8.4 PD cerebellaire ataxie Flashcards

1
Q

wat is ataxie?
wat is dysmetrie en wat is intentietremor?

A

stoornis in de uitvoering van doelgerichte bewegingen
ataxie gaat vaak gepaard met dysmetrie
dysmetrie:
- doel voorbij schieten: hypermetrie
- voortijdige eindiging: hypometrie

  • oorzaak: stoornis in ipsilaterale cerebellaire hemisfeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is intentietremor?

A

intentietremor
- grobere bewegingsuitslag naarmate doel dichter genaderd wordt
- vaak nog niet uitgedoofd na vastpakken voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een cerebellaire ataxie?

A

een coordinatiestoornis die mestal wordt veroorzaakt door een ziekte van de kleine hersenen (cerebellum). in diat geval spreken we van een cerebellaire ataxie

dit is geen diagnose op zicg maar een uiting van een tal van neurologische aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar heb je last van bij ataxie?

A

de coordinatiestoornis komt tot uiting als verstoring van de willekeurige motoriek

veel voorkomende problemen
- onzeker looppatroon (als een dronkenman)
- onduidelijk spreken (dronkenmansspraak)
- misgrijpen
- trillen van de handen
- dubbelzien

als ataxie ernsig is kunnen mensen gaan vallen en zich verslikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

benoem op welke gebieden de ataxie tot uiting kan komen

A
  • stem: cerebellaire dysartrie
  • oculomotoriek: verschillende vormen van nystagmus
  • ledematen: intentietremor, gestoorde topneus/ kniehakproeven
  • romp: rompataxie
  • gang: gangataxie

er is onderscheid tussen centrale (=cerebellaire) en perifere (=sensibele) oorzaken

oorzaken: toxisch- metabool, infectieus, systeemziekten, RIP, genetisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

noem oorzaken cerebellaire ataxie

A
  • toxisch: alcohol, medicatie (fenytoine)
  • metabool: hypothyreoidie, ziekte van wilson, coeliakie
  • AIZ: MS
  • systeemziekten: SLE
  • para-infectieus: miller-fischer syndroom
  • infectieus: TBC
  • tumor: neoplasmata of metastase achterste schedelgroeve, paraneoplastische cerebellaire degeneratie
  • genetiscg: SCA, friedreich ataxie
  • neurodegeneratief: CJD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke 3 pijlers in de diagnostiek van cerebellaire ataxie

A
  1. anamnese
    - leeftijd van ontstaan
    - snelheid van ontstaan
    - tractusanamnese
    - Voorgeschiedenis/ medicatie/ intoxicatie
    - familie-anamnese
  2. neurologisch en lichamelijk onderzoek
    - specifieke kenmerken
  3. MRI-clues
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

zeg wat over de leeftijd van ontstaan

A

<20 jaar: recessieve ataxie
>20 jaar: ADCA (spinocerebellaire ataxie SCA)
> 30 jaar: MSA (multisysteemataxie)
>45 jaar: FXTAS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

zeg wat over ziektebeloop ataxie?

A

acuut: vasculair/ inflammatoir, intoxicatie

subacuut (3-6mnd): paraneoplastisch, metabool, intoxicatie, immuun-gemedieerd

chronisch (>6 mnd): degeneratief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn andere kenmerkende symptomen/ clues voor ataxie?

A

autonome functiestoornissen
geheugen/ gedrag
darmklachten
gewichtsverlies/ toename
voorgeschiedenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

benoem verschillende intoxicaties die kunnen leiden tot cerebellaire ataxie

A

alcohol

medicatie
- benzodiazepine
- anti-epileptoca
- lithium
- cytostatica
- amiodarone
- metronidazol

lood, kwik, chemicaliën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kenmerken spinocerebellaire ataxieën (SCA)

