.
Wat is het verschil tussen herkenning en erkenning in de context van dieren?
Dieren die gefascineerd zijn door het spiegelbeeld zijn enkel bezig met de problematiek van herkenning, niet met de problematiek van erkenning.
Hoe reageren dieren op abstractere beelden zoals fotografische stills of tekeningen van zichzelf?
Dieren laten het volledig koud.
Wat gebruiken mensen in hun bewustzijn om veronderstellingen op te bouwen?
Talige scenario’s.
Hoe helpt het gebruik van talige scenario’s mensen in hun denken?
Het helpt om abstraherend te denken over concrete situaties en het hier en nu te overstijgen.
Wat kunnen mensen doen door te werken met beelden en woorden in verhouding tot anderen?
Mensen kunnen niet enkel denken over wat er is, maar ook over wat er zou kunnen zijn.
Vul de lege plek in: Dieren zijn gefascineerd door _______ maar niet door de problematiek van erkenning.
het spiegelbeeld
Waarmee kunnen mensen denken over hun onderlinge contacten?
Met beelden en woorden.
Wat kan mijn kat niet doen met betrekking tot mijn hond?
Mijn kat kan mijn hond niet misleiden
Dit verwijst naar de idee dat katten niet in staat zijn om honden te overtreffen in bepaalde tactieken.
Wat is de centrale rol van de ander in de context van (zelf-)kennis?
De ander fungeert als erkennende en sprekende instantie
Dit benadrukt hoe onze kennis van onszelf beïnvloed wordt door de interactie met anderen.
Hoe is onze zelfkennis fundamenteel bemiddeld?
Door het verlangende en subjectieve perspectief van de ander
Dit betekent dat onze zelfperceptie wordt gevormd door hoe anderen ons zien en wat zij verlangen.
Wat is een oorzaak van het probleem van weinig exact zijn van onze zelfkennis?
Het is niet louter een gevolg van subjectieve inkleuring van waarnemingen en gedachten
Dit suggereert dat er meer factoren spelen in hoe we onszelf begrijpen.
De ander als spiegel is ook niet _______.
objectief
Dit impliceert dat de ander ook persoonlijke verlangens en subjectiviteit inbrengt in hun waarnemingen van ons.
Wat laat de ander horen in het beeld dat we weerspiegeld krijgen?
Zijn of haar verlangen
Dit toont aan dat onze zelfperceptie altijd gekleurd is door de wensen en behoeften van anderen.
Wat is de rol van taal in Lacan’s theorie?
- Taal heeft een cruciaal statuut in Lacan’s theorie
- Dit benadrukt het belang van taal in de psychoanalytische context.
Wat is Lacan’s model dat we gaan toelichten?
Lacan’s model van de dubbele spiegelopstelling.
Dit model speelt een belangrijke rol in zijn theorie over de ontwikkeling van het zelf.
Wat is een belangrijk aspect van Lacan’s theorie over de betekenaar?
Zijn theorie over de betekenaar.
Dit betreft de relatie tussen woorden en de concepten die ze vertegenwoordigen.
Wat verwijst Lacan naar met ‘lalangue’?
Zijn theorie over nonsensicale taaluitingen via ‘lalangue’.
‘Lalangue’ verwijst naar de speelse en onlogische aspecten van taal.
Wat ontwikkelt Lacan in het midden van de jaren vijftig?
Een nieuw model om het menselijk functioneren te denken: de dubbele spiegelopstelling
Dit model bouwt voort op het spiegelstadium, maar voegt een cruciale dimensie toe: taal.
Wat is de cruciale dimensie die Lacan toevoegt aan het model van het spiegelstadium?
Taal
Deze dimensie verschuift de aandacht van het visuele zelfbeeld naar het spreken en subject-ervaring.
Waar verschuift de aandacht van Lacan na de ontwikkeling van de dubbele spiegelopstelling?
Naar de vraag hoe het spreken een subject-ervaring tot stand brengt en hoe psychologische afweer vorm krijgt in dit talige proces
Dit markeert een belangrijke verschuiving in zijn denken.
Hoe wordt het Ik beschouwd in het model van de dubbele spiegelopstelling?
Als verhaalde constructie
Dit betekent dat het Ik niet alleen een fotografisch of filmisch beeld is, maar een cluster van ideeën.
Wat omvat de cluster van Ik-gerelateerde ideeën volgens Lacan?
Een vorm van inherente organisatie gericht op relatieve stabiliteit
Deze stabiliteit leidt tot afweer van ideeën die niet compatibel zijn met het dominante constructie omtrent het Ik.
Wat leidt tot de afweer van ideeën in Lacan’s theorie?
De imaginaire gerichtheid op stabiliteit
Dit gebeurt in de mate dat gedachten articuleren die niet passen bij het dominante constructie omtrent het Ik.
Welke rol speelt taal in de dubbele spiegelopstelling?
Een cruciale rol
Taal is essentieel in het proces van het vormen van subject-ervaring en psychologische afweer.
