HC13 H26 Neurologische stoornissen Flashcards
Neurologisch onderzoek bestaat in eerste instantie uit:
- Algemeen lichamelijk onderzoek (cardiovasculaire functies)
- Onderzoek zintuigen en motoriek (informatieverwerking, aandoening CZS, eventuele laesies)
- Globale screening cognitief vermogen (vragenlijst: Mini mental state examination)
- Indien nodig diagnostisch onderzoek zoals EEG, CT, MRI
Ischemie
Gebrek aan bloedtoevoer, en dus gebrek aan zuurstof en glucose, gevolgt door een infarct (sterfte van hersenweefsel) soms als hersenbloeding
Cerebrale arteriosclerose
geleidelijk toenemende afsluiting van arteriën door verdikking vaatwand (‘’aderverkalking’’)
Embolie
afsluiting door bloedstolsel of arteriosclerotisch gedeelte van een vaatwand (dat elders in ene groter vat is losgeraakt), of door luchtbel
Trombose
afsluiting van ene arterie door plaatselijk bloedstolsel
Migraineuze ischemie
(wellicht door vasospasme): neurologische uitvalsverschijnselen (sensorisch, motorisch, taal), soms ook leidend tot infarct
Hersenbloeding
massale bloeding door hypertensie of verhoogde intracraniale druk (CT scan)
Angioom
netwerk van misvormde bloedvaten, leidend tot slechte doorbloeiding of hersenbloeding (MRI)
Aneurisma
uitstulping van verzwakte vaatwand, leidend tot hoofdpijn en eventueel hersenbloeding
Compensatie bij ischemie
Gevolgen van ischemie zijn vaak beperkt omdat andere arteriën de bloedtoevoer kunnen overnemen via dwarsverbindingen tussen de linker- en rechterzijde of door meerdere arteriën binnen een hersenhelft.
Transient Ischemic Attack (TIA)
Een kortdurende ischemie met neurologische stoornissen (motorisch, taal, bewustzijn) die binnen 24 uur volledig verdwijnen.
Traumatisch hersenletsel
Schade aan de hersenen door ongevallen of sport, met mogelijke gevolgen zoals bloeding, verhoogde intracraniale druk, zwelling, littekenweefsel, en verminderd glucosemetabolisme.
Effecten van hersenschudding
Bij 90% van de gevallen ontstaat een jaar na een hersenschudding nog migraineachtige hoofdpijn, veroorzaakt door veranderingen in het glucosemetabolisme in de hersenen.
Gesloten hersenletsel
Hersenschade zonder schedelbreuk (bijv. hersenschudding/kneuzing) met mogelijke diffuse beschadiging van grijze en witte stof, vaak temporaal en frontaal, en verhoogde intracraniale druk door hematoom.
Gevolgen van gesloten hersenletsel
Mogelijke gevolgen zijn coma, cognitieve stoornissen zoals amnesie, verminderde snelheid en concentratie, en veranderingen in persoonlijk en sociaal gedrag.
Open hersenletsel
Hersenschade met schedelbreuk (bijv. door een schotwond) leidt vaak tot specifieke stoornissen, maar herstel kan relatief snel zijn omdat de schade lokaal blijft.
Epileptische aanvallen (convulsies)
Abnormaal vuurgedrag van cerebrale neuronen met
bewustzijnsstoornissen en abnormale motorische activiteit (schokkende spiercontracties of automatische, stereotype bewegingen
Symptomatische aanvallen
Secundair gevolg van specifieke organische factor (CVA, infectie, trauma, tumor, intoxicatie, koorts, etc.)
Idiopathische aanvallen
treden spontaan op zonder primaire organische oorzaak
Beide typen aanvallen kunnen in gang worden gezet door breed scala van stimuli, bijvoorbeeld alcohol, medicijnen, drugs, stress, koorts, visuele en auditieve stimuli, enz.
