17 - Energiebronnen & Overige delfstoffen Flashcards
Delfstoffen (bodemschatten)
gesteenten/mineralen die we nuttig kunnen gebruiken -mits economisch en sociaal winbaar
Economisch winbaar
hangt af van waarde delfstof
hoeveel er aanwezig is
de concentratie en geografische ligging
het moet lonend zijn om het te onttrekken
-vaak niet het geval (kijk maar naar delfstoffen in wereldzee (goud op bodem etc)
Sociaal winbaar
Ondervind de samenleving er schade aan de exploitatie van de stoffen?
Soorten delfstoffen:
Oppervlaktedelfstoffen = geologisch gezien jonge delfstoffen dicht bij oppervlakte (veen, zand, klei, grind)
Dieptedelfstoffen = geologisch geizen oude delfstoffen = diep uit aardkorste (olie,gas,steenkool, erts)
Fossiele energiebronnen
uitputbare (niet vernieuwbaar) energiebron onstaant uit organisch materiaal (gestorven planten/dieren) - niet vernieuwbaar binnen menselijke tijdschaal
Steenkool
Gevormd uit plantenresten bij gebrek aan zuurstof > veranderd in veen > bedekt met aardlagen(klei/zand) > zakt verder weg en druk en temperatuur neemt toe > de eigenschap veranderd hierdoor (inkolen) - Bij meer inkoling = ander resultaat
Ontrekken van steenkool kan via:
Dagbouw: Middels een groeve aan oppervlakte afgegraven
Gesloten mijn: dieper in de grond middels schachtbouw(lange gangen) in mijnen
Aardolie
bestaat uit organisch materiaal (plankton)
- sterft en zakt naar bodem
- bedekt door sediment(zand/klei)
- net als bij inkoling onstaat door druk/temp een (chemische) verandering
- dit gebeurt in het moedergesteende, de olie kan vervolgens stijgen(migreren) naar hogeren lagen waar het in een resevoir blijft hangen
Aardgas
wanneer niet alleen water maar ook gassen uit het moedergesteente geperst wordt, meestal middels een boortoren gewonnen. Dit mag niet te snel want er vind verzakking plaats
- Nat aardgas: Uit aardolie
- Droog aardgas: Uit steenkool
Anticlinaal
naar boven gerichte bochten/plooien waar lichte stoffen zich zullen ophopen in reservoirgesteente
Hernieuwbare energiebronnen
Duurzame ernergie, draagt niet bij aan versterk broeikaseffect / groene stroom
Getijde (water) energie = is gebruik maken van waterkracht bij eb en vloed
Windkracht: Windturbine met drie propellers - vaak in een windmolenpark op plekken met veel wind (dijken/zee/aan de kust)
- Voordeel = duurzaam, en omzetten naar energie is gemakkelijk en snel
- Nadeel = Geluid en landschapverstoring (horizonvervuiling) (NIMBY syndroom)
Zonne-energie= Straling van zon gebruiken > omzetten in warmte of in elektriciteit
Bio-Energie
Brandstoffen gemaakt uit biomassa = organisch materiaal = hernieuwbare bron omdat organisch afval makkelijk aangevuld kan worden. (afvalproducten landbouw, hout, gft aval, industrieel afval zoals frituurvet)
Aardwarmte
Water grond in pompen zodat dit door de aarde opgewarmd wordt > “gratis” warm water en/of omzetten in energie = methode is nog erg duur en in experimentalist
Kernenergie
Radioactiviteit van uranium omzetten in armte middels kernsplitsing > wekt warmte op > drijft stoomturbines aan die elektriciteit opwekken
-Relatief schone ernergie
Nadeel: risico op kernramp en kernafval
Overige delfstoffen: Ertsen & zout
Ertsen:
Gesteente met een economisch winbare concentratie van een bepaalde delfstof - meestal metaalhoudende delfstoffen uit stollingsgesteente
Ontstaan van erts:
Gebonden aan het afkoelingsproces van stijgende magmabellen > niet alle mineralen stollen gelijktijdig > de laatste gestolde laag (restsmelt) bevat meeste ertsen dit komt door het stollingspunt