HOOFDSTUK 19 Flashcards
functionele anatomie van de nier
1
Q
ligging van de nieren
A
retroperitoneaal
2
Q
nier bestaat uit 2 soorten weefsels (2 hoofddelen)
A
- cortex
- medulla
3
Q
2 bloedvaten
A
- renale arterie
- renale vene
4
Q
nefron is opgebouwd uit 2 componenten + verschil
A
- vasculair
- tubulair
vasculair = brengt bloed in en uit de nier
tubulair = opvangen van urine + afvoeren naar blaas
5
Q
Glomerulus
A
= capillair ingestulpt met kapsel van Bowman
6
Q
de weg vanaf pre-urine tot blaas
A
- pre-urine in glomerulus
- voorste kronkelbuisje
- afdalende tak van Lus van Henle (+ opstijgende)
- achterste kronkelbuisje
- verzamelbuis
- nierbekken
- urine afvoeren naar de blaas
7
Q
verloop van buizenstructuur
A
- kapsel van Bowman
- proximale tubulus
- lus van Henle
- distale tubulus
- verzamelbuis
8
Q
wat zijn de 2 capillaire bedden?
A
glomerulair capillair
peritubulair capillair
9
Q
waar zit het glomerulaire capillaire bed?
A
in kapsel van Bowman
10
Q
waar zit het peritubulaire capillaire bed?
A
rond het buizensysteem