HC1: H3 Organization of the nervous system Flashcards
Rostrum/ rostraal
Bek
Candum/ caudaal
Staart
Dorsum/ dorsaal
rug
superior
Ventrum/ ventraal
Maag
inferior
Anterieur of frontaal
Ervoor
Posterieur
Erachter
Lateraal
Aan zijkant
Mediaal
Ertussen
Centrum
Coronale sectie brein
Verticaal, boven -> onder: frontale kijk op het brein
Horizontale sectie brein
Dorsale kijk vanaf boven op het brein
Sagittale sectie
In lijn van corpus callosum snijden: leidt tot mediale kijk op hersenen, je kijkt naar één zijkant
Ipsilateraal
Structuren aan dezelfde kant van het zenuwstelsel
Contralateraal
Structuren die aan andere kant van het zenuwstelsel
Bilateraal
Structuren die 1x in elke hemisfeer zitten
Proximaal
Structuren die dicht bij elkaar zitten
Distaal
Structuren die ver van elkaar zitten
Afferent
Beweging richting een hersenstructuur, vaak sensorisch
Efferent
Beweging die weggaat van het hersengebied, vaak motorisch
Precentrale gyrus
De primaire motorische cortex (M1) = somatomotor strip = motor humunculus
Centrale zenuwstelsel CNS
anatomische organisatie
Bestaat uit brein en ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel PNS
anatomische organisatie
Bestaat uit alle zenuwvezels erbuiten
Functionele organisatie van zenuwstelsel
Gaat meer om hoe de delen functioneren en samenwerken met elkaar: het CNS is de kern van het zenuwsysteem en is verantwoordelijk voor het reguleren van elk gedrag, het PNS bestaat uit twee functionele onderdelen
1. Somatic nervous system
2. Autonomic nervous system
Somatic nervous system SNS
Alle zenuwen van het ruggenmerg en brein. Vervoeren sensorische info van de spieren, de huid en gewrichten naar CNS, en vervoeren motorische instructies van het CNS naar spieren. Zorgt voor beweging
Autonomic nervous system ANS
Verantwoordelijk voor werking van de interne organen van het lichaam. Werkt volledig onbewust. Bestaat uit parasympatische zenuwen (rust) en sympathische zenuwen (activatie)
CNS beschermt tegen beschadiging en infecties door:
- Schedel en ruggenmerg door ruggengraat. PNS heeft dit niet, maar deze kan beter herstellen.
- Meninges
- Cerebrospinal fluid CFS: kleurloze oplossing van NaCL en andere zouten. Vormt kussen
- Bloed-hersenbarriere: tight junction
Meninges
Drie lagen membraan tussen hersenen en schedel
Dura mater (harde moeder)
Arachnoïde membraan (spinnenwebvlies)
Pia mater (zachte moeder)
Hydrocephalus
Waterhoofd, als CFS wordt geblokkeerd, kan intellectuele beperkingen of dood als gevolg hebben
Ischemic stroke
Minder heftig. Bloedvat in hersenen blokkeert. Dit kan worden behandeld door het toedienen van tissue plasminogen activator (t-PA) binnen 3 uur wat zorgt voor een normale bloedtoevoer naar het brein
Haemorrhagic stroke
Heel hevig. Een bloedvat in hersenen knapt. Hierbij GEEN t-PA toedienen, dan wordt bloeding erger
CVA’s
Vormen de belangrijkste oorzaak van hersenbeschadigingen. Symptomen variëren door de
locatie van het zuurstoftekort, die ook varieert. Sommige mensen hebben connecties tussen slagaderen,
waardoor een andere ader bloed kan leveren in het geval van een CVA, waardoor de effecten van een
CVA geminimaliseerd worden.
Progenitor cel
Stamcel in een embryo, worden niet-deelbare primitieve zenuwcellen: neuroblasten (neuronen) en glioblasten (gliacellen)
-> interneuronen, projecting neuronen, oligodendroglia en astrocyte
Sensorische neuronen
Transport van info van sensorische receptoren in of op het lichaam naar ruggenmerg en brein CNS. Structureel meest simpele vormen neuronen
Bipolair neuron: 1 kort dendriet, 1 kort axon met 1 soma
Somatosensorische: 1 langer neuron waarbij sensorische dendriet (binnenkomende info) direct overgaat in axon (output) -> soma aan zijkant
Interneuron
Connectie tussen sensorische en motorische neuronen CNS
Ontvangen enorm veel info van verschillende bronnen, dus ze hebben vaak groot netwerk van dendrieten
Stellate(ster-)neuron: klein, vol dendrieten
Pyramidal cell: lang axon, piramidevorming soma en twee sets dendrieten
Purkinje cell: extreem vertakte dendrieten (cerebellum)
Motorische neuronen
Informatie vanuit CNS gaat naar spieren. Liggen in hersenstam en ruggenmerg. Grote dendritische netwerken, groot soma en lange axonen
Ependymal cellen (glia)
Produceren CSF dat de ventrikels vult
Astrocyten (glia)
Geven structurele steun aan CNS. Vertakkingen zitten vast aan bloedvaten en brein. Vaste structuur waarin neuronen op hun plaats blijven en voedingsstoffen en chemische stoffen worden overgebracht. Ook beschermende functie in bloed-hersenbarriere
Microglia
Zijn de enige gliacellen die in het bloed worden gemaakt, ze vormen het immuunsysteem van de hersenen, naast bloed-hersenbarriere
Twee soorten gliacellen die myeline vormen om axonen
Oligodendroglia (CNS): kunnen niet terug groeien na beschadiging
Schwann cellen (PNS): kunnen terug groeien na beschadiging
Kleuren in brein
Donker: grijze stof: cellichamen en dendrieten van neuronen, input van info
Lichter: witte stof: axonen van zenuwcellen met vettige oppervlakte (myeline). Vormen connecties tussen verschillende cellen van brein
Mix: reticular matter: combi van axonen, dendrieten en cellichamen
Nuclei of clusters
Grote groep cellichamen in CZS