Laboratorium technieken Flashcards

samenvattend college met belangrijke punten

1
Q

Wat is het werkingsprincipe dat ELISA en western blot gemeenschappelijk hebben?

A
  • Specifiek antilichaam bindt aan epitoop van eiwit dat je wilt meten
    • Uitlezen door middel van enzymreactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe gaat de ELISA procedure?

A

1 Capture antilichaam: plaat coaten met antilichaam
2 Blocking: je wilt geen aspecifieke binding
3 Sample toevoegen
4 detectie antilichaam met enzym
5 substraat toevoegen
6 uitlezen lichtabsorptie

Blocking: bindingsplaatsen voor eiwitten afschermen, op plaat (ELISA), op membraan (WB) -> voorkomen achtergrond signaal aspecifiek antilichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer kies je voor ELISA of Western blot?

A
  • Cytokineconcentratie in kweekmedium bepalen: ELISA (je hebt de ijklijn)
    • Van het eiwit is maar 1 antilichaam te koop met epitoop binnenin de eiwitstructuur: WB (met elisa loop je hier dan vast)
    • Bepalen of er afbraak producten van het eiwit aanwezig zijn; WB
    • Je hebt binnen een dag resultaat nodig: ELISA (wb duurt langer)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontwerp je een panel voor flowcytometrie?

A
  • antilichamen met flourochromen kiezen = panel design
    • Je wilt voor een experiment de volgende cellen meten: CD3+, CD4+, CD45R0+CCR6+ -> Th cellen
    • Met leven/dood marker
    • Je hebt een flowcytometer met een blauwe en rode laser tot je beschikker
    • Je moet kijken naar de lasers en op de grafieken naar de emmissie spectra, die mogen niet overlappen want anders kan je ze niet zien, je kiest dus emmissie spectra die niet overlappen
    • Meestal kies je bij een marker die niet goed tot expressie komt een sterker fluorochroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen ELISA en flowcytometrie?

A
  • ELISA = concentratie
    • Flowcytometrie = soorten cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is Anti-CPP, waar meet je het mee en wat voor controle kun je meten?

A

Anti-CCP= antilichaam tegen cyclic citrullinated peptide
- ELISA: waarmee coaten? (met de CCP)
- Wat voor controle kun je meten? Met een niet gecitruleerd eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de 3-pro-inflammatoire cytokinen geproduceerd door de macrofaag?

A

IL-1, TNF, IL-6 (belangrijke pro-inflammatoire cytokinen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kan een antilichaam wel en niet?

A

Een antilichaam kan niet T-cellen co-stimuleren
Een antilichaam: neutraliseerd, opsoniseerd, complement activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly