HC7 H18 Leren en geheugen Flashcards
Amnesie
Amnesie verwijst naar geheel of gedeeltelijk geheugenverlies, waarbij personen moeite hebben om herinneringen op te slaan of op te roepen.
Amnesie patiënt H.M.
H.M. (Henry Molaison) onderging in 1953 op 27-jarige leeftijd een operatie om epilepsie te behandelen, wat leidde tot bilaterale mediale-temporale lob resectie en resulteerde in ernstig geheugenverlies.
Effect van operatie H.M.
Na de operatie ervaarde H.M. minder epileptische aanvallen, maar had hij ernstige problemen met het vormen van nieuwe herinneringen, en hij had moeite met ruimtelijk en topografisch leren.
Ondanks zijn geheugenproblemen kon H.M. wel nieuwe motorische vaardigheden leren, wat aangeeft dat niet alle soorten leren door amnesie worden beïnvloed.
Multiple Memory Theory
De multiple memory theory stelt dat geheugen zich op verschillende locaties in de hersenen bevindt, met verschillende soorten geheugen.
Lange termijn geheugen LTM
Lange termijn geheugen is het geheugen dat informatie gedurende een langere periode opslaat en omvat zowel expliciet (bewust) als impliciet (onbewust) geheugen.
Dubbele dissociatie
Een concept in de neuropsychologie waarbij patiënten met specifieke geheugenproblemen verschillende soorten geheugenfunctionaliteit hebben. Bijv. Patiënt H.M. had grote problemen met expliciet lange termijn geheugen (LTM) maar niet met kortetermijngeheugen (KTM).
Amnesie patiënt K.F.
Patiënt K.F. had een perfect lange termijn geheugen (LTM) maar kampte met een slecht kortetermijngeheugen (KTM), wat de mogelijkheid van verschillende geheugenlocaties in de hersenen ondersteunt.
Anterograde amnesie
Anterograde amnesie is een type amnesie waarbij individuen moeite hebben met het opslaan van nieuwe informatie in het lange termijn geheugen (LTM), met een belangrijke rol voor de mediale temporale kwab, inclusief de hippocampus en omliggende limbische cortex.
Retrograde amnesie
Retrograde amnesie verwijst naar problemen met het ophalen van bestaande informatie uit het lange termijn geheugen (LTM), waarbij de achterste delen van de associatiecortex (temporale, pariëtale en occipitale gebieden) een belangrijke rol spelen in de opslag van geheugenrepresentaties.
Symptomen van klinische aandoeningen
Amnesie kan symptomen vertonen van klinische aandoeningen zoals Alzheimer en Korsakoff’s syndroom, die beide leiden tot geheugenverlies en cognitieve stoornissen.
Traumatische hersenletsel (TBI)
Kan leiden tot tijdsafhankelijke retrograde amnesie, waarbij recente herinneringen verloren gaan terwijl oudere herinneringen intact kunnen blijven.
Prospectief geheugen
Het vermogen om toekomstige intenties te onthouden, zoals afspraken. Dit kan verstoord zijn bij anterograde amnesie, wat leidt tot moeilijkheden bij het onthouden van dergelijke informatie.
Amnesie van de kindertijd
Het fenomeen waarbij de meeste mensen zich gebeurtenissen uit hun vroege leven (voor de leeftijd van 4 jaar) nauwelijks herinneren, en ook weinig van gebeurtenissen tussen de 7 en 11 jaar.
Rol van de hippocampus
De hippocampus speelt een cruciale rol in het aanmaken van nieuwe herinneringen en is betrokken bij neurogenese, wat kan leiden tot verstoring van bestaande geheugencircuits.
Fugue state
Fugue state is een dissociatieve stoornis waarbij iemand plotseling en meestal tijdelijk zijn of haar persoonlijke geschiedenis verliest. Dit kan gepaard gaan met confabulaties, zoals gezien bij het Korsakoff-syndroom.
Specifieke amnesieën
Specifieke amnesieën kunnen zich voordoen, waarbij bijvoorbeeld alleen zelfstandige naamwoorden vergeten worden, terwijl werkwoorden of andere categorieën zoals fruit of groenten behouden blijven.
Expliciet geheugen
Expliciet geheugen, ook wel declaratief geheugen genoemd, is een type lange termijn geheugen dat bewust is en aandacht vereist. Het omvat het herinneren en herkennen van feiten en algemene kennis en hangt af van actieve verwerking. Het bestaat uit episodisch en semantisch geheugen
Episodisch geheugen
of autobiografisch geheugen, is gebonden aan specifieke tijdstippen en plaatsen. Het hangt af van het vermogen om je in de tijd te verplaatsen en speelt een belangrijke rol in de mediale temporale lob, inclusief de hippocampus en de ventrale prefrontale cortex.
Autonoëtisch awareness
Verwijst naar het zelfbewustzijn dat ons in staat stelt om onszelf als een continue entiteit door de tijd heen te verbinden. Dit proces is cruciaal voor het episodisch geheugen.
Unvinate fasciculus
De uncinate fasciculus is een zenuwpad dat de temporale lob verbindt met de ventrale prefrontale cortex en speelt waarschijnlijk een belangrijke rol in het autobiografisch geheugen.
Semantisch geheugen
Betreft specifieke feiten en algemene kennis, zoals informatie over personen en gebeurtenissen, en is afhankelijk van hersengebieden in de temporale, posterior pariëtale en occipitaalkwab.
Impliciet geheugen
Impliciet geheugen, of procedureel geheugen, is niet-declaratief en niet bewust. Het vereist geen actieve verwerking of aandacht en omvat motorische en cognitieve vaardigheden, dagelijkse gewoonten, klassieke conditionering en priming.
Emotioneel geheugen
Is vergelijkbaar met impliciet geheugen en wordt automatisch geactiveerd door stimuli of geheugenitems. Het omvat emotionele associaties die snel en zonder bewuste inspanning naar voren komen.
Verschillen tussen expliciet- en impliciet LTM
Expliciet lange termijn geheugen (LTM) is actief gemaakt, snel, onbetrouwbaar en flexibel, terwijl impliciet LTM passief gemaakt is, langzaam, betrouwbaar en inflexibel. Beide typen geheugen werken relatief onafhankelijk van elkaar, wat blijkt uit onderzoek bij patiënten.
Lokaliseren van leren en geheugen
Leren en geheugen zijn geen specifieke functies die op één bepaalde plaats in de hersenen te lokaliseren zijn; in plaats daarvan vormen ze een eigenschap van hersenfuncties in het algemeen en kunnen ze overal in de hersenen plaatsvinden. Dit impliceert dat er vele soorten leren en geheugen bestaan, elk met hun eigen kenmerken en processen. Laesies die leiden tot amnesie kunnen een scala aan oorzaken hebben, waaronder traumata, infecties, intoxicaties en degeneratie door aandoeningen zoals dementie.
Expliciet lange termijn geheugen
Expliciet LTM is het resultaat van de verwerking en consolidatie van corticale informatie die afkomstig is uit de temporale, pariëtale en occipitale hersengebieden.