Daily Words Flashcards
duren
v. to take (it takes one hour)
Gemak
Gemakkelijk
makkelijk
smakelijk
Noun. Convenience, ease, comfort
Adj. Easy
adj. tasty
meerder(e)
enkel(e)
adj. several
adj. some, single
ex: in enkele dagen - in a few days
ik boekte een enkele reis naar London.
adv. only, merely, just
De winkel accepteert enkel contante betalingen.
n. ankle
sturen
besturen
doorsturen
v. send (an email); drive (a car); guide.
v. govern, manage, drive
v. forward
vlak
vaak
adj. flat
adj. often
zorgen
verzorgen
v. care; make sure
zorgen voor…: take care of
ex: voor de oude dag zorgen (prepare for old days)
ex: We zorgen voor u, mevrouw.
verzorgen: v. provide, monitor, mind
同义词: plegen (dated usage)
oplossen
oplossing
v. solve
n. solution
door
by, because of
ex: ik ga niet rennen door de regen.
beschikbaar
adj. available
redelijk
reden
raden
adj. reasonable
n. reason (plu. redenen)
n. proportion (plu. redens)
vt. guess, advise
gewoon
adj. get used to
ex: Hij was gewoon om…
adv. commonly
wennen
wensen, wenste, gewenst
v. get used to
pp. gewend
ex: het zal wel wennen/u zult er wel wennen aan iets.
you get used to everything.
v. wish
verschil
verschillend
N. Difference
adj. different
onthouden
vt. Recall, remember
wederk. zich ~ - refrain self
Beslissen
V. Decide
slissen:
v. end; decide; extinguish (fire)
Schema
N. Scheme, plan diagram
Veranderen
V. Change
ex: het verandert niets aan de waarheid.
Herinneren
V. Remember
Moeilijk
Adj. difficult
Controleren
V. Check
Nadenken
nakijken
V. Consider, reflect
vt. check, review
Boodschap
N. Grocery
Doorgaan
V. Continue
Anders
Adv. Otherwise
Lukken
V. Work out
Hoe zit het met…?
How about …?
Ex: En hoe zit het met die service van haar..
How about the service from her…?
Plaatsvinden
V. Take place
Slecht
kwaad
Adj. bad
adj. terrible, horrible, extremely angry
Eenvoudig
Adj. simple
Aanpassing / aanpassingen (plural)
aanpassen
passen
N. Adjustment / (plural)
v. adjust
v. fit, try on, suit
bewaren
verwarrend
V. Keep, preserve; guard, watch
Waren: v. keep, watch (obsolete)
adj. confusing
bijvoorbeeld
voorbereiden
Adv. For example
vt. prepare
wederk. zich ~
er van uit gaan
ervan uitgaan
er vanuit gaan
Term: assuming
Ex:
- ik ga er vanuit dat alles goed is.
(I assume everything is fine.)
- We gaan ervan uit dat het goed afloopt.
- Ik ben er steeds van uitgegaan dat het klopt.
Aangeven
V. 1)Hand, pass;
2) indicate;
3) report, declare.