H4.2 Flashcards

1
Q

Darmkanker kenmerken

A
  • 12.000-13.000 mensen jaarlijks
  • 5000 overlijden
  • Mannen rond 55-75 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorkomen darmkanker

A

Overal in dikke darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Colorectal cancer (CRC)

A

Tweede plek van vaak voorkomende kanker in Europa (borstkanker nummer 1)

Tweede plek van meeste doden (longkanker nummer 1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit wat ontstaat darmkanker?

A

Uit adenomateuze poliepen

In ons leven kan een mutatie in het APC-gen ontstaan waardoor zich in het epitheel een poliep gaat vormen. Als er nog meer mutaties optreden kan een poliep overgaan in een kwaadaardig carcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Poliepen ontwikkeling tot carcinoom

A
  1. Poliepen
  2. Laaggradige dysplasie
  3. Hooggradige dysplasie
  4. Carcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Risicofactoren ontstaan darmkanker

A
  • Roken
  • Alcohol
  • Bewegen
  • Voeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Advies darmkanker

A
  • Dagelijks voldoende vezels binnenkrijgen
  • Niet meer dan 500 gram vlees per week
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Etiologie coloncarcinoom

A
  • Spontaan mutatie APC-gen
  • Familiaire belasting 18%
  • Genetische aanleg 7%
  • Lynch 5%
  • IBD 1%
  • FAP 1%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

FAP patiënten (familiaire adenomateuze polyposis)

A

Bij normale mensen muteert APC-gen ergens in het leven

Bij FAP is gen al vanaf geboorte gemuteerd

Rond 40 jaar al darmkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Behandeling FAP

A

Hele colon verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Locatie

A
  • 70% links
  • 30% andere kant
  • 20% rechts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Functie dikke darm?

A

Onttrekt water uit ontlasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom minder last van tumor in proximale deel colon?

A

Ontlasting is nog vloeibaar

In distaal deel is ontlasting hard en ontstaan sneller opstoppingen

Ook is bloed dat in dit gedeelte van het colon verloren gaat beter herkenbaar in ontlasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symptomen CRC

A
  • Obstructie lumen
  • Bloedverlies
  • Gewichtsverlies, vermoeidheid, dyspneu d’effort bij anemie
  • Symptomen metastasen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Obstructie lumen

A
  • Veranderd defecatiepatroon: frequentie, consistentie
  • Vol gevoel/buikpijn
  • Volledige stof leidend tot ileus, misselijkheid, braken en hoge peristaltiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bloedverlies

A
  • Occult: anemie (microcytair/ijzergebrek)
  • Macroscopisch (melena of rood bloedverlies)
17
Q

Symptomen metastasen

A
  • Bijvoorbeeld icterus door levermeta’s of galwegobstructie door lokale klieren
  • Zwelling buikomvang door ascites
18
Q

Diagnostiek CRC

A
  • LO
  • Bloedonderzoek
  • Colonoscopie
  • X-thorax, CT-abdomen
19
Q

LO x CRC

A
  • RT: palpabele tumor, bloed aan handschoen
  • Palpabele weerstand, hepatomegalie, ascites, pleuravocht
20
Q

Bloedonderzoek x CRC

A
  • Hb
  • MCV
  • CEA (kanker waardes niet bij iedereen met uitgebreid CRC aanwezig)
21
Q

X-thorax, CT-abdomen

A
  • Lymfeklieren
  • Levermetastasen
22
Q

Colonoscopie

A
  • Tot aan de klep van Bauhin en appendix opening
  • Caecum
  • Meteen poliepen verwijderen
23
Q

Hoe stadium bepalen?

A
  • Lokale diepte penetratie in/door darmwand
  • Lokale kliermeta’s
  • Metastasen op afstand
24
Q

TNM stadium

A
  • T: door welke wand de tumor is gegroeid (T1 alleen in mucosa, in spierlaag komt chirurgie kijken)
  • N: kliermeta’s
  • M: metastase in organen
25
Q

Bepalend voor resectie preparaten?

A

T en N

26
Q

Behandeling colorectaal carcinoom

A
  • Vroegcarcinoom: endoscopische verwijdering
  • Chirurgie
  • Radiotherapie / chemotherapie
27
Q

Minder invasieve testen

A
  • FIT test
  • Guaiac FOBT test
28
Q

FIT test

A
  • Gericht op globinemolecuul
  • Detecteert alleen humaan Hb
  • Maar een enkele keer test doen
  • Geen dieetvoorschriften
29
Q

Guaiac FOBT test

A
  • Detecteert de heemgroep in Hb
  • 3 dagen achter elkaar deon
  • Soms medicatie stoppen voor betrouwbare emting
  • Dieetvoorschriten (geen rood vlees)