Focaal-epileptische aanvallen (Jackson-epilepsie)
Motorische aanvallen die lokaal beginnen (bij een focus) en zich uitspreiden over hele lichaam
o Focus (bijv. laesie of littekenweefsel) in primaire motorische of somatosensorische cortex
o ‘’Focale aware seizure’’ of ‘’focale impaired awareness seizure (complexe partiele seizure)’’
Focale impaired awareness seizure
Oorsprong vaak in temporaalkwab
Bewustzijnsstoornissen (dwanggedachten, déjà vu,
stemmingsveranderingen, hallucinaties), waaronder ook ‘’fugues’’ (schermtoestanden waarbij patiënten tot complexe handelingen in staat is)
Automatische bewegingen, routinehandelingen
Soms typische, bizarre, catatonische lichaamshouding
Gegeneraliseerde aanvallen - Grand mal
Acuut bewustzijnsverlies, vaak voorafgegaan door sensorische sensaties (aura)
Tonische krampen, gevolg door myoclonische contracties
(schokkende spiertrekkingen) over het gehele lichaam
Na motorische aanval kortdurend coma, gevolg door postictale toestand van verwarring
Gegeneraliseerde aanvallen - Petit mal
Meestal bij jongeren
Kortdurende aanvallen (enige seconden) met bewustzijnsstoornissen (‘’absences’’)
Geringe motorische verschijnselen (kleine trekkingen in handen en gelaat, draaien van de ogen, oogknipperingen)
Akinetische aanvallen
Vrijwel alleen bij kinderen
o Plotseling en meestal kortdurend verlies van spiertonus (meestal met vallen als gevolg)
Gliomen
Variëteit aan tumoren van gliacellen, variërend van
relatief goedaardig tot zeer kwaadaardig
Groeiend binnen hersenweefsel
Meningiomen
Goedaardige tumoren van hersenvliezen, afkomstig van arachnoïdale cellen
Groeien langzaam en buiten hersenweefsel
Metastasen
Uitzaaiingen
Goedaardige en kwaadaardige tumoren
gevaarlijk omdat ze druk uitoefenen op hersenweefsel, leidend tot functieverlies en sterfte van neuronen
Tumoren bovendien soms gevaarlijk omdat ze niet operatief te verwijderen zijn
Hersentumor - symptomen
(vooral gevolg van verhoogde intracraniale druk): hoofdpijn, braken, papiloedeem, diplopie, sufheid, bradycardie, convulsies
In de hersenen ontstaan gemakkelijk tumoren als metastasen van tumoren elders (longen, borsten)
Migraine
pijn veroorzaak door prikkeling van pijnreceptoren in hersenvliezen en arteriële vaatwanden (intra- en extracraniaal)
Klassieke migraine
Een vorm van migraine die begint met een aura (visuele of olfactorische sensaties, zoals flikkerscotomen), vaak veroorzaakt door ischemie in de occipitale cortex die zich naar anterior gelegen delen uitbreidt. De aanval begint met vasoconstrictie van cerebrale arteriën, gevolgd door vasodilatatie, wat de intense hoofdpijn veroorzaakt. De pijn is meestal eerst unilateraal en verspreidt zich vervolgens over het hele hoofd. Gaat vaak gepaard met misselijkheid en braken, en kan uren tot dagen aanhouden.
Gewone migraine
meestal bilateraal; geen aura; minder ernstig dan klassieke
migraine
Cluster hoofdpijn
unilaterale pijn in hoofd op gezicht; aanvallen duren kort maar
treden in hoog tempo groepsgewijs op
Oftalmologische migraine
Oogspierverlamming
Hemiplegische migraine
Hemiparese
Niet migraineuze vasuclaire hoofdpijn samenhangend met
arteriële verwijding van anoxie, anemie, ijle lucht, lichamelijke inspanning, hypoglycemie, voedsel, chemische substanties, zwelling van neusslijmvliezen
Hoofdpijn kan gevolg zijn van
neurologische aandoening (tumor, trauma, infectie, vasculaire
aandoeningen, hypertensie, etc.)
Spanningsachtige hoofdpijnen
samenhangend met (meestal geringe maar langdurige)
spiercontracties in hoofd-, nek-, en kaakgebied, leidend tot irritatie en pijn
Infecties van hersenen - gevolgen
Kunnen leiden tot sterfte van neuronen en gliacellen
Virale infecties
Leiden meestal tot niets-specifieke laesies van het centrale zenuwstelsel (bijv. door herpes simplex, poliovirus,
rabiësvirus, mazelenvirus, HIV, zikavirus)
Bacteriële infecties
Kunnen leiden tot meningitis of hersenabces (lokale
ophoping van pus in een holte, gevormd door
weefselnecrose). (bijv. door meningokokken,
pneumokokken, streptokokken, treponema
pallidum)
Myocitische infecties
Door schimmels, gewoonlijk wanneer weestand verminderd is door andere aandoeningen, zoals kanker of tuberculose
Parasitaire infecties
Bijv. malaria of amoebendysenterie
Infecties gaan meestal gepaard met
verhoogde intracraniale druk en bijbehorende symptomen (hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, convulsies, delier)
Bewegingsstoornissen, gevolg van
aandoeningen van
(a) motorische neuronen in hersenstam, of
(b) neuronen in primaire motorische cortex die naar ruggenmerg/hersenstam projecteren:
Myasthenia gravis
zwakte en snelle/sterke vermoeidheid van
lichaamsspieren (vooral spieren van het hoofd,
hersenzenuwen) door verstoorde neuromusculaire
impulsoverdracht na vernietiging van postsynaptische
(cholinergische) receptoren door eigen immuunsysteem (auto
immuunziekte)
Poliomyelitis
verlies van motorneuronen in ruggenmerg (en soms hersenstam) door virale infectie, met spierverlamming en atrofie als gevolg
Multiple Sclerosis (MS)
Aantasting van myelineschede van motorische (en in
mindere mate sensorische) zenuwvezels met verlammingen (vaak paraplegie) en sensorische uitvalsverschijnselen als gevolg
Myelineschede die de axonen bedekt en myeline producerende cellen worden vernietigd
Sclerose lag in aangetaste gebieden
Waarschijnlijk ook: axonale en neuronale degeneratie
Paraplegie
Motorische verlamming en sensorische uitval van onderste ledematen door complete ruggenmerg laesie
Syndroom van Brown-Sequard
halfzijdige ruggenmerg laesie met uitvalsverschijnselen onder het niveau van de laesie (in onderste ledematen)
Ipsilaterale motorische stoornissen (uitval van vrijwillige beenbewegingen)
Ipsilaterale uitval van fijne tast- en druksensaties
Contralaterale uitval van pijn- en temperatuurzin
Hemiplegie
Unilaterale laesie van neocortex, tractus corticospinalis, en basale ganglia als gevolg van cerebrospinale accident, tumor of hersenletsel, resulterend in
Contralaterale stoornissen in vrijwillige motoriek (verlammingsverschijnselen), lichaamshouding, en reflexen