Les 7 Flashcards
Wat i shet Het multipele inschrijving in het geheugen?
→ laat toe om te vatten via welke dynamiek onbewuste weten en afweer tot stand komen
Centraal: betekenden die met het Ik geassocieerd zijn fungeren als filter
➡Afweer = gedachten inhouden die ingaan tegen het Ik en ideaal-Ik worden uit het
bewustzijn geweerd
Hoe komen betekenden tot stand?
doordat we betekenaars gebruiken om situaties en gebeurtenissen die opduiken in onze ervaring van de werkelijkheid te benoemen
=> Betekenaars zijn diachroon geordend in betekenaarskettingen
Hoe krijgt talige expressie vorm?
door via spreken en nadeken betekenaars aan elkaar te koppelen
* Selecteren woorden uit repertoire van onze taal (= A) en bouwen zinnen die zo goed
mogelijke benoemen wat ik heb ervaren
➡Beteknaarsketting = S → S’-
Bij taalgebruik komt betekenis retroactief tot stand
Wat gebeurt er wanneer relaas over de situatie vorm krijgt
worden betekende (die samenhangen met bepaalde betekenaars) tijdelijk gefixeerd in een boodschap = S(A) - Gezien spreken en denken vertrekt uit lichamelijke beroering, worden betekenaars door hun gebruik ook affectief belanden
Geef een voorbeeld van zo’n betekenaarsketing.
- Specifieke betekenaars triggeren herinneringenen fantasieën waarin dezelfde betekenaars aan bodkwamen (primair proces associaties).
- Of herinnering/fantasie al dan niet getriggerd wordt, hangt af van prikkelintensiteit.
- → Doorheen mijn zin worden deze betekenaars op het Ik betrokken => ‘ik’ ben degene die zonder lichten fietste, ‘ik’ ben degene die bij na het slachtoffer werd
Waarom is taal niet enkel diachroon georganiseerd?
- de betekenaars die we gebruiken zijn ook synchroon met elkaar verbonden
- Via mijn woorden worden automatisch en onbewust tal van autobiografische herinneringen
en fantasiegedachten getriggerd waarin dezelfde betekenaars een rol spelen - Synchrone link tussen betekenaars → overstijgen context-specifieke betekenis
➡Gelegd via primair proces associaties
➡Hebben puur te maken met feit dat bepaald woord/uitdrukking/… over verschillende
situaties heen letterlijk terugkeert
Geef het schema van multpele inschrijving
Gedachten aan beide gebeurtenissen zijn niet neutraal → roepen-
* Specifieke betekenden
➡S2 → S3: betekende = gedachte aan eigen roekeloze rijstijl
➡S2 → S4: betekende = gedachte aan overleden van twee vrienden
- Affectieve gewaarwording → lokken toestand van jouissance uit in mijn lichaam
➡S2 → S3: opgejaagde gevoel wakker maken dat ik had in situatie van te snel rijden
➡S2 → S4: verdriet en kwaadheid - Betekenaars
➡S1 = ‘fiets’
➡S2 = ‘roekeloze’-
➡S3 = ‘gevaar’
➡S4 = ‘vrienden’ - Inhouden/betekenden
➡ sa = mijn verhaal vol verontwaardiging over wat gebeurde
➡ sb = gedachten over mijn eigen roekeloze rijstijl
➡ sc = herinnering over 2 jongens uit de jeugdbeweging die werden overreden - Affectieve gewaarwording
➡ Pa = schrikreactie
➡ Pb = opgejaagd gevoel bij te snel rijden
➡ Pc = verdriet en boosheid
Verduidelijk het schema van multiple inschrijving.
Wanneer iemand spreekt dan praat die altijd over die zich positioneert tegenover andere dingen of iemand anders. Spreken stelt ons spreken aanwezig. Twee betekenaars (S1 en S2) in een betekenaarsketting vormen een betekenis
De stippellijnen binnen het schema zijn synchronie = triggeren van situaties die geassocieerd kunnen worden met woorden die in de situatie voorkomen. Het loopt automatisch en de linken die gelegd worden houden geen rekening met verbanden tussen S1 en S2 => primair proces associatie <-> secundair proces associatie houdt wel rekening met de inhoud. Het volgen van redenering staat centraal.
Wat is afweer?
Afweer = mijn aandacht afwend van die onaangename gedachten door ze actief uit mijn bewustzijn te weren => miskennen dat inhouden uit herinneringen zouden kunnen definiëren/bepalen wie ik ben - Concreet verloop: in spreken S2 niet in contact te brengen met S3 of S4
- Afweer helpt om niet te denken aan bepaalde lastige inhouden, wat comfortabel is voor het zelfgevoel. MAAR affectieve gewicht uit situatie gaat niet zomaar verloren: Gevoelsmatige beladenheid (Pb en Pc) blijft gekoppeld aan de betekenaar (S2) die doorheen de verschillende contexten terugkeert
Pas het schema toe op Elizabeth Von R.
Betekenaars
* S1 = ‘ziekte van de vader’
* S2 = ‘staan’
* S3 = ‘wandeling in de bergen’
* S4 = ‘zwager’
Inhouden
* sa = de klacht die samenhangt met het symptoom: de patiënte heeft last bij het rechtop
staan
sb = gedachten aan eenzaamheid- sc = gedachten aan liefdesband met haar schoonbroer
Affectieve gewaarwording
* Pa = lijden onder pijn
* Pb = verdriet
* Pc = amoureus verlange
Wat is het Werkingsmechanisme van psychoanalytische therapie?
- Vanuit aanmoedigende vertrouwensband
- Ruimte maken voor herinneringen en gedachten (sb, sc) die voor ‘ik’ een taboe zijn (= onbewust weten)
- Switch maken van miskennen naar erkennen
Hoe?
* Door mensen (IK) in detail te laten vertellen (S1 => S2; S2 => S3; S2 => S4 over herinneringen en gedachten
* Door aanvaardend om te gaan met de affecten die zo opduiken (Pb, Pc)
Geef het schema van denken en spreken
Wat is de hypothese van Psychoanalyse?
afgeweerde verlangens => ‘restproducten’ psychisch leven
Wat is Acting out: sprekend gedrag?
- Acting out = ‘absurde’ of ‘storende’ interpersoonlijke handelingen met boodschapskarakter en dezelfde achterliggende dynamiek als symptomen
- Gedrag dat een probleem vormt voor anderen. Het zorgt voor discussie tussen jezelf en de andere
- Gedrag dat moeilijk kan zijn voor anderen kan een reden hebben voor een persoon die het gedrag stelt
- Voorbeeld Luc Vander Vennet: kind uit een voorziening
- Klassieke symptomen
Wat zijn klassieke symptomen?
ervaren van storend element (lichamelijk, cognitief, affectief) dat mijn eigen functioneren hindert.