Hoofdstuk 9 - NO Flashcards
NO: synthese, inactivatie en transport
- nNOS –> Aanwezig in CZS en in perifere NANC-systeem
- eNOS –> Aanwezig in:
1) Endotheelcellen
2) BP
3) Hartspiercellen
4) Mesangiale cellen - iNOS –> wordt geïnduceerd in macrofagen + andere cellen na activering door cytokines (zoals gamma-interferon, TNFalfa) of “Toll-like receptors” (lipopolysachariden)
Effecten van NO
Oefent effect uit door:
1) Activering cytoplasmatisch guanylaatcyclase —> stijging cGMP —> stimulatie PKG —> daling [Ca2+]i —> inhibitie myosine-LC-kinase —> verminderde fosforylering myosine —> resultaat: relaxatie SMCs
2) Combo met superoxide anion —> vorming peroxynitriet (cytotoxisch)
Fysiologische effecten NO meestal via cGMP + zijn altijd inhiberend:
1) VD deels door toename cGMP, deels door openen K+-kanalen (hyperpolarisatie)
2) Inhibitie BP-aggregatie en adhesie via cGMP
3) Inhibitie monocytenadhesie –> bescherming tegen atherogenese
4) Inhibitie proliferatie SMCs
5) Inhiberende NT in CZS en NANC-neuronen via cGMP –> relaxatie GI-stelsel, vulling corpora cavernosa
6) Cytoprotectief effect vnl in hersenen
Effecten NO pathofysiologisch (hoge concentraties, gevormd door iNOS):
1) verdediging tegen parasieten
2) Cytotoxisch voor bepaalde tumorcellen (ook soms GHC)
Rol NO in de pathologie
- Beschikbaarheid eNOS is gedaald in atherosclerotische BV
- Tekort nNOS leidt tot:
1) Erectiestoornissen (sildenafil —> FDE V inhibitie —> toename cGMP)
2) Hypertrofische pylorisstenose bij pasgeborene - Meer uitgeademde lucht bij inflammatoire longlijden (astma)
- Glucocorticoïden inhiberen het tot expressie brengen iNOS —> indien reeds geïnduceerd, dan geen inhibitie mogelijk
Klinische toepassingen NO
- NO-donoren:
1) Molsidomine + organische nitraten (NTG)
2) Hebben vaste plaats in behandeling van een reeks cardiovasculaire aandoeningen - Inhalatie NO-gas:
1) Bij pasgeborenen met primaire pulmonale hypertensie
2) Bij volwassenen met ARDS