H3.8 Flashcards
Waar vindt grootste deel voedselopname plaats?
- Duodenum
- Jejunum
Darm heeft een overcapaciteit om voedsel op te nemen
Monomeren
- Opgenomen door enterocyt
- Afgegeven aan bloed
Waar opname galzouten en vitaminen?
Distale ileum
Water- en zouthuishouding speelt een rol
Wat vindt er in proximale deel van darm plaats?
Reabsorptie van nutriënten
Enterocyt
- Gepolariseerde epitheelcel met apicaal en basolateraal deel
- Kan nutriënten transporteren van apicale naar basolaterale kant
Zijden zijn gescheiden tot tight junctions
SGLT-1
- Glucose en galactose opnemen
- Maakt gebruik naar natriumgradiënt
- Secundair actief proces
- Kan tegen concentratiegradiënt in
GLUT-5
- Fructose
- Passief transport
- Alleen opname als er verschil is in concentratie tussen intracellulair en extracellulair
In de cel worden een deel van glucose gebruikt
GLUT-2
- Glucose, fructose en galactose aan bloedzijde passief afgeven
- Natrium onafhankelijk
- Downhill
Natrium gekoppeld glucose co-transport uitleg
Kanaal bevat negatieve groepen waaraan natrium kan binden
Als natrium bindt treedt er conformatieverandering op waardoor glucose ook naar binnen kan worden getransporteerd
Glucose en galactose transport
- Uphill
- Na-gekoppeld
Fructose transport
- Na-onafhankelijk
- Downhill
Exit door basolaterale membraan
Na-onafhankelijk
Uiterlijk enterocyt
- Op: 6 verschillende transporters voor aminozuren
- Voor de opname van meervoudige vetzuren zitten op enterocyt ook nog N-terminale peptidases (aminopeptidases)
Di- en tripeptidases transporteren
Door H+ oligopeptide cotransporter, PepT1 gekoppeld aan protongradiënt
Protongradiënt wordt in stand gehouden door NHE3
Wat gebeurt er al di- en tripeptidases in cytosol van enterocyt komen?
Verder afgebroken tot aminozuren door dipeptidase en tripeptidases
Aminozuren uiterlijk
Omgeven door 3 verschillende transporters aan de basolaterale zijde
Opname ongeconjugeerde galzouten
Jejunum en colon passief, maar merendeel in ileum door IBAD
Glucose-galactose malabsorptie
- Mutatie in SGLT-1 (auto rec.)
- Malabsorptie van glucose, galactose, lactose, sucrose, zetmeel en alfa-dextrines
Gevolgen glucose-galactose malabsorptie
- Ernstige osmotische diarree
- Dehydratie vanaf geboorte (lactose voeding)
Behandeling glucose-galactose malabsorptie
Fructose-dieet geven
Fijne aan glucose-galactose malabsorptie
Geen glucosurie, want niertubuli bezitten zowel SGLT 1 als 2
Cystinurie
- Door mutatie in transporter voor basische aminozuren + cysteïne
- Cysteïne opname is semi-essentieel
- Deel cysteïne moet je via voeding binnen krijgen