HC5 H14 Pariëtale kwab en netwerken Flashcards
Partiële kwab - functionele indeling
De pariëtaalkwab kan functioneel worden onderverdeeld in de primaire somatosensorische cortex (anterior zone) en de posterior pariëtale cortex (posterior zone), met daarin de secundaire somatosensorische en polymodale cortex (PE + PF + PG).
Primaire somatosensorische cortex (S1)
S1 verwerkt somatische sensaties zoals tast, druk, pijn, temperatuur, trillingen, en de positie van hoofd, romp en ledematen, en stuurt informatie door naar secundaire somatosensorische gebieden en de motorische cortex.
Posterior partiële cortex (S2 + polymodale cortex)
Deze zone integreert somatosensorische S1, visuele, en auditieve informatie voor sensorimotorische transformaties, waardoor bewegingen worden ondersteund. Dit gebeurt onder invloed van de visuele dorsale stroom.
Sensorimotorische transformatie
Een proces in de posterior pariëtale cortex waarbij bewegingen worden gecoördineerd door het vergelijken van bewegingsplannen met somatosensorische feedback uit S1, essentieel voor acties zoals grijpen en navigatie.
Polymodale cortex
De polymodale cortex integreert zintuiglijke informatie (visuele, auditieve en somatosensorische) in de posterior pariëtale zone, wat bijdraagt aan multimodale perceptie en ruimtelijke oriëntatie.
Posterior cingulate gyri
Een structuur die bijdraagt aan ruimtelijke navigatie door informatie uit de posterior pariëtale cortex te ontvangen en te verwerken.
Efferente kopie
Een mechanisme in de posterior pariëtale cortex, door de M1 en premotorische cortex, waarbij een kopie van het bewegingssignaal wordt vergeleken met de feitelijke somatosensorische feedback, wat helpt bij het bijsturen van bewegingen.
Frontale oogvelden
Projecties vanuit de posterior pariëtale cortex naar de frontale oogvelden helpen bij het richten van oogbewegingen, zodat de omgeving effectief kan worden gescand.
Dorsolaterale prefrontale cortex
Deze cortex ontvangt input van de posterior pariëtale cortex en ondersteunt werkgeheugen voor ruimtelijke locaties, essentieel voor visueel-ruimtelijke taken.
Hippocampus en paralimbische cortex
De hippocampus ondersteunt lange termijn geheugen voor ruimtelijke informatie en vormt samen met de paralimbische cortex (zoals de posterior cingulate cortex) een basis voor ruimtelijke navigatie.
Somatosensorische functies (Anterior pariëtale cortex)
De somatosensorische cortex verwerkt somatische sensaties zoals tast, druk, pijn, temperatuur, trillingen, en de positie van lichaamsdelen en vormt daarmee een basis voor lichaamsbewustzijn.
Posterior pariëtale cortex - ruimtelijke oriëntatie
De posterior pariëtale cortex helpt bij de sturing van hoofd-, oog- en ledemaatbewegingen door het integreren van somatosensorische, visuele en auditieve informatie, en het creëren van topografische representaties van de omgeving vanuit een egocentrisch perspectief.
Motivatie en posterior pariëtale cortex
De activiteit van de posterior pariëtale cortex weerspiegelt ook de motivatie bij ruimtelijk gedrag, zoals het grijpen van voedsel of aandacht voor een interessante locatie.
Mentale representaties en transformaties
De posterior pariëtale cortex ondersteunt mentale representaties en manipulaties van objecten, zoals roteren en vanuit verschillende perspectieven bekijken, een vaardigheid die wordt getest met bijvoorbeeld de Cube test.
Ruimtelijke en rekenkundige functies in de polymodale pariëtale cortex
De polymodale cortex speelt een rol in ruimtelijke aspecten van rekenen en taal, waar bijvoorbeeld de betekenis van zinnen en rekenkundige operaties afhankelijk is van de positie van woorden of cijfers.
Somatosensorische laesies - Primaire en secundaire cortex
Schade aan de primaire en/of secundaire somatosensorische cortex kan leiden tot verhoogde somatosensorische drempelwaarden, slechte lokalisatie van tastprikkels, “numb touch” (niet voelen maar wel lokaliseren van een stimulus), en diverse somatoperceptuele stoornissen.
Astereognosis
Een stoornis waarbij het moeilijk is om objecten op de tast te herkennen, vaak het gevolg van somatosensorische laesies.
Simultaneous extinction
Een stoornis waarbij men aanraking aan één kant van het lichaam voelt, maar aanraking aan beide kanten niet kan waarnemen. Dit ontstaat vaak door schade aan de somatosensorische cortex.
Asomatognosie
Verlies van kennis of gevoel van het eigen lichaam of de lichamelijke toestand, meestal door rechtszijdige laesies.
Achterste pariëtale laesies
Schade aan de achterste pariëtale cortex kan leiden tot problemen met visueel gestuurde bewegingen (optische ataxie), problemen met aandacht (Balint-syndroom), en verstoring van ruimtelijke cognitie en objectrotatie.
Optische ataxie
Een stoornis waarbij visueel gestuurde reikbewegingen verstoord zijn, vaak door schade aan de achterste pariëtale cortex.
Syndroom van Balint
Een combinatie van optische ataxie, fixatieproblemen, en aandacht die beperkt is tot één object in de ruimte (simultagnosie van ruimtelijke locaties).
Contralateraal neglect
Verwaarlozing van de lichaamshelft en omgeving aan de kant tegenover de hersenlaesie, meestal links bij rechtszijdige laesies. Dit omvat het negeren van visuele, tactiele en auditieve informatie aan die kant.
Constructieve apraxie
Een stoornis waarbij ruimtelijke taken zoals bouwen, tekenen en puzzelen moeilijk zijn, vaak ernstiger bij rechtszijdige pariëtale laesies.
Ideomotorische apraxie
Problemen met het imiteren of uitvoeren van gebaren en bewegingen, geassocieerd met linkszijdige pariëtale laesies.
Ruimtelijke cognitie - achterste pariëtale laesies
Laesies in de achterste pariëtale cortex kunnen ruimtelijke oriëntatie verstoren, met problemen zoals moeite met kaartlezen, geheugenverlies voor bekende omgevingen en navigatieproblemen, vooral bij rechtszijdige schade.
Agrafie
Schrijfproblemen die vaak ontstaan door linkszijdige pariëtale laesies.
Acalculie/ Discalculie
Rekenproblemen veroorzaakt door schade aan de linker pariëtale cortex.
Links-Rechts verwarring
Een cognitieve stoornis waarbij individuen moeite hebben met het onderscheiden van links en rechts, vaak het gevolg van pariëtale laesies.
Contralateraal neglect - symptomen
Patiënten met contralateraal neglect hebben vaak problemen met zelfzorg (zoals maar de helft van het gezicht scheren), verkeersinzicht en botsen tegen objecten; ze zijn zich vaak niet bewust van hun verwaarlozing.
Test voor contralateraal neglect
Een kloktekentest kan contralateraal neglect onthullen: patiënten tekenen alleen de rechterhelft van de klok, wat duidt op verwaarlozing van de linkerkant van de ruimte.