Wat is de functie van de dubbele spiegelopstelling in Lacan’s werk?
De logica van de verbondenheid tussen subject en Ander in kaart brengen
Dit model helpt om de relatie tussen het individu en de ander te begrijpen.
Wie bouwt voort op het optisch experiment van Henri Bouasse?
Lacan
Geef de spiegelopstelling van het experiment van Bouasse.
Wat illustreert het model van Bouasse?
De werking van de holle spiegel
Wat kan worden geprojecteerd in een lege vaas volgens Bouasse?
Een verborgen bloem (AB)
Wat is de rol van de observator (O) in het experiment?
Kijkt vanuit een bepaalde hoek (β-B’-γ) in de spiegel
Wat creëert de observator door in de spiegel te kijken?
De illusie dat er een bloem (B’A’) staat in de vaas (C)
Hoe is de projectie die wordt gecreëerd volgens het model?
Symmetrisch en omgekeerd
Geef de dubbele spiegelopstelling van Lacan. Leg uit
Hij gebruikt het allegorisch om een aantal cruciale concepten inzake de verhouding van het subject met diens ik, lichaam, idealen en de A(a)nder, tot uiting te brengen.
Welke zken voegt Lacan toe bij het schema van Bouasse?
- hij verwisselt de vaas en de bloemen van plaats
- hij voegt een vlakke spiegel (A) toe in het midden, hierop wordt het beeld geprojecteerd dat eerst in de holle spiegel werd gecreëerd (binnen de optica is dit beeld op de vlakke spiegel een virtueel beeld, weergegeven op de rechterzijde van het schema);
- hij introduceert de positie van de observator (het oog als observator) op de plaats van de mens als subject ($) die verdeeld is door de taal
Wat vertegenwoordigt elk element uit het schema in Lacan’s redenering?
Een psychoanalytisch concept
Hoe zijn de twee delen van het schema in Lacan’s theorie ingedeeld?
In 2 symmetrische delen
Wat symboliseert de vlakke spiegel (A) in Lacan’s schema?
De Ander
Wat is het cruciale onderscheid in Lacan’s schema?
Tussen de symbolische Ander (A) en de imaginaire ander
Wat zijn de termen die Lacan gebruikt om het onderscheid aan te geven?
‘ander’ of kleine ander en ‘Ander’ of grote ander
Waar verwijzen de begrippen ‘ander’, ‘imaginaire ander’ en ‘kleine ander’ naar?
De interpersoonlijke figuur waar ik een beeld van heb
Wat is de imaginaire ander volgens Lacan?
Het imago of beeld van mijn medemens waarin het Ik zich herkent
Wat zijn de concepten ‘Ander’, ‘Symbolische Ander’ of ‘grote Ander’ in Lacan’s theorie?
Meerledige begrippen met verschillende betekenissen
Waar verwijst het begrip Ander naar in de dubbele spiegelopstelling?
De taal die ons wordt overgedragen via het spreken van/met significante anderen
Wat maakt Lacan duidelijk met zijn schema over de rol van taal?
Taal is de voornaamste spiegel voor de mens
Wat reguleert de wereld van het beeld niet zomaar volgens Lacan?
De drift
Wat lost het vervelende zijnstekort niet op volgens Lacan?
De wereld van het beeld alleen
Om met het Reële om te gaan, maakt de mens gebruik van _______ en _______.
[Imaginaire], [Symbolische]
Wat situeert de linkerzijde van het schema van Lacan (Dubbele spiegeopstelling?)
linkerzijde van het schema situeert de concepten die het gebrekkige en niet-geïntegreerde zijn van de mens voorstellen (manque-à-être):
- De bloemen (a) refereren hierbij naar de partiële driften
- Wat betreft het statuut van deze bloemen hanteert Lacan zowel in de tekst over het spiegelstadium als in de werken over de dubbele spiegel een tweedeling
- De verborgen vaas is het reële lichaam; de zelfstandige entiteit die via een sensorieel gevoelige huid is afgescheiden van de buitenwereld.
- De holle spiegel is de cortex: hier wordt het beeld rond de partiële drift geprojecteerd.
- Merk op dat de rol van de taal als vlakke spiegel niet te herleiden is tot het breinfunctioneren. Taal is primair geen louter individueel gegeven, maar een cultureel product dat via interacties floreert en via overlevering tussen generaties mensen wordt doorgegeven.
- Het gedeeld subject $ symboliseert de verlangende mens die rekenschap geeft van zijn gemis (manque-à-être). Het is de zelfbewuste mens die zichzelf en de wereld talig benoemt en daardoor beseft dàt hij is maar niet precies weet wàt hij is.
Wat situeert de rechterzijde van het schema van Lacan (Dubbele spiegeopstelling?)
De rechterzijde van het schema duidt een veld van idealiteit aan, zoals geobserveerd door de verlangende mens (oog) via de talige Ander (A). Het is het veld waar het Ik-Ideaal (I) en het ‘ideaal ik’ (gesymboliseerd door i’(a), wat duidt op de vaas met bloemen) gesitueerd zijn, en waar het subject zijn eigen gemis lijkt te hebben overwonnen (gesymboliseerd door S: het virtueel subject dat niet langer verdeeld is).
Wat illustreert het schema in relatie tot het lichaamsbeeld?
De integratie van de partiële driften via en in het lichaamsbeeld
Het schema toont de dynamiek van het spiegelstadium en de poging van het sprekend subject om zijn gemis te overwinnen.
Hoe komt het Ik tot stand volgens Lacan?
Via een herkenning van en een identificatie met het eigen beeld
Dit beeld verschijnt als een externe Gestalt in de spiegel of in de gedaante van de ander.
Wat functioneert als ideaal voor het Ik?
Een extern ‘imago’ vanuit zijn geünificeerd karakter
Dit imago laat de ervaring toe om zichzelf als eenheid of imago te zien.
Wat laat het imaginaire totaalbeeld mij toe?
Om de driftimpulsen die ik ervaar te integreren in mijn zelfbeeld
Dit gebeurt door de bloemen – a – die passen in het geïdealiseerde Ik beeld – i’(a).
Wat gebeurt er bij de identificatie met het ideale Ik?
Er is een positief affect en een bemeestering van de lichamelijke wanorde
Echter, dit leidt ook tot miskenning en een gebrek aan harmonie.
Welke effecten hangen samen met de identificatie?
Paranoïde effecten zoals transitivisme, jaloezie en agressiviteit
Deze effecten zijn onvermijdelijk verbonden met de identificatie.
Wat is een continu gegeven na de vorming van het Ik?
De afstemming tussen Ik en ‘ideaal ik’
Dit houdt in dat de mens zichzelf probeert te zien als het geïdealiseerde virtuele beeld.
Hoe bekijkt men het Ik in het proces van afstemming?
Als was het de ander
Dit leidt tot een idee van wat het Ik virtueel en idealiter zou kunnen zijn.
Wat wordt impliciet verondersteld over het Ik?
Dat het een consistente eenheid zou kunnen worden door afstemming op het ‘ideaal ik’
Dit impliceert een continu proces van zelfervaring.
Wat voegt Lacan toe aan de redenering uit het spiegelstadium?
Een nieuw element via de dubbele spiegel
De dubbele spiegel toont aan dat identificatie meer behelst dan enkel afstemming van een Ik op een imago.
Wat bepaalt de aanname van een zelfbeeld volgens Lacan?
Symbolische elementen
Deze symbolische elementen mediëren het proces van identificatie.
Wat bouwt de mens op van wie hij is?
Een quasi visueel idee en een narratief-semantisch zelfbeeld
Dit duidt op de ontwikkeling van een zelfbeeld dat verder gaat dan enkel visuele identificatie.
Hoe ‘narrativiseert’ de mens zijn Ik?
Via de taal
De mens gebruikt taal om zichzelf eigenschappen toe te dichten en zijn identiteit te vormen.
Als wat gedraagt de mens zich in zijn leven?
Als een karakter in de roman van zijn leven
Dit benadrukt de subjectieve en narratieve aard van identiteitsvorming.
Noem een voorbeeld van hoe de mens zich vereenzelvigt.
Ik ben man, geen vrouw; ik hou van taal, niet van wiskunde
Dit zijn voorbeelden van eigenschappen die de mens aan zichzelf toedicht.
Wat is de rol van anderen in de identificatie van de mens?
Anderen beïnvloeden de eigenschappen die de mens aan zichzelf toeschrijft
Bijvoorbeeld, opmerkingen van anderen zoals ‘jij bent echt een crack in wiskunde’ kunnen de zelfidentificatie beïnvloeden.
Wat bouwt de mens op via een collage van zelf-gerelateerde woorden?
Een narratieve identiteit
Dit verwijst naar het proces waarbij individuen hun identiteit construeren door middel van persoonlijke verhalen.
Welke kenmerken heeft onze zelfbeleving volgens de tekst?
Fragmentarisch en anekdotisch
Dit betekent dat onze zelfbeleving bestaat uit losse, vaak niet samenhangende ervaringen.
Wat is de rol van autobiografisch geheugen in onze identiteit?
Het heeft een collage-karakter
Dit duidt op het samengestelde en niet-lineaire karakter van herinneringen die bijdragen aan onze identiteit.
Wat houdt ik-gerelateerd functioneren in?
Een beeld opbouwen van onszelf en de betere versie van onszelf willen incarneren
Dit verwijst naar de voortdurende zelfverbetering en zelfreflectie.
Wat doen we volgens de tekst met betrekking tot onze ervaringen?
Patroonherkenning en verbetering
Dit betekent dat we trends en betekenis in onze ervaringen herkennen en onszelf proberen te verbeteren.
Vul de lege plek in: Onze zelfbeleving bouwt voort op een _______.
fragmentarische en anekdotische set van (verhalen over) ervaringen