HOOFDSTUK 30 Flashcards
CALCIUM HOMEOSTASE
functies van Calcium
- secretie kliercellen
spiercontractie
enzymactiviteit
cofactor voor bloedstolling
Ca in plasma
8 - 10 mg/dL
verhogen van Ca
dunne darm reabsorptie
botafbraak
reabsorptie thv nier
dalen van [Ca]
secretie van Ca naar darm
botvorming dmv osteoblasten
filtratie van Ca naar nier
PTH
parathyroidhormoon
= calciumverhogend hormoon
-> stimuleert botafbraak
activiteitsplaatsen van PTH
geactiveerd PTH stimuleert botafbraak
stimulatie reabsorptie van Ca uit de nier
reabsorptie uit darm via activering vitamine D
waar zitten de calciumsensoren
thv bijschildklier
calcitriol?
Ca-stijging
calcitonine
osteoblasten stimuleren
osteoclasten inhiberen
= betere botkwaliteit
vitamine D (maken?)
7-dehydroxycholesterol -> UV = vitamine D3
Vitamine D3 -> hydroxylatie lever = 25-OH-vit D3
25-OH-vit D3 -> hydroxylatie nier = 1,25-OH2-vit D3