A0-A1_M14_hond achter poes/tandarts/auto ongeluk Flashcards
apparaat
n. apparatus, device
bewegen
wegen
vt. to move, to exercise
ex: Je moet minder eten en meer bewegen.
vt. weight, woog, gewogen
ex: hoe veel weeg je?
bijten
ontbijten
vt. to bite
vi. have breakfast
brand
branden
brandweer
vuur
blussen
n. destructive fire
vi. to burn, to set aflame
n. firefighting, fire dept.
weer: n. defence
n. fire
vt. extinguish (fire)
buigen, boog, gebogen
v. to bend, to bow
gebit
kies
n. set of teeth (real or fake)
n. molar teeth
wonden / wondde / gewond
wond
vt. to wound
n. wound
hiermee
meenemen
waarmee
adv. met dit, with this (from German: hiermit)
ex: Ik kan hiermee geen drone neerschieten.
v. take away, take along with
get sth. out of
ex: Misschien kan jij haar ~ naar alle schoolactiviteiten.
with which
ex: Dit zijn landen ~ we zakendoen.
met wat
ex: Waarmee kan ik u helpen?
kies
n. molar tooth
adj. delicate, good taste
klacht
gezeur
zeuren
klap
n. complaint
ex: De tandarts vraagt: wat zijn precies de klachten met je gebit?
n. nagging
vi whine, complain, persist
n. bang
koek, koekje
n. cookie
last
last hebben van
n. load, burden, hinder, expense;
ex: Hij heeft een paar dagen last van de kies pijn. / Hij heeft last van de kies pijn voor een paar dagen.
v. suffer from
ex: Veel mannen die last hebben van depressieve symptomen zijn ook perfectionisten.
ontwikkelen
wikkelen
draaien
v. to develop (photos, products…)
v. wind, wrap
V. To twist, roll
oversteken
v. to cross, traverse
ex: We kunnen de weg bij de verkeerslichten oversteken.
pech
ongelukkig
n. bad luck, misfortune
adj. unfortunate
poes
n. female cat
prettig
adj. plezierig, gemakkelijk
schouder
n. shoulder
spreekkamer
n. doctor’s office, surgery room
toen
als
toe
adv. then, back then;
ex: Toen ging hij weg.
En toen is de policie gekomen.
conj. when
ex: Ik zwaaide toen ik hem zag. - I waved when I saw him.
conj. when; as soon as; if, whether.
adv. towards. see also under “toe”in M14.
vastmaken
v. fasten, make fast, tie, bind
vlug
adj. quick, fast
synonym: snel
vullen
vt. to fill
zoals
conj. as, like
Ik zoek iemand zoals jij.
bijkomen
langskomen/langsgaan
vi. regain consciousness, recover
ex: de handel komt weer bij. - Business recovers again.
vi. be added
ex: er is 100 euro bijgekomen.
v. to pass by, drop in
Ex: Als u met de gang van zaken zit, kunt u bij mij langskomen. - If you have any concerns about what has taken place, you can come by (to see me).
Mijn ouders kwamen langs om onze nieuwe tuin te bekijken.
blaffen
roepen, riep, geroepen
schreeuwen
blussen
v. bark
vt./vi. : cry, shout
vi. shout, cry (in a negative way)
vt. shout
v. extinguish fire
bol
bal
cirkel
kring
n. sphere, ball shape
adj. round, swollen, full
n. ball
n. /ˈsɪr.kəl/ circle
n. circle, ring, orbit. synonym: cirkel
gips
verband
gipsverband
n. plaster cast;
n. bandage
n. plaster cast
klap
klappen
n. bang, blow
v. clap, crack, burst, collapse, chatter
lantaarnpaal
Lantaarn
n. lamp pole
n. lantern
postbus
n. post office box
remmen
rem
vi. brake, slow down
n. brake
röntgenfoto / röntgenfoto’s
n. radiograph, x-ray
元音结尾 plur. + ‘s
opsodemieteren
sodemieteren
Uit mijn ogen!
fuck off!! (Sodemieter op!)
v. vallen, zeuren
Out of my sights!
spuit
spuitbus
infuus
n. syringe, needle, spray gun
n. spray can, soft packaging tube
Ze pakt ook een spuitbus. Het is een spuitbus haarlak. (发胶)
n. drip
tweeling
n. pair of twins
uitslapen
v. sleep in (late in morning)
doven, doofde, gedoofd
verdoven, verdoofde, verdoofd
verdoving
blussen
v. extinguish, put out
v. 1. deafen; 2. anesthetize
n. anesthesia
vt. to extinguish
aanrennen
v. run after
ex: De hond rent opniew achter de poes aan.
De hond rent aan.
toe
- adv. towards, naartoe gaan
ex: Waar ga je naartoe?
We gaan naar hen toe. - tot nu toe: up until now
Tot nu toe hebben we geen nieuws. - aan toe zijn: heb noddig
ex: ik ben aan vakantie toe.
af en toe: now and then, sometimes
toegeven: admit
toestaan: allow
- toe: please~~~
Toe nou: come now. - adj. closed
assistent / assistente (/ˌɑ.siˈstɛn.tə/)
n. assistant male / female
Het heeft geen pijn gedaan.
It didn’t hurt.
Deze man botst tegen een tafel. Hij kijkt niet goed uit.
Hij is met zijn auto tegen electriciteitspaal gebotst. Hij heeft niet goed uitgekeken.
Er is een ongelukig op straat gebeurd.
Ik moet snel naar mijn werk.
De man loopt de spreekkamer van de dokter binnen.
De dokter zegt: “Gaat u maar zitten.”
De dokterassistente neemt de man mee.
En als laaste maakt ze een foto van de linkerhand van de man.
zomaar
zoiets
adv. just like that
ex: Hij gooit alles zomaar op straat!
pronoun. something like this
ex: Ik zal zoiets nooit meer doen.
rotzooi
zooi
n. garbage, mess
n. mess
brancard
n. strechter
opereren, opereerde, geopereerd
operatie
handelen
behandelen
behandelingskamer
be-
v. operate
n. operation, surgery
vi. to trade, to act
vt. to handle, treat, deal with
n. therapy room
-Verbs with this prefix very often take an object in the accusative case.
-The prefix can be used to convert an intransitive verb into a transitive verb,
ex: huizen op een land bouwen → een land met huizen bebouwen
tenslotte
ten minst
adv. after all, finally
ten: to, at the
slot: n. end
ex: Het is tenslotte maar voor een paar dagen. (it is just a few days, after all. )
at least
min / minder / minst