HC. 2 - Statistische begrippen Flashcards
Welke 3 demonen van het onderzoek?
- dataduivel
- Het replicatieprobleem
- De verificatiekramp
Wat houdt data duivel aan?
Dat data slecht gearchiveerd isW
Wat houdt replicatieprobleem in?
Studieresultaten moeten door andere studies gecheckt worden
Wat houdt verificatiekramp in?
Te hard proberen het gewenste resultaat te krijgen
Differentiele systematisch meetfouten?
In ene groep andere systematische meetfout dan de andere
Toevallige fout?
Door meetonnauwkerigheid van instrument of waarnnemer. (veroorzaken onnodige “ruis”)
Systematische meetfout?
Door fout in meet intstrument
Wat is nominaal
Geen ordening (geslachts, soort OK, klacjt)
Wat is ordinaal?
Wel rangorde (ernst ziekte, stagering tumor)
Wat is discreet?
Gehele getallen (aantal dagen ziek, aantal kinderen)W
Wat is continu?
Reele getallen zoals lengte gewicht bloeddruk inkomen
Wat valt onder numerieke/kwantitatieve variabelen?
Discreet en continu
Wat valt onder categorische variabele?
Nominaal en ordinaal
Wat is een t-test?
Verschillen tussen behandeling A en behandeling B analyseren
(de meest eenvoudige toets om twee gemiddelden te vergelijken van normaal verdeeldepopulaties)
Wat is lineaire regressie-analyse?
Het analyseren welke factoren de grootte van een gegeven bepalen
(een statistisch proces waarmee je een (meestal) lineair verband tussen twee grootheden kan aantonen en kwantificeren)
wat is chi-kwadraattoets?
Een chi-kwadraattoets is een statistische toets voor categorische data. De toets wordt gebruikt om te bepalen of je nominale of ordinale data significant afwijken van wat je had verwacht.
Wat is logistische regressie-analyse
Wel niet uitkomst analyseren.
Welke analyse methodes bij categorisch?
chi-kwadraattoets en logistische regressie-analyse
Welke methode numerieke?
t-test en liniaire regressie analyse
Ff de griekse letters en standaarddeviatie uitwerken
deze week is vaak 12 - 16 punten vaak in tentamen (4 tts bekeken)
Wat is de u?
Gemiddelde
Hoe berekenen standaard afwijking?
populatiestandaarddeviatie (o) / wortel van steekproefgroote (n)