HOOFDSTUK 8 Flashcards
druk-volume parameters
Wiggers diagram
= veranderingen van druk en volume worden beschreven ifv de tijd
isovolumetrische contractiefase
V = 120 mL
p = 10 mmHg
- QRS-complex zorgt voor contractie
- p stijgt + mitralisklep sluit
ventriculaire ejectie fase
- aortaklep open
- LV volume daalt en druk stijgt
- volume is gedaald tot 50 mL
- druk is gestegen tot 120 mmHg
isovolumetrische relaxatiefase
- aortaklep sluit
- mitralisklep opent
- V blijft constant
- p daalt tot 10 mmHg
ventriculaire vullingsfase
= snelle passieve vulling (3/4) + atriale kick
V = 120 mL
p = 10 mmHg
ejectie fractie SV/EDV
= de verhouding tussen slagvolume en eind diastolisch volume
= percentage van bloed dat per slag uit het hart wordt gepompt
- ligt tussen 60 - 65% (70mL uitpompen: 70/120)
hellingsgraad van actieve p/V verhouding
hoe steiler, hoe contractieler
hellingsgraad van passieve p/V verhouding
hoe platter, hoe elastischer
de lijn van de actieve p/V verhouding
bepaalt de stijfheid van de linkerventrikel wanneer de kruisbruggetjes gebonden zijn, terwijl de passieve lijn de stijfheid van de linkerventrikel weergeeft wanneer de kruisbruggetjes niet gebonden zijn
3 condities die veranderen en resulteren in veranderingen in slagvolume
- contractiliteit
- preload
- afterload
contractiliteit verandert
- slagvolume in linkerventrikel stijgt
- eind systolisch volume is kleiner
= slagvolume is toegenomen door de verhoging in contractiliteit + ejectiefractie stijgt
preload verandert
verhogen van preload = verhogen van slagvolume = zonder veranderingen van contractiliteit
afterload verandert
verhogen van afterload = dalen van slagvolume
ventriculaire preload
preload = spanning van de ventrikel voor de twitch
- ventriculaire preload = eind diastolische wandspanning
- verdikking van ventriculaire wanddikte = dalen van preload
ventriculaire afterload
= systolische wandspanning
- afterload is afhankelijk van de hoeveelheid drukgolven die terugkomen