HOOFDSTUK 16 + 17 + 18 Flashcards
gasuitwisseling en transport
waarden van pO2 en pCO2 in droge lucht en alveoli
- in droge lucht:
pO2 = 160 mmHg
pCO2 = 0,25 mmHg - in alveoli:
pO2 = 100 mmHg
pCO2 = 40 mmHg
diffusiewetten: factoren die we bekijken
- dikte van membraan
- oppervlakte van membraan
- diffusieconstante voor een bepaald gas
- drukverschil voor een bepaald gas
drukverschil voor O2 en CO2
delta p O2 = 60 mmHg
- alveoli = 100 mmHg
- pulmonaire circulatie = 40 mmHg
delta p CO2 = 6 mmHg
- alveoli = 40 mmHg
- pulmonaire circulatie = 46 mmHg
ventilatie-perfusie verhouding
de zuurstof die wordt aangeboden moet kloppen met de zuurstof die verbruikt wordt door het lichaam
- ideaal want ventilatie is juist voldoende om het bloed volledig te verzadigen van zuurstof
oplosbaarheid van zuurstof
oplosbaarheid van CO2
2%
40%
nood aan O2 en nood aan ATP
- nood aan O2 = voor omzetting ADP -> ATP
- nood aan ATP = voor energie
hemoglobine
= heemgroep ingebed in proline
- in Hb worden 4 globineketens gecombineerd
- 2 alfa- en 2 bèta-ketens
= vehikel om O2 te transporteren
Bohr en Haldane effect
- Bohr = invloed van pH op de affiniteit van Hb op O2
- = bij lagere pH laat Hb O2 makkelijker los
- Haldane = invloed van pH op de affiniteit van Hb op CO2
- = zuurstofrijk bloed heeft Hb een lagere affiniteit voor CO2
transport van CO2
- oplosbaarheid is veel hoger
= transport verloopt gemakkelijker
belangrijkste parameter die we constant willen houden in het bloed?
pCO2
= rond 40 mmHg
bij kleine daling van pCO2
= een sterke invloed op de ademhaling