A0-A1_M13_gat graven/tekenen vorm op bord/wat mis in bon Flashcards
waken
opblijven
bewaken
bewaking
vi. stay awake, to watch
vt. watch over, guard
n. surveillance, watch
bezig
gezellig
comfortabel, gemakkelijk
gemak
smakelijk
smaak
adj. busy, occupied
bezig zijn met…
adj. cozy
adj. comfortable
n. convenience, ease
eet smakelijk
n. taste
boren
boormachine
vt. to drill
n. drill
diep
dief
adj. deep, profound, intense.
n. theif
dood
doden
moorden
vermoorden
adj. dead;
n. death.
vt. to kill
vi. murder
moord - n. murder
vt. murder sb.
figuur
n. figure
gat
n. gap, hole
lijden, leed, geleden
geleden
overlijden
leven / leefde / geleefd
overleven
vi. undergo, suffer
n. suffering (lijden)
adv. ago (Dat is lang geleden.)
vi. die
v. live (state of being alive)
n. life
ex: in het leven blijven
vt. survive
ex: Hij zal ons nog ~.
“Wonen” implies having a place to live (i.e. homeless people do not do “wonen”).
“Leven” is the state of being alive.
Example sentences:
- Ik woon in België. (I live in Belgium).
- Ik heb 7 jaar in Egypte gewoond. (I lived in Egypt for 7 years).
- Leef je nog? (Are you alive?).
- Lang zal ‘ie leven. ((Birthday song)).
- Levensverzekering. (Life insurance).
- Woonboot. (Floating house-boat).
gelijk
gelukt
n. right (de juiste ziens)
gelijk geven - agree w/; gelijk hebben - be right
adj. identical (we zijn gelijk.)
adv. equally, similarly
ex: iemand in het ~ stellen. - treat someone equally and right.
Ja, daar heeft u gelijk in. - Yes, I agree with that.
adj. successful, working
ex: het is niet gelukt.
elk
ieder
al / alle
indefinite pronoun.
each (elke dag), everyone (ieder), any (hij kan elke seconde bellen.)
indefinite pronoun: each, any, everybody
ex: in ieder geval - in any case
indefinite pronoun. all
alle drie, al het mogelijke
n. all
ex: Zij is zijn al. (She is his all.)
adv. already, yet
inderdaad
adv. indeed
lijken / leek / geleken
eruit zien
lijken op
v. seem like
ex: Dat lijkt me leuk/geweldig/gezellig.
vi. look like
deze tekening lijkt sprekend(real thing)!
ex: Ze zien eruit als je en ik.
Ik wil goed eruit zien.
to resembble, 相似
ex: Hij lijkt op zijn moeder.
Waar lijkt dit op? (What does this look like?)
meestal
addv. mostly, usually
mis
n. mass (church service)
ex: kerstmis
adj. wrong, missed
reclame
n. discount, ads
rol
n. role, function, roll, character
slordig
adj. sloppy, undisciplined
keren / keerde / gekeerd
verkeer
omgekeerd
verkeren, verkeerde, verkeerd
verkeerd
v. turn around
n. traffic, exchange, intercourse
verkeersbord - traffic sign
stoplicht
verkeerlicht
adv. vice versa; adj. reverse, reversed.
vt. find oneself in a situation (in twijfel verkeren)
vt. to handle, to get along with (verkeren met: handle with. )
adj. wrong
volgend
vorig
vroeg
volgends
trouwens
adj. next
adj. previous
adj./adv. early
prep. according to
ex: Volgends mij gaat het wel. kijk maar!
adv. btw
ex: Dit is trouwens Derby.
vreemd
raar
adj. unfamiliar, foreign, strange,
ex: vreemd geld - foreign currency
zij is hier vreemd. (she is strange here.)
adj./adv. strange, odd, funny
poeder
waspoeder
n. powder
n. washing powder
zo’n
zo een - such a/an
ik wil niet zo’n grote biefstuk.
Zo’n groot huis!
deksel
n. lid
strepen / streepte / gestreept
doorstrepen
streep
vt. streak, to draw lines
v. cross out sth.
n. stripe
ketel
fluitketel
n. kettle
grammatica
n. grammar
nakijken
vt. check, review
poot
n. limb of an animal
ex: spinnen hebben acht poten.
scherp
bot
schep
adj. sharp, alert, clever, acute, in focus, hot, spicy
adj. blunt, dull, rude
n. bone
n. scoop, shovel
schutting
n. fence
staart
poot
n. tail of an animal
n. limb of an animal
timmeren
v. perform carpentry (to build, contruct)
dubbel
verdubbelen
adj. double
vt./vi. double
gewoon
adj. usual, common
adv. simply
ex: Je moet gewoon op het knopje drukken.
vrucht / fruit
vracht
vrachtauto
n. fruit
n. freight
n. freight truck
Ze leggen al het houten planken neer in de tuin van de buurman die aan het graven is.
they layed down the wooden planks in the garden of the neighbour who was digging.
De buurman kan niet meer in de tuin van de andere man kijken.
Wat zijn de mannen aan het doen?
Wat ben ik dom geweest!
zijn, was/waren, geweest
Heeft u er misschien 15 cent bij, of nog liever 2 euro 65?
liever: adv. rather, preferrably
glimlachen
v. smile
erbij
eraf
adv. there
Heeft u misschien 30 cent erbij?
adv. out of there
Ik wil deze baard eraf.
wisselgeld
n. change (returned money)
puur / pure
adj. pure