IBD Flashcards
Wat zijn de kenmerken van Morbus Crohn?
Morbus Crohn:
- Mogelijk in gehele gastro-intestinale stelsel
- 50% ileocolitis
- 30% alleen in ileum
- 15-20% uitsluitend in colon
- Rectum blijft vaak vrij van ontsteking i.t.t. colitis ulcerosa
- Inflammatie is typisch segmenteel, assymetrisch en transmuraal
Klinische presentatie:
- Jonge pt
- Pijn ROB
- Chronische diarree
- Gewichtsverlies
- Anorexie
- Moeheid
- Bloederige diarree/ rectaal bloedverlies
In scopie zie je: roodheid, zweren longitudinaal, erosies, of zelfs een cobblestone effect
Classificatie M. Crohn:
- Je zie bij jonge patiënten vaak wand verdikking van de dunne darm
- Het kan ook dat er vernauwing komt -> hierdoor pre-stenotische dilatatie (opgeblazen buik na eten)
Er kunnen ook abcessen en fisteling komen, dit is meestal peri-anaal
Hoe classificeer je Crohn?
Montreal classificatie
- Leeftijd bij diagnose: A1 (onder 16), A2 (17-39) A3 (40+)
- Ziekte lokalisatie: L1 (ect)
- Gedrag van ziekte B1 (niet stenoserend) B2( stenoserend) B3 (penetrerend)
Wat zijn de kenmerken van Colitis Ulcerosa?
Colitis Ulcerosa:
- Leeftijd diagnose 30-40 jr
- Exacerbatie/ remissie
- Colon
- Inflammatie start in het rectum en breidt uit naar proximaal
Klinische verschijnselen:
- Diarree (met bloed en slijm)
- Bloed en slijm (met of zonder ontlasting)
- Toename drang (loze aandracht)
- Pijnkrampen voor ontlasting
- Algemene ziekte verschijnselen, koorts, vermagering, anorexie
Scopie: rood, met een scherpe bovengrens, er kunnen ook zweren komen (niet cobblestones)
Classificatie colitis:
- 30-60% alleen in rectum; proctitis (loze aandrang, bloedverlies)
- Linkszijdig: krampende pijn bij ontlasting
- Exensief: hele colon
Waar classificeer je de ernst van de Colitis mee?
Montreal classificatie voor colitis:
- Uitbreiding: E1 (rectum), E2
- Ernst: S0 (remissie)
Wat zijn de verschillen tussen Crohn en Colitis?
Hele maag darm kanaal <-> Alleen colon
Discontinue( skileasions) <-> Continue
Transmuraal <-> slijmvlieslaag (submucosaal)
Vernauwingen, abcessen, fistels
<-> zelden
Extra-intestinale complicaties (huid ogen gewricht) <-> PSC
Wat is de sterkste risico factor voor IBD?
Sterkste risico factor voor IBD is familie met IBD
Eerste graad familie -. 3-20 x grotere kans
Bij broer of zus 30 x meer kans
Wat is er aan de hand in het immuunsysteem bij IBD? en welke medicatie grijpt waar op in?
Bij IBD een disbalans in mucosale immuunrespons
- Minder strakke tight junctions; meer bacterien Th17 en Treg slaan op hol
Macrofagen eten bacterie en produceren IL-10
Dendritische cel bindt bacterie en gaat naar lymfeklier -> T cellen en B cellen geactiveerd
A4B7 komt weer op nieuw in de darm vanuit de lymfeklier, gaat via Il-12 en Il23 -> Th 17 cellen maken -> maken het epitheel stuk, hierdoor komen er weer bacteriën en blijft dit door gaan
Vedulizimab is een anti a4B7
Ustekinumab= anti Il-12 en Il-23
ILC cellen maken veel TNFa -> je kan hier anti TNF geven -> infliximab en adalimumab
JAK remmers: cel kan hierdoor niet transcriberen en interleukines maken
Waarom geef je geen azathioprine boven de 60-65 jaar?
Bij azathioprine is er meer kans op een lymfoom (geef dus niet boven 60-65 jaar)
Wat zijn de behandeldoelen bij IBD?
- Inductie remissie
- Onderhouden remissie
- Voorkomen en behandelen van complicaties: afwegen risico’s behandeling en bijwerkingen
- Start therapie wordt gebaseerd op type IBD, ernst en uitbreiding van de ziekte
- Altijd stoppen met roken
Hoe is de behandeling van IBD?
