Les 2 Flashcards

1
Q

Leg het model van het spiegelstadium uit

A

Het model van het spiegelstadium toont hoe de mens een zelfbeeld verwerft.
De ervaring van een zelfbeeld heeft bij mensen een dubbel effect:
* enerzijds stimuleert het de ontwikkeling
* anderzijds voegt het een dimensie van zelfbedrog toe aan onze
zelfervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom stimuleert het zelfbeeld de ontwikkeling?

A

Ethologische experimenten tonen dat beelden een cruciaal effect hebben op
de ontwikkeling van dieren (zie Lacan, 1949):
* Een duivin die in isolement opgroeit en nooit een soortgenoot ziet, zal
niet ovuleren. Wanneer ze wordt blootgesteld aan een soortgenoot, of via
een spiegel zichzelf ziet, wordt de cyclus van de eisprong wel in gang
gezet.
* Een treksprinkhaan die opgroeit zonder contact met soortgenoten of met
insecten die op de eigen soort lijken, zal solitair leven. Een
treksprinkhaan die weldegelijk dergelijk contact heeft, zal in groepen
leven.

=> Dus: de perceptie van een totaalbeeld (psychologisch) heeft een vormende
waarde (zowel fysiologisch als qua gedrag) en bepaalt de aard van het
functioneren van een dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef het effect van de perceptie van het totaalbeeld op de mens.

A
  • We zien hetzelfde effect als het functioneren van een dier:
    • een impact op identiteitsbeleving: het zelfbeeld is niet louter een feitelijke informatiebron,
    • we behandelen het ook als een plek waarin we de ideale versie van onszelf
      willen zien
  • Via beelden die we over onszelf creëren, anticiperen we op wat we
    zullen zijn en op wat we misschien wel zouden kunnen zijn. Het beeld dat we
    opmaken in onze momentane ervaring (spiegelbeeld dat we waarnemen) doet
    ons virtuele beelden over toekomstig functioneren opbouwen. In deze beelden
    geloven we, en precies dat geloof stuwt de ontwikkeling vooruit. De illusie van
    bemeesteren stimuleert de effectieve bemeestering.
  • Illusie van controle: geloof in virtuele ideaalbeelden stimuleert de effectieve bemeestering (bv: leren lopen)
  • Beelden hebben een causale impact: still laat zien wat kan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef een voorbeeld van de pereptie van het totaalbeeld op de mens.

A

Bijvoorbeeld een kind dat nog niet zelfstandig kan staan of lopen, zal zich
mentaal op het beeld fixeren van zichzelf waarbij het dat voor eventjes wel kan.
Zo leert het zichzelf zien als iemand die wél zelfstandig kan staan/lopen. Dit
beeld zorgt voor zelfvertrouwen, waardoor het effectief grote vooruitgang kan
maken in de ontwikkeling. Op het moment van het spiegelstadium heeft het
kind last van gebrekkige motorische coördinatie: de controle over de spieren
van de eigen ledematen is nog niet optimaal. Het psychologisch effect van het
spiegelstadium bestaat eruit dat het beeld waarbij het kind zichzelf vastpint
op een idee van grotere zelfcontrole dan het werkelijk reeds bezit (‘ik kan
staan’), effectief de zelfcontrole bevordert. Het psychologisch beeld van zichzelf
heeft een causale impact op het functioneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een beeld?
Wt is een spiegelbeeld?
Wat is een virtueel beeld?

A
  • Beeld = orthopedische functie t.a.v. manque-a-etre
  • Spiegelbeeld = beeld dat we waarnemen => identificatie => stimuleert de ontwikkeling (psychische causaliteit)
  • Virtueel beeld = Beeld dat je gelooft, je virtueel voor haalt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is ‘Ik’?
Wat is ‘ideaal ik’?

A

Ik = mentaal beeld waarmee we ons vereenzelvigen
Ik = cluster gelijkaardige beelden, een collage met een elementair bewegend karakter

Ideaal ik = geïdealiseerde beeld dat we van onszelf hebben, de persoon die we zouden willn zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is zelfbeeld selectief?

A

We willen een gunstig ideaal beeld zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wanneer het ‘Ik’ en ‘ideaal ik’ samenvallen?

A

Hoe meer het ‘Ik’ en ‘ideaal ik’ samenvallen, hoe meer ik mezelf zie als een afgerond geheel => positieve affecten en waarderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is narcisme?

A
  • Fanatasmatische ervaring van mezelf als een mooi efgerond geheel
  • Lust beleven aan het spelen met ons
  • mythe narcissus
  • Dysfunctioneel narcisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is dysfunctioneel narcisme?

A
  • Zichzelf tentoonstellen als persoon die dingen ‘meent’ (bv: via controverse) of kan
  • Bereidheid tot manipulatie en leugens om doel te bereiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly