16 - Bestaansmiddelen Flashcards
Bestaansmiddelen
Middelen waarmee iemand in primaire behoeftes kan vervullen
Primaire sector
ookwel de agrarische sector -
levert voedsel en grondstoffen
- Landbouw, jacht, visserij , delfstoffenwinning
Landbouw
geheel van economische activiteiten waarbij land wordt gebruikt voor productie van planten/dieren voor menselijk gebruik
Extensieve landbouw = in geringe maten ingrijpen in natuur, lage opbrengst, weinig inbreng kapitaal per hectare
Intensieve landbouw = Veel middelen inzetten om productie te optimaliseren (machines, mest, chemische bestrijdingsmiddelen, meerdere oogsten in een jaar
Landbouw kan ook verdeeld worden in:
Akkerbouw: Gewassen op braakliggend land worden verbouwd en geoogst, voordat geplatn kan worden moet boer eerst ploegen en eggen daarna vindt bemesting met (kunst)mest plaats
Tuinbouw: Vorm van landbouw waarbij groenten, bloemen, planten bomen, bollen/zaden op intensieve wijze worden geteeld - Lijkt veel op akkerbouw maar meer doen met de hand
-Vollegrondstuinbouw: tuinbouwproducten op een akker (afhankelijk van klimaat)
-Glastuinbouw: In een kas met optimale groeiomstandigheden (kapitaal en kennisintensief)
Veeteelt: Vee houden voor verkrijgen van dierlijke producten (vlees, melk, eiren, bont)
- Vee op klein oppervlakte: Levert veel op maar welzijn dieren is slecht (slecht keurmerk)
- Vee dat vrij loopt: Vooral in australie/vs/brazilië, soms moet de bouw dan ook meetrekken
Bosbouw: Onderhouden van bossen voor productie, ofwel bestaande bossen of productiebossen(speciaal aangelegd) veelal voor houtproductie maar ook rubber/kurk
Jacht
Zoeken en doden van wilde dieren, oorspronkelijk voor voedsel, tegenwoordig vaak als bestrijding tegen schade aan gewassen of bescherming natuurwaarde
Visserij
Alle menselijke activiteiten die richten op levende wezens ui water halen (soms ook middels kweken)
Kan naar verschillende categoriën ingedeeld worden:
Type water geografischeligging(kust, binnenzee)
soort wezens
werkwijze(sleepnet, hengel)
gebruiksdoel(industrie, lokaal)
ontwikkeling (industrieel, ambachtelijk)
Visquota
maximaal aantal vis dat een land per jaar mag vangen
Delstroffenwinning
Systematisch delfstoffen uit bodem ontrekken (gesteene en mineralen die nuttig gebruikt kunnen worden) - Alleen gewonnen als het economisch rendabel is, sociaal draagvlak heeft en technisch mogelijk is
Vaste delfstoffen: Brandstoffen (kolen, uranium), metalen in zuivere vorm(goud, zilver) of metalen in erts (koper, ijzer) mineralen (zout) of bouwsteen (zand, grind, kalksteen)
Vloeibare delfstoffen: aardolie
Gasachtige delfstoffen: aardgasbellen
Secundaire sector(industriële):
Verwerken grondstoffen uit primaire sector voor verkoop aan tertiaire sector
Ambachtelijke productie = verwerking met de hand
Onderverdeling industrietak: Volgens centraal bureau voor statistiek (cbs) : De standaard bedrijfsindeling (SBI) - Kent verschillende hoofdgroepen waarvan industrie er één is (C)
C10 (Vervaardigen voedingsmiddelen)
Groot deel producten primaire sector worden verwerkt in fabrieken (schoonmaak, verpakken, of verwerking (bijvoorbeeld appels naar appelmoes)
C13/C14 Verwerking textiel & kleding
Textiel = geweven stof van draden/vezels van katoen,glas,wol,zijde - Het spinnen tot garen/draden in een fabriek,
Confectiefabrieken = verwerken de gemaakte stof vervolgens tot kleding of gordijnen etc
C19 Aardolieverwerking
Olieraffinaderijen zetten aardolie in in andere (brandstoffen) & grondstoffen. Olie wordt door een destillatieoren gepomt en steeds hoger in de toren verwerkt
C20 Vervaardiging chemische producten
Chemische veranderingen aan bestaande (grond)stoffen, eindpruct is chemisch product: kunssttof/kaarsen/verf etc - Aardolie is belangrijkste grondstof voor chemische eindproducten
C24/C25 Metalen in primaire vorm /producten van metaal
bewerken van metalen, in buurt van hoogovens.
Ruwijzer
materiaal dat ontstaat na eerste proces van verwerken van erts naar ijzer
Hightechindustrie
Alle fabrieken met nieuwste technieken/uitvindingen, dit zijn de volgende sectoren.
(ligt vaan rondom technische universiteiten)
- Lucht- en ruimtevaarttechnologie
- Farmaceutische industrie
- Kantoorapparatuur/computers
- Telecommunicatie
- Medische, optische en precisie-instrumenten
Vestigingsfactoren bedrijf(5)
- Afzetmarkt: Genoeg mensen om aan te verkopen?
- Arbeiders: Kennisniveau arbeiders en juiste afweging van lonen (lageloonlanden)
- Grondstoffen: in buurt van grondstofleverancier
- Kapitaal: Genoeg investeerders? (rijke landen/arme landen)
- Transport: Infrastructuur van en naar vestigingsplek?
Tertiaire en quartaire sector
Dienstensector / dienstverlenende sector = verkoop van eindproducten uit primaire/secundaire sector
Dienstensector is bestaansmiddel in rijke landen
- er vind geen verdere bewerking meer plaats - diensten kosten veel geld
Welvaartniveau van een land is af te lezen van:
aantal mensen dat in dienstensector werkt
Vestigingsfactoren tertiaire sector
Vaak rondom of buiten de stad
-(1)Condentrische stadsmodel
bestaande uit 5 zones (Cirkel van binnen naar buiten)
Sectormodel van Hoyt
Sectoren afhankelijk van de aanwezige infrastructuur
Cirkel verdeelt in kleinere onderdelen
Meerkernenmodel
Niet één maar meerdere kernen, wijken met eigen voorzieningen (Veschillende “blokken”)
Globalisering/modialisering
continue proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie = aarde is een Global village
Multinationale ondernemingen zijn:
zijn hoofrolspelers van Globalisering = bedrijven met vestigingen in verschillende landen, hele wereld is werkterrein
Multinationals zijn te verdelen in 3 onderdelen:
- Hoofdkantoor
- Onderzoeksafdeling (research/development)
- Fabrieken (In periferie)
Uitschuiving van de industrie
Door globalisering ontstond nieuwe internationale arbeidsverdeling van centrum naar de (semi)periferie) = Uitschuiven van de industrie
Globalisering heeft ook geleid tot een tweedeling:
Fast World = burgers sterk verbonden met rest van moderne wereld
Slow World = Niet/niet goed verbonden met rest van moderne wereld
Triade
belangrijkste activiteiten/economische machtblokken - centrum wereld
BRIC Landen
Landen welke sterk in opkomst zijn (behoren nu tot semi periferie)
Brazilië / Rusland / India / China
NIC landen
newly industrialized countries
Kenmerk = sterk gericht op export