HC.2&3 Anatomie van de tractus digestivus 1 en 2 Flashcards
Wat is het doel van kauwen?
Kauwen -> kleinere brokken, groter oppervlakte, mengen met speeksel en enzymen
Welke kauwspieren heb je (depressie, protractie en retractie)? Hoe worden deze geïnnerveerd?
Overzicht kauwspieren (4 paar): innervatie door n. mandibularis (=3e tak van n. trigemenius, V3)
• Depressie (+protractie)
- Twee tongbeenspieren + m. pterygoideus lateralis
- Zwaartekracht
• Elevatie
- M. masseter en m. temporalis + m. pterygoideus medialis
• Protractie en retractie
- M. pterygoideus lateralis en medialis
• Buccinator (n. facialis, VII, geen kauwspier!!)
Welke speekselklieren heb je? Hoe worden deze geïnnerveerd?
Speekselklieren:
• Glandula parotides
- Ductus parotideus, lateraal langs masseter, door buccinator heen
- Papilla ductus parotides: bij 2e bovenste kies
- Innervatie door n. glossopharyngeus (IX)
• Glandula submandibularis
- Ductus submandibularis mondt uit in caruncula sublingualis
- Innervatie door n. facialis (VII)
• Glandula sublingualis
- Ducti sublingualis minor
- Innervatie door n. facialis (VII)
Wat zijn de functies van de tong? Hoe worden de delen (anterior/posterior) geïnnerveerd? Welke spieren?
Tong (linga/glossus) -> smaak, gevoel, bewegen voedsel
• Anterior (2/3)
- Gevoel: n. lingualis (V3)
- Smaak: n. facialis (VII) via chorda tympani
• Posterior (1/3)
- Smaak en gevoel: n. glossopharyngeus
• Onderkant zit vast aan hyoid en mandibula
• Spieren: 3 intrinsieke spieren (vorm), 4 paar extrinsieke spieren (beweging)
- Mandibula, hyoid, palatum, processus stylodeus
W
Innervatie kauwspieren
n. mandibularis (V3)
Innervatie tong (spieren)
n. hypoglossus (XII) (&1 via n. vagus (X))
Innervatie tong (zintuigen)
Anterior 2/3: n. lingualis (V3): gevoel, n. facialis (VII)/ chorda tympani (smaak)
Posterior 1/3: n. glossopharyngeus (n. IX) (smaak + gevoel)
Innervatie speekselklieren
n. facialis (VII), n. glossopharyngeus (n. IX)
Innervatie hyoidale spieren
Suprahyoidaal: n. facialis (n. VII), n. mandibularis (n. V3), cervicale zenuwen (C1)
Intrahyoidaal: cervicale zenuwen (C1-C3)
Wat innerveert de mandibularis (V3)
Kauwspieren, suprahyoidale spieren, gevoel ant. 2/3 tong (via n. lingualis)
Wat innerveert de hypoglossus (XII)
Tongspieren
Wat innerveert de facialis
Smaak ant. 2/3 tong, speekselklieren (sublingualis, submandibularis), suprahyoidale spieren
Wat innerveert de vagus (X)
m. palatoglossus
Wat innerveert de glossopharyngeus
Gevoel en smaak post. 1/3 tong, speekselklier (parotides)
Wat innerveert de cervicale zenuwen
Suprahyoidale spieren (C1), infrahyoidaal spieren (C1-C3)