Hoofdstuk 1: Farmacodynamie Flashcards
Weinig specifieke GM
- lage chemische en biologische specificiteit
- simpele fysicochemische werking
- grote hoeveelheden nodig voor effect
Specifieke GM
- hoge chemische en biologische specificiteit
* 4 aangrijpingspunten –> receptoren, ion-kanalen, enzymen en transportmoleculen
Type 1 receptor
- regelt rechtstreeks ion-kanalen
* reactietijd: msec
Type 2 receptor
- regelt op indirecte wijze via koppeling met een G-eiwit de functie van een ion-kanaal of een 2de messenger systeem
- reactietijd: sec
- GPCR –> Kenmerkende structuur met 7 TM alfa-helices–> Houden de receptor in de membraan
- Fosforylatie serine of threonine in receptor kan interactie met G-eiwitten verstoren –> desensitisatie
Type 3 receptor
- rechtstreekse fosforylatie bepaalde eiwitten
* reactietijd: min
Type 4 receptor
- intracellulaire receptor
- diffundeert in celkern –> beïnvloedt DNA transcriptie
- reactietijd: uren
FDE-III
- Hart en bloedplaatje
- Substraat: cAMP»cGMP
- Geremd door cGMP
- Inhibitie door milrinone en amrinone
- Stijging cAMP in hart –> verhoogde contractiliteit (inotroop effect) en hartritme (chronotroop effect)
FDE-V
- Hart, bloedvaten en bloedplaatjes
- Splitst cGMP
- Remming door sildenafil en dipyridamol (VD)
Niet-specifieke FDE remmers
- Theofylline en caffeïne (methylkantines) –> verhogen intracellulaire cAMP, worden toegepast bij cardiovasculaire en respiratoire aandoeningen
Theofylline ook als antagonist A2 purinerge receptoren
Agonist
Lichaamseigen stof of farmacon met affiniteit voor de receptor en effectiviteit (de mogelijkheid om de receptor te stimuleren)
EC50
Concentratie van agonist die 50% van het maximale effect uitlokt
pD2
negatief logaritme van de concentratie van de agonist die 50% van het maximale effect uitlokt
Antagonist
Farmacon met affiniteit voor de receptor, maar zonder effectiviteit. Intrinsieke activiteit=0
pA2
negatief logaritme van de concentratie van een reversibele, competitieve antagonist, die de CEC van de agonist met een factor 2 naar rechts verschuift
Komt overeen met negatief logaritme van de dissociatieconstante pKb en is een maat voor de affiniteit van de antagonist voor de desbetreffende receptor
Potentie
Product A heeft een grotere potentie dan product B wanneer A bij een lagere concentratie een zelfde effect uitoefent
Effectiviteit
Product A heeft een grotere effectiviteit dan product C wanneer het maximaal effect van product A groter is dan dat van C
Volle agonist
Bindt preferentieel aan de actieve status van de receptor en verschuift het evenwicht sterk naar het actieve stadium.
Roept maximaal antwoord op
Partiële agonist
Zwakke voorkeur voor de actieve status en verschuift het evenwicht slechts voor een deel naar het actieve stadium
Roept onvolledig antwoord op als alle receptoren bezet zijn
Antagonist
Geen enkele voorkeur en beïnvloedt het evenwicht tussen rusttoestand en actieve toestand van de receptor niet
Reversibel competitief antagonisme
- geen onderdrukking van het maximum
* parallelle rechtsverschuiving van de DAC/CEC
Irreversibel competitief antagonisme
- onderdrukking van het maximum
* geen rechtsverschuiving
Niet-competitief antagonisme
- geen rechtsverschuiving
- onderdrukking van het maximale effect
- de antagonist inhibeert signaaltransductie
Competitief dualisme
2 agonisten met verschillende intrinsieke activiteit binden aan dezelfde receptor. De agonist met de kleinste intrinsieke activiteit gedraagt zich dan als een competitieve antagonist tov de agonist met grote intrinsieke activiteit.
Fysiologisch antagonisme
2 agonisten die via hun eigen, specifieke receptoren een tegengesteld antwoord oproepen.
Dit wordt ook functioneel antagonisme genoemd