5 - Weer Flashcards
Atmosfeer
dampkring) = Luchtlaag van 70km dik, blijft door zwaartekracht om de aarde >hierdoor is leven mogelijk
Atmosfeer bestaat uit (van buiten naar binnen)
Exosfeer > Thermosfeer >Mesosfeer > Stratosfeer > Troposfeer
ExTra MaST
Weer
Veranderingen op dagelijkse basis binen atmosfeer (met name troposfeer)
Temperatuur = = temperatuursfactoren:
schuine stand aarde breedteligging type aardoppervlak(water/land) warmtetransport relief hoogetligging
Zon boven noordelijke helft(noorderbreedte) of zuidelijkee helft (zuiderbreedte)
Zomer in dat gebied
Breedte ligging(temperatuur)
hoe hoger hoe schuiner > stralen moeten verder reizen / groter oppervlakte verwarmt
Type oppervlakte(Temperatuur)
water (slome opwarming/afkoeling) of land (snelle opwarming/afkoeling)
Warmte transport
Warmte wordt door wind en water over wereld vespreid, vooral windrichting is van invloed.
Aflandige wind
Land > zee : temperatuur van water voert naar land, het is daar warmer
Aanlandige wind
Zee > land: door wind heeft zee geen verkoelende invloed en is temperatuur hoger. in de winter is het juist kouder
Zeestomen(driften) (temperatuur):
ontstaat doordat wind over zee waait, luchtstroom is vrij constant op aarde dus zeestroom ook. zee bij evenaar krijg warmte en stroming transporteert dit weer > de warmte geeft de energie onderweg af
Reliëf(Temperatuur)
bergen houden wind tegen, ook is de ene kant van de berg(schaduwkant) kouder
Hoogteligging(Temperatuur)
hoe hoger > hoe lager temperatuur : omdat zon aardopppervlakte verwarmt, die geeft weer warmte af aan de lucht: hoe verder weg van oppervlak > hoe kouder, boomgrens/sneeuwgrens i.v.m. de kou op hoogte
Neerslag (Process)
in de atmosfeer zit (vooral)water(damp) (gas/vloeibaar/vast).hoeveelheid waterdamp wordt uitgedrukt in luchtvochtigheidspercentage. bij een bepaalde temperatuur kan een maximum(100%) zitten = verzadigde lucht (hoge temperatuur = sneller verzadigd) > gevolg is condensatie > druppels botsen tot zij dusdanig groot worden en vallen > neerslag
Stijgingsneerslag
warme lucht stijgt en neemt condensatie mee > hoog is het koud > dus condensatie > stijgingsneerslag.
Stuwingsneerslag
Lucht wordt tegen berg(of duin kan ook, maar dan is de neerslag pas enkele 100m vererop) opgeblazen > stijging van lucht > afkoeling > neerslag aan de loefzijde(regenzijde), de andere kant (lijzijde) blijft droog (regenschaduw)
Frontale neerslag:
Als twee luchtsoorten elkaar ontmoeten > koude lucht blijft onder de warme lucht > gaat gedwongen omhoog > condensatie > neerslag.
Warmte front
Warme lucht ontmoet koude lucht, gaat langzaam omhoog i.v.m. vrijving > veel wolken en langer (minder harde) regen
Koufront
Relatief koude lucht verdringt warme lucht >process gaat sneller > warme lucht gaat abrupt omhoog en er vormen stapelwolken met harde neerslag
Aflandinge wind en neerslag:
Is droog omdat deze van over land komt (zomers warmer en winters kouder)
Aanlandige wind en neerslag
Komt van zee en is vochtig > zomers minder warm en winters minder koud
Luchtdruk/wind
lucht beweegt van hoge luchtdruk(hectopascal) naar lage luchtdruk > gevolg is wind > meten met een barometer > aanduiden op een kaart met verbindingslijnen(isobaren) -
Minimum (luchtdruk)
Lage luchtdruk/tekort aan lucht door uitzetting van warme lucht welke opstijgt, de plek waar de lucht weg gaat ontstaat lage luchtdruk. Er komt luchtstroom op gang hiernaartoe(convergentie genoemd) - veelal bij evenaar
Maximum (luchtdruk)
als de grond koelt, daalt de temperatuur, de lucht wordt zwaarder en daalt> er is teveel aan lucht > hoge luchtdruk (hoger dan 1015 hPa) gaat naar lage drukgebied(divergentie genoemd) - veelal rond keerkring
Atmosferische circulatie
geheel van luchtverplaatsing
Buys ballot / windrichting
afbuiging Noordelijkhalfrond > rechts | afbuiging zuiderlijk halfrond > Links | komt door draaiing van de aarde
Windkracht
Afhankelijk van afstand tussen de isobaren en het verschil in luchtdruk
Kleine afstand isobaren en/of groter verschil in luchtdruk zorgt voor
meer wind
Windkracht meten middels
schaal van Beaufort (0-12)
Oceanische circulatie:
Zuid amerika > West Afrika> Caribean > Europa >Caribean > Zuid amerika > Zuid afrika > Thailand(Warm) > Madagaskar > Australië > Zuid amerika & ook omhoog naar Noord Amerika
Köppensysteem
indeling vanklimaat op basis van verspreiding van de natuurlijke vegetatie(geheel van planten) in een gebied > uit het onderzoek blijkt dat temperatuur en enerslag goed overeenkomt met grenzen van vegetatietypes