- Altijd een begin met mesalazine/5-ASA bij colitis ulcerosa voor inductie en onderhoud
- Prednison/budesonide (specifiek voor darm) voor inductie
- Immunomodulatoren (thiopurine of methotrexaat) voor onderhoud
- Biologicals voor onderhoud (+ JAK remmers)
- Chirurgie
–> vroeger echt step-up en top-down maar nu kies je meer waar de patiënt zit en wat het handigste is om mee te beginnen
–> belangrijk dat de patiënt altijd goed gevoed is, anders heeft het helemaal geen zin
Welke corticosteroiden kan je gebruiken in de behandeling van IBD? En wat zijn hun kenmerken?
Corticosteroïden:
Prednison:
- Oraal, intraveneus, zetpillen, klysma
- Voor inductiebehandeling: M. Crohn en colitis
Veel bijwerkingen: hypertensie, acne, infecties, DM, gewichtstoename, osteoporose (max 12 weken gebruiken)
Budesonide:
- First pass effect, minder bijwerrkingen, is lokaal
- Topicaal: rectum, linkszijdig colon
- Per os: rechtszijdige colon, ileocecaal regio
- Minder toxisch
Wat zijn de kenmerken van 5-ASA?
5-ASA: alleen bij colitis
Mesalazine:
Milde tot matige colitis ulcerosa:
- Zowel inductie als onderhoudstherapie
- Zowel oraal als lokaal (zetpil, klysma), dus combinatie therapie
Bijwerkingen: hoofdpijn, misselijk, uitslag, pancreatitis (zelden), interstitiële nefritis (zelden)
Topicaal behandelen:
- Zetpil: 15 cm in rectum
- Schuim klysma: in sigmoid
- Vloeibaar: tot flexura lienalis
- Oraal geven voor de rest
Wat zijn de kenmerken van immunosuppressiva bij IBD?
Immunosuppressiva:
* Thiopurines: azathioprine, mercaptopurine, tioguanine; voor Crohn en colitis ulcerosa, belangrijk om genotype van enzym TPMT te bepalen vooraf (bij heterozygoot of nadelig homozygoot meer bijwerkingen en geen start van de therapie)
* Methotrexaat (MTX): alleen voor Crohn, nu minder vaak gegeven, niet i.c.m. zwangerschap
Werken na 3 maanden en dus als onderhoudstherapie, hebben wel forse bijwerkingen:
- Thiopurines: beenmergtoxiciteit, pancreatitis, griepachtige verschijnselen, hepatitis, lymfoom, non-melanoma skin cancer
- Methotrexaat: hepatitis, kaalheid, griepachtige verschijnselen, teratogeen (foliumzuur bijgeven)
Frequente controle van de bloedwaarden bij opstarten
Thiopurines: enzym TPMT belangrijkste rol in omzetting azthioprine naar de actieve metaboliet
Wat zijn kenmerken van biologicals bij IBD?
Biologicals:
* Anti-TNF(-alfa): infliximab (infusen + altijd ook azathioprine geven tegen afstoting) of adalimumab (zelf inspuiten) of golimumab (alleen colitis ulcerosa): bindt aan TNF en verstoort de werking (cytokines maken), hierdoor minder stimulatie van ontsteking/pro-inflammatoire werking
* Alfa4bèta7-antagonist: vedolizumab (infuus), zorgt dat dendritische cel het a4b7-receptor wel kan uitscheiden maar in de bloedbaan niet eraan kan hechten (en ontsteking veroorzaakt)
* Anit-IL-12/IL-23: ustekinumab (1x infuus daarna zelf), remt vorming van T-cellen naar Th1 en Th17, hierdoor minder ontsteking
* Tofacitinib: in onderzoeksverband, alleen colitis ulcerosa, remt JAK1- en JAK3-eiwitten, al na 3 dagen effect
Bijwerkingen: infusie-gerelateerde bijwerkingen, infecties, allergieën, TBC reactivatie, huidmaligniteiten
Wat zijn kenmerken van JAK-remmers bij IBD?
Blokkeren receptor waardoor signaaltransductie van cytokine receptoren en groeifactoren in de cel wordt geremt, remming cel proliferatie en differentiatie
- JAK eiwitten: JAK 1, JAK 2, JAK 3
- Effectief bij chronische inflammatoire aandoeningen (rheuma, psoriasis), nieuwste middel voor de behandeling van IBD