A

verzameling van zeldzame ziektebeelden
- geschatte minimale prevalentie 11,3/100.000
- prevalentie SCA 2,8/100.000; FRDA 2-4/100.000; MSA 4.4/100.000

meer dan 50 verschillende oorzaken

erfelijk en sporadisch

behandelbaar en onbehandelbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kenmerken autosomaal dominante cerebellaire ataxie (ADCA)

A

genetische classificatie: SCA (spinocerebellaire ataxie) 1-36
- genetische diagnose: 2/3 van de ADCA patienten

prevalentie in NL 3:100.000
- meest SCA3 en SCA6

symptomen: extrapitramidale stoornissen, polyneuropathie, retinopathie, chorea

onset 30-40 jaar

trinucleotide expansie
- CAG repeat
- anticipatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn verschillende verschijningsvormen autosomaal recessieve ataxie

A

FRDA en FRDA-like
- AVED
- POLG

geisoleerd cerebellair syndroom
- ARCA1/ SCAR8; SCAR6

spastische ataxie
- ARSACS

oculomotore afwijkingen/ blikproblemen
- ataxia teleangiectasia
- ataxia oculomotor apraxia
- niemann pick type c

multisysteemziekten tgv genetisch/ metabool defect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zeg wat over neurologisch onderzoek en andere klinische clues bij cerebellaire ataxie

A

zintuigen: visus, gehoor
huid
polyneuropathie
holvoeten/ hamertenen
orthostase
extrapiramidale kenmerken
dystonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerken friedreichse ataxie

A

mutatie frataxine gen (GAA trinucleotide repeat)

onset meestal voor 25e jaar, fenotype variabel

multisysteemziekte
- spinocerebellaire ataxie
- sensibele polyneuropathie
- areflexie
- holvoeteb
- cardiomyopathie
- diabetes
- scoliose

17
Q

kenmerken glutenataxie

A

neurologische complicaties coeliakie
- ataxie
- polyneuropathie

bij patienten met sporadische ataxie en bewezen glutensensitiviteit (atistoffen) vaak geen intestinale klachten/ histologische enteropathie

anti-gliadine- antistioffen niet specifiek
- 9-41% patienten met sporadische ataxie
- 2-43% pt met bewezen ataxie
- 1-12% gezonde controles

gluten ataxie kan verbeteren op glutenvrij dieet

bij positieve antistoffen altijd MDL consulteren en onzekerheid bespreken

18
Q

wat zijn diagnostische criteria voor MSA

A

sporadische progressieve aandoening, beginleeftijd >30 jaar
- definitieve diagnose: postmortem

waarschijnlijk MSA
- autonome dysfunctie: urine-incontinentie, erectiestoornissen, orthostase EN
- parkinsonisme, matog levodopa-responsief, OF
- cerebellair syndroom

mogelijk MSA
- parkinsonisme OF
- cerebellair syndroom EN
- autonome dysfunctie, niet voldoend aan alle criteria EN
- ten minste 1 ondersteunend argument

19
Q

voorbeelden sporadische ataxie

A

=ataxie zonder duidelijk oorzaak

MSA
- prevalentie 4,4/100.000
- vanaf 50e jaar
- mediane overlevong 6-7 jaar
- MSA-P en MSA-C
- autonome functiestoornissen vereist voor diagnose

ILOCA
- idiopatische late onset cerebellaire ataxie

20
Q

kenmerken FXTAS

A

CGG repeats >55 en <200

klinische kenmerken
- specifiek: positie-/ intentie tremor, gangataxie
- minder specifiek: parkinsonisme, cognitieve achteruitgang: korte termijn geheugen, executief functioneren

radiologische kenmerken
- specifiek: symmetrische witte stof afwijkingen in de middelste cerebellaire pedunkels
- minder specifiek: witte stof afwijkingen supratentorieel, matige tot ernstige atrofie van de hersenen

21
Q

behandeling cerebellaire ataxie

A

oorzaak behandelen

symptomatische behandeling
- vermoeidheid

revalidatie
- fysio

erfelijkheidsadvisering

patientenvereniging