12 - Nederlandse Landschappen en bodems Flashcards
Lösslandschap(heuvellandschap)
Oudste en tevens meest on-Nederlandse landschap te vinden in uiterste zuiden van Limburg. De heuvels zijn restanten van oude berglandschap.
Löss
vergelijkbaar met dekzand maar dan fijner en meer vruchtbaar & kalkhoudend > werd door wind afgezet in Limburg. is een ca 1-20m dikke laag geschikt voor landbouw.
Lcolluvium
Löss = erosiegevoelig > veel is van plateau weggespoeld en in dalen verzameld (dit heet colluvium)
Graften
steile wallen die evenwijdig lopen aan de hoogtelijn en begroeid zijn met bomen of struiken
Duinlandschap
Alleen te vinden aan noordzijde van Waddeneilanden en langs kust den helder tot Zeeuwse Vlaanderen
Door zeestroom continu zand verplaatst langs kust > strandwallen > begroeiing > nog meer afzetting door wind > Duinen
Vaagbodem
Duinlandschap gekenmerkt door een Vaagbodem =
Geen sporen van bodemvorming te zien > dusdanig jonge afzetting dat bodemvormende processen nog niet werk hebben uitgevoerd > niet bruikbaar voor boeren > geen humusrijke toplaag > enkel geschiktvoor bollenteelt (bollenstreek)
Duinlandschap werd gebruikt voor drinkwater
rond 1930 weinig water over > nieuw idee werd het oppervlakte-infiltratiesysteem > rivier water werd naar duinen geleid en zand filterde het > daarna werd het weer opgepompt
Dit bleek nadelig voor duinbodem door toenemende vervuiling van rivieren > planten begonnen te verdwijnen > oplossing is diepte -infiltratie > rivierwater wordt nu voorgezuiverd en daarna diep onder de duinen gepompt
Zandlandschap
oppervlakte grootste van Nl > vooral in oosten te zien. weinig vruchtbaar, voedingstoffen spoelen makkelijk uit (podsolbodems)
Ondergrond bestaat uit pleistocene zanden afgezet door oer rivieren. Door de kou was er weinig begroeiing destijds.
Zandlandschap Noorden NL:
Zandlandschap met weinig glooiing met keileem en dekzand aan oppervlakte
Zandlandschap Midden NL:
Stuwwallen met daartussen laaggelegen dekzandgebieden, beperkte glooiing
Zandlandschap Zuid NL:
dekzand en oude rivierzanden aan oppervlakte, weinig glooiing, vlak gebied
Rivierkleilandschap
In de buurt van rivieren (Stroomgebied Rijn,maas,ook vertakking van rijn zoals IJssel)
Klei in uiterwaarden droogt op zodra waterstand weer normaal is, duurt dus even voordat planten er kunnen groeien > kans op nieuwe overspoeling > dus weinig begroeiing > er vind hierdoor weinig bodemvorming plaats > daarom vaak enkel gebruikt voor snel groeiend gewassen en of voor bakstenen/dakpannen etc)
Zeekleilandschap
Te vinden op plekken waar NL onder zeespiegel ligt (laag NL)
Zeeklei is compacter dan rivierklei en mist duidelijke lagen. Ook hier komen bodemvormende processen langzaam op gang door dichte structuur en geringe doorlaatbaarheid van water. Bevat minder organische stof dan rivierklei maar wel meer kalk. Zeeklei is zeer vruchtbaar
Veenlandschap
Versnipperd landschap
Laagveen = in noord en zuidholland, utrecht, overijssel,groningen,friesland
Hoogveen = oost groningen, drenthe, noord brabant, limburg
Veenlandschap Humus
Bij afbraakproces komen humuszuren voor dus grond is vrij zuur. Dit samen met hoge grondwaterstand maken de grond ongeschikt voor landbouwactiviteiten. Er werd langere tijd niets met de grond gedaan. Veen bleek echter handig om zout uit te winnen of dijken mee te maken.
Ook werd het gedroogde veen gebruikt als brandstof (Turf) = meer dan de helft koolstof