6 - Klimaat Flashcards
Klimaat
Gemiddelde toestand van de dampkring op een bepaalde plaats over een langere periode (ca 30 jaar) > meestal weergeven in tabellen en (vooral) grafieken,
Klimaatdiagram
Neerslag (blauwe staven) en temperatuur (rode lijn)
Köppensysteem
indeling van klimaat op basis van verspreiding van de natuurlijke vegetatie(geheel van planten) in een gebied > uit het onderzoek blijkt dat temperatuur en enerslag goed overeenkomt met grenzen van vegetatietypes
Köppensysteem (3 niveau’s)
Niveau 1: Hoofdgroep op basis van temperatuur/neerslag
Niveau 2: opsplitsing op basis van neerslagverdeling gedurende een jaar
Niveau 3: Opsplitsing op basis van temperatuurverschillen
Köppensysteem Niveau 1
A(Tropisch) B(Droog) C(Maritiem) D(Landklimaat) E(Poolklimaat)
Tropisch klimaat Niveau 2
f (Regenwoud)
m (Moesson)
w (Savanne)
Droog klimaat Niveau 2
S (Steppe)
W (Woestijn)
Landklimaat Niveau 2
s (Droge zomer)
w (Droge winter)
f (Zonder droog seizoen)
Poolklimaat niveau 2
T (Toendra)
F (Ijskap)
H (Hooggebergte)
Droog Klimaat niveau 3
h (Heet)
k (Koud)
Maritiem klimaat niveau 3
a (warme zomer)
b (gematigde zomer)
c (koele zoemer)
Landklimaat Niveau 3
a (Hete zomer)
b (warme zomer)
c (koele zomer)
d (erg koude winter)
Tropisch(A)
Warm en altijd vochtig klimaat, gebieden hebben twee belangrijke kenmerken:
- Continu een hoge temperatuur, doorgaans zo’n 25-27 graden
- Zeer veel neerslag, door temperatuur / Stijgende lucht bij evenaar / vocht uit het woud
Kenmerkt zich met een etagebos, hoogste bomen tot wel 50m, bodem is onvruchtbaar doordat humus snel verteert of uitspoelt, gebrek aan humus zorgt voor een rode kleur
Te verdelen in twee gebieden :
regenval het hele jaar (Af)
Tropisch regenwoud: zuid amerika- centraal afrika - indonesië
periodieke regenval (Am)(Aw)
(Aw) Savanneklimaat: afwisseling vochting en droog seizoen, grasland met verspreide bladverliezende bomen/struiken
(Am) Moessonklimaat: zuid-azie/oost-azie/ noor-australië: Moessonwinden, gekenmerkt door omkering van windrichting van winter naar zomerseizen, meeste neerslag valt in het warme seizoen.
Droog Klimaat (B)
Beslaat 30% van landoppervlak en vormen grootste klimaatgroep, komt vooral rond keerkring voor. Liggen gehele jaar onder invloed van subtropische hogedrukgebieden, weinig neerslag door dalende droge lucht > weinig wolken. Hoge temperatuur zorgt voor hoge windsnelheden. weinig vegetatie > droge bodem die snel erodeert (veel water/winderosie)
Woestijnklimaat (BW) : regent vrijwel nooit, weinig begroeiing (en als ze er zijn platen die lang zonder water kunnen) Noord afrika(Sahara) - Arabië - Australië en hoge drooge vlaktes in bergen
Steppeklimaat (BS) : Gebied waar het elk jaar kort regent, door de regen is wel wat vegetati mogelijk in vorm van struiken en grassen
Maritiem Klimaat (C)
Gematigd klimaat, gemiddeld vochtig klimaat met gematigde temperaturen. Duidelijke seizoenskenmekern maar geen extreme temperatuurveschillen tussen winter/zomer
Zeeklimaat (Cf): Altijd vochtige klimaat, kenmerkend is ontbreken strenge winter (West-europe) komt door invlodet westelijke winden. Oost VS komt door oostelijke winden Mediterraan klimaat (Cs): Natte winter, als enige klimaat in het koele seizoen meer neerslag dan warme seizoen. komt enkel op westkusten van continenten, poolwaars van subtropische woestijnen voor. Vooral middelandse zee (ofwel middelandzeeklimaat) - Ook te vinden in Californië - centraal chili en zuidwestelijk australië en afrika. Vooral struikachtige planten of bomen met kenmerk tegen waterverlies/transpiratie
Chinaklimaat(Cw): lange natte zomers en droge winters, komt ook op hogere delen van de savanne voor (centrale delen zuid afrika en mexico). vegetatie lijkt op tropische savanne en wordt wook wel gematigde savanne genoemd