HC.2 - Myelodysplastisch syndroom (MDS) Flashcards

1
Q

Wat is MDS?

A

Een klonale aandoening mbt hematopoeitische stamcellen / progenitorcellen gekenmerkt door:

  1. innefectieve hematopoiese
  2. Neiging tot leukemische evolutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer komt MDS het meest voor? (leeftijd + geslacht)

A

Oudere leeftijd en mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan een persoon met MDS zich presenteren?

A
  • Asymptomatisch
  • Smymptomatisch: vermoeidheid/kortademig (anemie
    Terugekerende infecties -> neutropenie
    Bloedingsnijgingen -> trombocytopenie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een belangrijke kenmerk van MDS cellen?

A

Dysplasie van de cellen, dus een dysmorfe cellen. Cellen met abnormale vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is dysplasie bewijzend voor MDS?

A

NEE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ontstaat MDS?

A

door genetische of epigenetische veranderingen in hemaotopoietische stamcellen/voorlopercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan de afwijking veroorzaken?

A
  • Pech, dus replicatiefouten
  • expositie aan carcinogenen, zoals benzeen en pesticiden. Maar ook behandeling met chemo of radiotherapie
  • erfelijke factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In hoeveel procent vd patienten kan mutatie gedetecteerd worden bij MDS?

A

90%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 2 soort genen bij MDS vroeg gemuteerd?

A
  1. Epigenetische regulatoren
  2. Regulatoren van mRNA splicing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke 2 epigenetische regulatie vormen zijn er?

A
  1. DNA methylering
  2. Histon modificaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is er met de promotor bij MDS?

A

Hypergemetyleerd (in de CpG eilanden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet hypermethylatie?

A

deactiveren van genen, dus bv van tumor suppressor genes, zoals p53

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de prognose bij MDS? (levens verwachting)

A

Prognose varieert met levensverwachting van maanden tot vele jaren. Verschilt enorm, de prognostische factoren zijn hierbij belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke MDS prognostische factoren?

A
  • Cytogenetica
  • BM blast percentage
  • Hemoglobine (anemie)
  • Platelets (trombopenie)
  • ANC (neutropenie)
  • Moleculaire afwijkingen [nieuwe prog. factor]
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Heeft blasten percentage bij AML ook prognostische waarde?

A

Nee, maar bij MDS wel!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de enige curatieve behandeling bij MDS?

A

Allogene stamceltransplantatie

17
Q

Nadeel allogene stamceltransplantatie?

A

Hoge risico mortaliteit

18
Q

Welke behandelingsmogelijkheden MDS?

A
  • Supportive care (laag risico)
  • Immuunsuppressieve therapie (laag risico)
  • Intensieve chemo (volgens AML protocol) (hoog/zeer hoog riciso)
  • Ziektemodulerende middelen (azacytidinde) (hoog/zeer hoog reisico, evt curatief als daarna allogeen sct)
  • Allogene-SCT (hoog / zeerhoog risico)
19
Q
A