Covid-19 Flashcards
1
Q
Hoe vindt de transmissie plaats?
A
aerogeen, contact, druppels, contact met opp of overige routes
2
Q
Isolatie covid 19?
A
aerogene isolatie
3
Q
symptomen?
A
hoesten, dyspnoe, koorts, verkoudheidsklachten, spierpijn, hoofdpijn, moe, reukverlies (anosmie), koude rillingen, diarree, braken en smaakverlies
4
Q
waar op letten bij lo?
A
- af, hulpademhalingsspieren en volzinnen spreken –> dyspnoe
- saturatie, met of zonder o2
- creptieren, ronchi, piepen of verlengd expirium
-ROX-score: SpO2%/FiO2%/ AF - overig: koorts, bloeddruk, polsfrequentoe, mentale status, slijmvliezen en conjunctiva
5
Q
Diagnose?
A
PCR keelneus swab of sneltest
Serologie IgM en OgG
CT th –> matglas afw
Klinische verdenking bij sterk verdacht verhaal
6
Q
behandeling?
A
Mild: geen opname, vanzelf over
Matig ernstig: opame verpleegafdeling, zuurstof en dexamethason 6 mg 1dd iv of per os, max 10 dg
Ernstig: opnam ic, beademing/ECMO, dexamethason 6 mg 1 dd iv of per os, max 10 dg