H4.3 Flashcards

1
Q

Darmflora nuttige functies

A
  • Maakt vitamines
  • Beschermt tegen allerlei pathogenen zoals salmonella
  • Spijsvertering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Belangrijk microflora

A

Is intermediair in onze huishouding, dus tijdens zwangerschap veranderen de diëtaire voorkeuren

Darmflora gaat andere producten maken

Zorgt ervoor dat baby zich goed gaat ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Spijsvertering x darmflora

A
  • Bacteriën kunnen biochemische reacties uitvoeren die wij niet kunnen
  • Afbraak cellulose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dik

A
  • Darmflora die beter in staat is om suikers om te zetten
  • Komt omdat ze meer bacteriën hebben die cellulose verbindingen kunnen verbreken
  • Zorgen voor aanleg om dik te zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afweersysteem

A
  • Bacteriële fysiologie stelt bepaalde beperkingen aan de structurele motieven die bacteriën op hun oppervlak tot uitdrukking kunnen brengen
  • Zeer geconserveerde bacteriëke motieven kunnen daarom door specifieke receptoren herkend worden en deze receptoren liggen dan aan de basis van de aanboren immuniteit en veroorzaken filminante antwoorden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Immuniteit darm

A
  • Fysieke barrieres: milieu interieur en exterieur
  • Chemische barriers: maagzuur
  • Celautonome epitheliale immuniteit: inflammasomen
  • Fagocyten comporatiment: monocyten en neutrofielen
  • Adaptieve (aangeleerde) immuunsysteem: T-cel en B-cel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Darm moet aan twee verschillende eisen voldoen

A
  • Darm moet bestand zijn tegen toxische en mechanische belasting (vereelt meerlagig epitheel)
  • Darm moet efficiënt water en voedingsstoffen kunnen opnemen (eenlagig epitheel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Meerlagig epitheel

A

In slokdarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De rest van de darm qua epitheel

A

Eenlagig aanwezig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe epitheel toch bestand houden tegen toxische en mechanische belasting?

A

Vanuit de crypten worden continu nieuwe epitheelcellen gemaakt zodat epitheelcellen vrijwel nooit defect zijn en de belasting daardoor niet meer tegen kunnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Functie maagzuur?

A

Pathogenen beschermen d.m.v. zuurproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bacteriën die ondanks zuur toch oppervlakte bereiken

A
  • Stimuleren NF-kB in cytoplasma van G-cel
  • Eiwitsynthese verhoogd door vergrote genexpressie
  • Meer gastrine aanmaak
  • Pariëtaalcel gestimuleerd
  • Meer zuur
  • Mucusproductie verhoogd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Normaal wordt NF-kB beschermd door het eiwit I-kB, maaar…

A

Helicobacter pylori verhoogt de maagzuurproductie door afbraak van I-kB in G-cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ecologische barriere

A

Slijm dat geproduceerd wordt door de mucines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Mucus x bescherming

A
  • Mucus bestaat uit hydrofiele glycoproteïnen
  • Vormt een passieve fysieke, maar ook chemische barriere tegen bacteriën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Mucine van ecologische barriere veranked in….

A

Celmembraan

16
Q

Slijmbekercellen functie

A
  • Kunnen ook mucus produceren dat los in het lumen komt
  • Gobletcellen starten afgifte mucus bij herkenning van bacteriën
  • Als Toll-like receptor een bacterie motief herkent wordt het NF-kB geactiveerd waardoor er meer mucus wordt geproduceerd
17
Q

Paneth-cellen

A
  • Actieve barriere
  • Bevinden zich diep in crypten van dunne darm
  • Produceren anti-microbiotische peptides
  • Vormen een chemische bescherming tegen bacteriën voor met name de stamcellen in crypten van Lieberkühn
18
Q

Waar is aangeboren immuunsysteem van afhankelijk?

A

Fagocyten

19
Q

Functie fagocyten

A
  • Herkennen lichaamsvreemde elementen middels invariante motieven of antilichaam binding
  • Lichaamsvreemde elementen worden vernietigd door fagocytose gecombineerd met zuurstofradicaal productie en proteolytische enzymactiviteit
20
Q

Wiskott-Aldrich syndroom

A

Ziekte waarbij de patiënt geen functionele granulocyten heeft

Krijgen ook bloedingen, omdat de bloedplaatjes gemuteerd zijn

21
Q

Behandeling Wiskott-Aldrich syndroom

A

Beenmergtransplantatie

22
Q

Monocyten en macrofagen

A
  • Eerste lijn verdediging
  • Monocyten: als in bloed
  • Macrofagen: als in weefsels

Houden in de gaten of er pathogenen door de barriere komen

23
Q

Functie monocyten en macrofagen

A
  • Houden in de gaten of er pathogenen door de barriere komen
  • Als ze het waarnemen zullen ze cytokines afgeven waardoor neutrofiele granulocyten worden aangetrokken
24
Q

Hoe parasitaire infecties bestrijden?

A

Met eosinofiele granulocyten

25
Q

Mestcellen

A
  • Reageren direct op allergenen
  • Kunnen overgevoelig zijn
  • Dan allergie of IBS