HOOFDSTUK 6 Flashcards
de hartcyclus, Wiggers diagram
tijdsperiode van een hartslag
= 800 mseconden
= periode tussen 2 P-toppen
de beginfase van de hartslag
- ventrikel wordt elektrisch geactiveerd
- begin van QRS-complex
- druk in L-atrium = 10 mmHg
- druk in aorta = 80 mmHg
- V in L-atrium = 135 mL
isovolumetrische contractiefase
= elektrische impuls van sinusknoop naar AVknoop
= linker-ventrikel trekt samen (verkleint)
- druk in linker-ventrikel stijgt
- mitralisklep sluit = 1e harttoon
ventriculaire ejectie fase
= 20/30 ms na sluiten van mitralisklep
- druk in L-V wordt groter dan in aorta
= aortaklep opent
- druk stijgt verder (hoger dan 90 mmHg)
- volume daalt in L-V
= bloed wordt naar aorta gepompt (120 mL => 65)
isovolumetrische ventriculaire relaxatiefase
- druk in aorta stijgt
- drukgolf verspreid
- druk in L-A blijft hetzelfde = mitralisklep is toe
-druk in L-V gaat dalen = spier relaxeert - aortaklep sluit = 2e harttoon
vullingsfase
- druk in L-V < druk in L-A
= mitralisklep wordt opengeduwd
= mitralisklep blijft open
= flow tussen L-V en L-A
= ventriculaire vulling = tot 120 mL
atriale contractie is op het einde = nog dat kleine beetje
atriale kick
= de atriale kick is pas op het einde van de vulling van de linkerventrikel na een p-top van de volgende hartcyclus
systole
= activiteit
= hart is elektrisch en mechanisch actief
= ledigt zich
diastole
= rust
= hart rust elektrisch en is niet gedepolariseerd
systolische druk
diastolische druk
= 120 mmHg = bovendruk
= 80 mmHg = onderdruk