Geneeskunde 2A2 HC week 11 - 9/11 Flashcards
Wat is een symptoom?
Een door de patiënt aangegeven klacht op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied als uiting of gevolg van een onderliggende ziekte
Hoe ziet de normale anatomie van de tractus digestivus er (globaal) uit?
- mond: intake van voedsel
- slokdarm: voedsel richting maag
- maag: vertering en door vervoeren naar duodenum
- duodenum: gal (vetvertering en bruine kleur ontlasting) en pancreassap (verdere vertering eiwitten en vetten) toevoegen
- dunne darm: absorptie van belangrijke voedingsstoffen
- dikke darm: colon ascendens, -transversum, -descendens, -sigmoïd en rectum, vocht uit voedselbrij onttrekken
- anus: ontlasting verlaat lichaam
Hoe moet je klachten van de tractus digestivus interpreteren?
Inschatten hoe erg de klacht is, is erg belangrijk!
- een acutere klacht is alarmerend in vergelijking met een langer bekende klacht
- bijv. 80% v.d. Westerse bevolking heeft last van maagzuur –> een klein deel krijgt hierdoor een ontsteking en nog een kleiner deel een Barrett slokdarm –> daarom eerst 2 wkn maagzuurremmers en daarna pas doorsturen
Wat zijn risicofactoren voor een tumor in de tractus digestivus?
- leeftijd
- geslacht: slokdarm- en darmkanker vaker bij mannen
- leefstijl: roken, alcohol (slokdarmkanker)
- familiegeschiedenis
- voorgeschiedenis
- andere symptomen
Wat zijn algemene en specifieke symptomen van gastro-intestinale tumoren?
Algemeen: vaak bij een verder gevorderd stadium
- moeheid
- gewichtsverlies (vergroot energieverbruik en verminderde eetlust)
- pijn
Specifiek:
- obstructieklachten: afhankelijk van locatie verschillende symptomen
- bloedverlies: tumoren van GI-stelsel bloeden snel (bloedarmoede, zwarte ontlasting, rode ontlasting, etc.)
Wat zijn de meest voorkomende symptomen bij een slokdarmcarcinoom?
- passageklachten (dysfagie): door een vernauwd lumen
- pijn (odynofagie = pijn bij het eten)
- ongewild gewichtsverlies (minder eten o.a. door pijn)
minder voorkomend:
- bloedbraken/melena (zwarte ontlasting)
- heesheid (proximale tumoren, drukken op n. laryngeus recurrens)
- hikklachten (onderkant slokdarm, prikkelen het middenrif (n. phrenicus))
- maagzuur
- foetor ex ore (slechte adem)
- anemie
Wat zijn de meest voorkomende symptomen bij een maagcarcinoom?
Erg afhankelijk van de locatie en de grootte van de tumor
- Proximaal: dysfagie (passageklachten), bloedverlies en gewichtsverlies
- Niet-proximaal: verminderde eetlust, snel vol gevoel, misselijkheid, braken (bij blokkade van de pylorus), gewichtsverlies, pijn
Wat zijn de meest voorkomende symptomen bij een colorectaal carcinoom (CRC)?
Veel voorkomend:
- veranderd defecatiepatroon
- bloedverlies: rechtszijdig minder goed zichtbaar omdat het gemengd is in de ontlasting (melena)
- buikpijn: veel minder bij rechtszijdige tumoren (20%) omdat de ontlasting hier nog dun is en er goed langs kan
Minder voorkomend:
- ileus (misselijkheid en braken)
- gewichtsverlies
- vermoeidheid
Wat zijn de meest voorkomende symptomen bij een pancreascarcinoom?
Vaak pas symptomen in een vergevorderd stadium, wat het erg dodelijk maakt
- rugpijn: doorborend, begint in de navel en trekt door naar de rug
- gewichtsverlies: vaak extreem, verminderde vertering voedingsstoffen (waaronder vetten)
- (stille) icterus: 75% pancreaskopcarcinoom en dus afdrukken galwegen, hierdoor gele kleur en/of jeuk
Wat zijn de meest voorkomende symptomen bij een galwegcarcinoom?
- icterus
- jeuk
- pijn in de bovenbuik
- verminderde eetlust
- gewichtsverlies
–> bij 1 aangedane galweg maar minimale icterus symptomen (wel aanwezig in het bloed!)
Naar welke organen metastaseren tumoren in de tractus digestivus het snelste/vaakste?
- lever (via v. portae): pijn (uitzaaiing tegen leverkapsel met zenuwen), referred pain (uitstralingspijn), icterus
- long (via v. cavae): kortademigheid, hemoptoë (bloed opgeven) en pijn aan de thorax
- mindere mate naar de botten: pijn en zenuwuitval
Hoe meer tumorload (incl. uitzaaiingen), hoe meer energie het kost van het lichaam
Waarom is vroege opsporing voor tumoren in de tractus digestivus belangrijk?
- voor ontdekking in een vroeg stadium
- voor meer kans op genezing
- voor meer kans op minder invasieve behandelingsopties
–> echter moeilijk omdat patiënten in een vroeg stadium eigenlijk geen symptomen hebben
–> slokdarm- (Barret), maag- (metaplasie/atrofie) en CRC (poliep) hebben allemaal een voorstadium waarbij de ontwikkeling naar een maligniteit voorkomen kan worden als het op tijd ontdekt wordt
Wat zijn de eisen om een bevolkingsonderzoek te mogen starten?
- een groot aantal mensen krijgt de ziekte
- een groot aantal mensen overlijdt aan de ziekte
- vroege opsporing leidt tot een verlaging van de incidentie en/of mortaliteit (je kunt er dus iets aan veranderen waardoor een vroege opsporing gunstiger is t.o.v. een latere ontdekking)
Hoe is het bevolkingsonderzoek naar CRC in Nederland?
- via een FIT (fecaal immunochemische test) van de ontlasting (zoekt naar bloed (zichtbaar en onzichtbaar))
- bij gevonden bloedsporen patiënt uitnodigen voor colonoscopie (sensitiever) –> op zoek naar carcinomen of voorstadia hiervan (poliepen –> direct weghalen)
- bij mensen tussen 55-75 jaar
Hoe is de epidemiologie van slokdarmcarcinomen?
Wereldwijd komt het erg veel voor, met name in China, Korea en Japan (alle drie genetisch), minder bij ons in NL; wel forse toename adenocarcinoom
- toename waarschijnlijk door een slechtere levensstijl
- toename sinds jaren ‘80
- kans op oesophaguscarcinoom is 1,5%
- 2,7% van alle maligniteiten
- 65-70% is ouder dan 65 jaar
- 4% is jonger dan 45 jaar