Deel 2.1 - Fysische geografie van rivieren Flashcards
Rivieren vormen een onmisbaar onderdeel in waterkringloop
Ondergrond in Nl kent veel grof materiaal zoals zandige klei, maar vooral zand, grind dat door stromende rivieren i pleistoceen is afgezet.
Sponswerking
het vasthouden van water in een bepaald gebied door grond/vegetatie
Vertragingstijd
tijd tussen vallen neerslag en moment dat het water in rivier komt
Stroomgebied
het gebied dat afwatert op een bepaalde rivier en zijn zijrivieren
Stroomstelsel
het totaal van alle rivieren die naar de hoofdrivier water afvoeren
Hoofdfunctie van rivier
afvoer van overtollig regen/smeltwater vanuit het stroomgebied
Maatgevende afvoer
het maximum aan afvoer
Piekafvoer
kortdurende extra grote waterafvoer (ca 1x per jaar
Transportmogelijkheid via rivier:
Door aanleg van kanalen kunnen schepen nu verder varen
belangrijke kanalen zijn:
Rijn-main-Donaukanaal: doorvaren tot aan zwarte zee
Rhone-Rijnkanaal
Marnekanaal
Dormund-ems kanaal
Rivier de Maas
Regenrivier, gemiddelde waterafvoer van rijn is groter maar het regiem van de maas is weer groter dan de rijn. Kan zomers droogliggen, scheepsvaart ligt dan stil. Maas heeft tevens veel meanders, door aanleg van kribben neemt de stroomsnelheid toe en schuurt vooral het midden van de rivier uit
Rivier de Rijn
Splits zich in nl in het pannerdens kanaal en de Waal. In de Neder-Rijn zijn 3 stuwen gebouwd(Driel, amerongen, hagenstein). als er veel water afgevoerd moet worden worden ze opengezet. Ontspringt in zwitserland en heeft 3 belangrijke zijrivieren: Main, Neckar, Moesel
Kwel
Toestroming van grondwater naar de oppervlakte op lage plekken in het landschap
Retentiebekken
reservoir naast rivier, het teveel aan water wordt in dat gebied gelaten en vastgehouden.
Zo wordt de waterstand stroomafwaarts lager, daar zijn dan minder maatregelen nodig