HC3 H10 Principes van neocorticale functies Flashcards
Hiërarchische organisatie van de hersenen
Sommige functies kunnen gedeeltelijk op lagere niveaus van de hersenen worden uitgevoerd
Ruggenmerg: reflexen
- Eenvoudige reflexen in ledematen en romp, zoals rekreflexen (kniepeesreflex) en nociceptieve reflexen (terugtrekken)
- Ritmische loopbewegingen
- Spinaal dier -> ruggenmerg en CZS staan niet meer in communicatie met elkaar
Achterhersenen (verlengde merg en pons): houdingsondersteuning
- Eenvoudige reflexen in hoofdgebied (zuigreflex, slikreflex etc)
- Ritmische kauwbewegingen
- Houdingsreflexen
- Vitale lichaamsfuncties (ademhaling etc)
- Slaap-waakcyclys, alertheid: persistente vegetatieve toestand
- Laag decerebraat
Laag decerebraat
Wanneer de achterhersenen en het ruggenmerg samen kunnen blijven werken, maar niet meer met de rest van de hersenen
Middenhersenen (mesencefalon): spontane bewegingen
- Oriëntatiereacties - automatische bewegingen
- Volgbewegingen en fixatiereacties van ogen
- Vrijwillige bewegingen van dier om voedsel/water te vinden of te vluchten
- Automatische, stereotype bewegingen als reactie op stimulus
Hoge decerebraat
Hoge decerebraat
Heeft een intact mesencefalon maar heeft geen hoger-centrum voor hogere functies
Diencefalon: affect en motivatie
- Homeostase
- Emotionele motorische reactie en expressies, niet doelgericht, excessief
- Diëncephalisch dier -> ondanks het missen van basale ganglia en cerebrale hemisferen, heeft het dier een intact olfactorisch systeem, een hypothalamus en hypofyse
Basale ganglia: zelfonderhoud
- Integreren van eenvoudige, automatische reacties in meer complexe gedragspatronen
- Afstemmen van dit gedrag op de omgeving
- Eenvoudige stimulusdiscriminatie
- Eenvoudige vormen van leren
- Decorticatie
Decorticatie
Het verwijderen van de neocortex
Cortex: intentie en controle
- Complexe waarneming
- Selectieve aandacht
- Plannen, evalueren en aanpassen van vrijwillig gedrag
- Uitvoeren van complex gedrag: executieve functies
- Typisch (cortex) -> alles is intact
Plasticiteit van hersenen
hersenen kunnen uitval van bepaalde structuren gedeeltelijk
compenseren door inzet van andere structuren
Primaire gebieden - Brodmann’s gebieden
Motorisch, sensorisch
4, 3-1-2, 41 en 17
Secundaire gebieden - Brodmann’s gebieden
Verdere verwerking
Medium tone, dus bvb 6
Tertiaire gebieden/cortex - Brodmann’s gebieden
Associatief
Lichtste gebieden, dus bvb 9, 10 en 11
-> Multimodale sensorische neuronen die reageren op informatie van verschillende zintuigen
- ondersteund complexe waarneming, geheugen, taal, planning complexe handelingen “hogere order” functies
Laag 1, 2 en 3
Zorgen voor communicatie tussen cortexgebieden onderling (belangrijk voor complexe cognitieve en gedragsfuncties)