Astma Flashcards

1
Q

welke 2 vormen astma zijn er?

A

niet-allergisch astma en allergisch astma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer komt allergisch astma met name voor?

A

kinderleeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer komt niet-allergisch astma met name voor?

A

volwassenleeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is astma?

A

chronische ontsteking van de mucosa met slijmvlieszwelling, slijmvorming en contractie van de bronchiën. Deze ontsteking leidt tot (meestal) geheel reversibele luchtwegvernauwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

klachten?

A

benaudwdheid, piepen, hoesten (mn snacht sof sochtends) en kortademigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is allergische astma?

A

dit zie je met name bij kinderen is vaak familiair. kind vaak al eczeem en hooikoorts. er is vaak IgE in het serum te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe kan je de diagnose stellen/ welk AV?

A

reversibiliteitsmeting: je doet longfunctie eerst zonder bronchodilatator, daarna met. als er dan 12% verbetering is, dan is het reversibel. afwezigheid reversibiliteit sluit astma echter niet uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

behandeling astma?

A

1: stoppen met roken en allergische prikkels vermijden
2: zo nodig SABA: salbutamol/ terbutaline
3: zo nodig lage dosis inhalatie corticosteroïd: belcometason/formoterol (combi)
4: onderhoudsbehandeling met lage dosis inhalatiecorticosteroiden
5:geef LABA: formoterol/ salmeterol
6: overweeg leukotrieen-receptoranatgonist (LTRA): montelukast
7: verhoging dosis ICS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly